Leestips

Zo nu en dan pak ik het ‘leesclub-boek’ (voor eind september) en worstel mij door weer een hoofdstuk. Dat gaat al twee maanden zo, maar gelukkig heb ik tussendoor veel andere boeken onder handbereik. Sommige van deze boeken heb ik zelfs verslonden. Op dat ‘leesclub-boek’ kom ik later nog wel terug, maar dat doe ik, denk ik, wanneer we het besproken hebben. Dan heeft misschien de bespreking van die bijna vijfhonderdvijftig bladzijden nog wat lichtpuntjes gebracht. Daarom gewoon maar een kronkelige reis door mijn boekenland van de afgelopen maanden. Boeken die blijven hangen en wanneer ik ze zelf heb aangeschaft, nog es doorblader en hier en daar herlees.

Aan het begin van het jaar vond ik op de plank ‘pas verschenen’ in de biep, het boekje van de ‘Heel Holland Bakt’ presentatrice Martine Bijl over de gevolgen van een hersenbloeding die ze in 2015 kreeg. Op een indrukwekkende manier schrijft ze over wat dat met haar en haar omgeving doet. Prachtige observaties in korte hoofdstukjes gevat; hoe ze lichamelijk en ook emotioneel verandert. Haar gevecht om een gewoon leven te blijven leven en tegelijkertijd ook de aftakeling en beperkingen te aanvaarden. Bijzonder boekje van een bekende tv-persoonlijkheid, die in juni j.l. overleed. Haar verhalen zetten aan het denken, over zinloos lijden (zoals dat vaak genoemd wordt) en of je dan als mens mag ingrijpen. De schrijfster leert de lezer dat het ook goed is om te aanvaarden, dat het leven niet maakbaar is en dat het ook simpelweg bij het leven hoort dat het niet volmaakt is. En dat laatste is nodig in een wereld waarin zoveel mensen streven naar groei en nog meer groei, naar een perfect lichaam en een rimpelloos bestaan… En in de week dat het Sociaal Cultureel Planbureau meldt dat Nederlanders zich zeer gelukkig voelen en meer dan een vette voldoende voor hun bestaan en hun geluk geven (een 7,8), is het ook goed om te beseffen dat het rinkel-de-kink zo maar kan veranderen.

Dit boek kwam ik ook tegen bij de bibliotheek op de plank ‘pas verschenen’. Trouwens niet alles op die plank is van recente datum, sommige medewerkers zetten ‘min of meer aantrekkelijke boeken’ gemakkelijk weg. Michael Palin was niet alleen een zeer origineel lid van Monty Python (typisch Brits cabaret) maar hij heeft ook een aantal prachtige reisdocumentaires voor de BBC gemaakt. Deze documentaires werden later niet alleen op video uitgebracht, maar ook in boekvorm (kijk maar eens bij de boeken en video afdeling van de kringloopwinkel). Die docu’s werden gelukkig nog een beetje in het slow-televisie tijdperk gemaakt. Tegenwoordig wordt in één reisprogramma veel te veel gepropt en draait het net teveel om de bijzondere presentator, maar dit terzijde.
In Erebus vertelt Palin de geschiedenis van een schip. Een oorlogschip dat wordt omgebouwd, tot een schip om verre ontdekkingsreizen te maken en op zijn laatste reis naar de Noordpool spoorloos verdwijnt (rond 1850). Palin heeft zich zorgvuldig ingelezen in historische bronnen en is ook zelf op reis gegaan. Een prachtig verslag over zeelieden die uit zijn op avontuur en plaatsen die nog niet zijn ontdekt. De drang om meer te weten komen over de aarde, maar ook eerzucht, liefde en verdriet, alles komt in dit prachtige boek voorbij. Het geeft ook een mooi beeld van het grote Britse Rijk met al zijn hebbelijk en onhebbelijkheden. De Vlaamse tv had eind vorig jaar een mooi interview met Palin en zette  mij mee op het spoor van dit imposante  ‘reisverslag’.

In mijn ‘vakantiedoos’ stop ik meestal meer boeken dan ik tijdens die paar weken kan lezen. Ik kan dan kiezen en een boek ook wegleggen wanneer het niet bevalt. De weduwe van burgemeester Eberhard van der Laan (begin oktober twee jaar geleden gestorven) schreef over haar rouw en over haar drie jonge kinderen op zaterdag een verhaaltje in Het Parool. Trefzeker schreef ze over wat het verdriet en het gemis met haar en haar kinderen deed. Onverbloemd kwamen de tranen, gekke momenten en ook de lach voorbij. Zo herkenbaar!
En alhoewel het in onze vakantie soms gewoon te warm was om te lezen, een mens doet zich wat aan, heb ik veel verhaaltjes van Femke van der Laan nog eens herlezen. Het leert de lezers op een mooie manier, dat rouw gewoon bij het leven hoort.
Na een jaar is ze gestopt met deze columns in de zaterdagse PS, maar gelukkig kreeg ze wel een nieuwe plek op de donderdag. Een paar weken terug schreef ze nog een prachtige column over een jongen van 15 die, samen met een paar vrienden, stiekem met de auto van zijn vader ging rijden en onderweg de politie tegenkwam. (De toekomstige burgemeester (15) nam de auto van zijn ouders). Een ijzersterke bijdrage aan de discussie die ontstond na een opgeklopt verhaal in De Telegraaf over de puberende zoon van de huidige burgemeester.

Soms, wanneer Coos een kraamgezin afsluit, komt ze met een geschenk thuis. Vaak is dat een mooie bos bloemen, soms een leuke fles met inhoud, maar zelden een boek. Maar die ene keer was het een boek door de kraamvader zelf geschreven en gesigneerd. Ook dat boek ging mee op vakantie en niet ten onrechte. Ik ben verzot op schrijvers als Frank Westerman en Jan Brokken omdat ze echte levens in hun boeken weer tot leven wekken. Die levens worden dan ingebed in de geschiedenis en wat ze daarin betekend hebben. Daan Dekker heeft dat gedaan met het leven van stedenbouwkundige Siegfried Nassuth. Nog nooit had ik van deze man gehoord en ook in de Bijlmer, zoals we Amsterdam-Zuidoost nog vaak noemen, heb ik geen standbeeld van hem gezien. Zelfs geen straat is voor zover ik weet,  naar hem genoemd! Toch was Nassuth de bouwmeester die de Bijlmer heeft ontworpen. Ongetwijfeld ben ik zijn naam wel tegengekomen bij Murat Isik in ‘Wees onzichtbaar’, maar hij was niet blijven hangen. Na het lezen van ‘De Betonnen Droom’ is het een naam om nooit meer te vergeten. Jazeker, de bedenkers van de honingraatflats zijn naderhand verguisd, de Bijlmer was een megalomaan en mislukt project in de ogen van velen. Maar Daan Dekker laat in zijn boek zien dat, dat wat de Bijlmer uiteindelijk is geworden, door Nassuth en zijn team nooit zo was bedoeld en ook niet bedacht. Harde economische regels en politieke beslissingen hadden een aantal belangrijke uitgangspunten en spelregels veranderd en uitgegumd, waardoor het uiteindelijk een redelijk mislukte stadswijk werd.  Al is er in Zuidoost dan geen monument te vinden voor Nassuth, dit boek is een monument en het lezen meer dan waard. Dat laatste ook omdat het verhaal van Siegfried Nassuth over zijn jeugd in Nederlands-Indië, zijn studie in Delft, tot leven komt, afgewisseld met verhalen over de bouw van de Bijlmer. Ook komen enkele bewoners aan het woord om te vertellen hoe het echte Bijlmer-leven eruit ziet.

Het zijn niet alleen de vrijdagse bijlage van het ND (Gulliver) of de zaterdagse boekbespreking in Het Parool die mij op het spoor zetten van bijzonder boeken. ‘Cliffrock Castle’ werd mij aanbevolen door mijn zus. Ik heb het idee dat zij minstens één keer per week naar de bibliotheek in Amersfoort loopt om daar lekker rond te snuffelen. En omdat we als familie natuurlijk wel een beetje dezelfde smaak hebben, neem ik haar adviezen graag ter harte; waarvoor dank!
Mij viel trouwens op dat Cliffrock en de C van Castle cursief op de omslag staan, evenals de naam van de schrijfster. Een goede grap dacht ik, maar na het lezen van het boek, werd het duidelijk. De echte Josephine heeft vijf jaar op het Schotse platteland gewoond en doet daarvan op een humoristische manier verslag van in dit boek. Ze wil haar echte naam niet vermeld en ook niet de echte naam van het kasteel waar ze werkte als ‘housekeeper’, om daarmee de bewoners af te schermen. Gelukkig wordt uit alles duidelijk dat het geen fictie is maar werkelijk non-fictie.
Het is boeiend om een hedendaagse leefwereld binnen te stappen, die veel mensen alleen maar kennen van de serie ‘Downton Abby’. Het standenverschil in de wereld waar Josephine werkte is echt, en uiteindelijk is het zo benauwend dat ze mee daarom met haar gezin naar Nederland terugkeert. De lezer leert veel over de schijnbaar puissant rijke kasteeleigenaren en dat zet aan tot denken. In deze tijd van een afscheid nemend Brits Rijk van Europa, ga je beseffen dat aan de andere kant van de Noordzee nog steeds heel veel mensen denken dat de wereld er net zo uit ziet als honderd jaar geleden. In dit boek kun je je mooi verplaatsen in die wereld van de ‘bovenklasse’, die schijnbaar alleen iets menselijks toont wanneer het om de gezondheid van de zoon van de housekeeper gaat. Inmiddels is er ook een vervolg op Cliffrock Castle verschenen. Wel gek, nu is de C van Castle opeens niet meer cursief…….

Een beetje een rare afbeelding van een boek, maar zo komt de omslag mooi tot zijn recht. [Leerlingen zetten hun boek op deze manier wel eens op tafel, maar dan kregen ze van mij een reprimande. De rug van het boek, ook een ingenaaide rug, zakt zo volledig uit zijn verband.] Ook dit boek kwam ik tegen op de bekende plank in de bibliotheek. De vrouw op de omslag trok mijn aandacht, die had ik eerder gezien. Op dat moment geen idee waar, maar het boek vertelde mij dat ze een poster van het Rembrandthuis had gesierd; vandaar. Nu heb ik door de jaren heen veel over Nederlands beroemdste schilder gelezen, maar dit verhaal was me volledig onbekend. De twee prachtige portretten hangen in een museum in Warschau (Polen). De schrijfster, kunsthistorica Gerdien Verschoor, verhaalt in dit boeiende boek hoe deze portretten van Rembrandt in Polen zijn terecht gekomen. Daar doorheen weeft ze het verhaal over de trieste geschiedenis van het land Polen, Poolse koningen en de laatste eigenaars van deze schilderijen: de Poolse adellijke familie Lanckoroński. Ook dit is een prachtig non-fictie verhaal en leert de lezer veel over een deel van de Europese geschiedenis, waar in Nederland nauwelijks iets over bekend is. Wenen, ooit de hoofdstad van een groots keizerrijk, adellijke families die niet ‘werken’ en alleen maar reizen en kunst verzamelen, wat een boeiende wereld. Ook de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog spelen een rol in het bestaan van de twee Rembrandts, maar ook adellijke moed en de drang om te overleven en eeuwenoude kunstwerken door te geven aan het nageslacht. Een bijzonder boeiend boek, zeer aanbevolen!

In een ND-artikel kwam ik dit boek tegen. Iemand had beweerd dat er zo weinig over het milieu en het beschermen daarvan in Afrika werd geschreven. Maar de schrijver van het artikel wees op dit boek van Helon Habila, een Nigeriaanse schrijver, tegenwoordig woonachtig in de VS. Dit boek gaat over twee journalisten die proberen een ontvoerde blanke vrouw te vinden. Ze dwalen rond in de Nigerdelta waar oliemaatschappijen hele dorpen opkopen, vervolgens vernietigen en ondertussen het milieu ook nog ongelooflijk verontreinigen. Een spannend verhaal met een mooi plot, maar ook een aanklacht tegen onderdrukking en uitbuiting. Bij welke oliemaatschappij kun je nog zonder gewetensbezwaren je tank laten volgooien?
Op internet vond ik ook de omslag van de Engelse uitgave. Wat ik mij dan afvraag waarom die ook niet werd gebruikt voor de Nederlandse vertaling. Hij is veel treffender en geeft veel beter de kern van het boek weer. De letters op de Nederlandse uitgave zijn mooi gevonden, maar toch past het lettertype van de Engelstalige uitgave beter bij het droevige verhaal.

Afgelopen seizoen was er in ‘De Wereld Draait Door’ regelmatig aandacht voor Willem Wilmink (1936 – 2003). Wilmink is vooral bekend als schrijver van liedteksten voor De Stratemakeropzeeshow, Het Klokhuis, De film van Ome Willem, Sesamstraat, J.J. De Bom voorheen De Kindervriend en Kinderen voor Kinderen. Ook schreef hij voor Herman van Veen en veel andere vertolkers van het Nederlandse lied. Liedjes van hem werden in DWDD opnieuw ten gehore gebracht, gedichten voorgelezen en  de weduwe van Wilmink mocht aanschuiven bij van Nieuwkerk. Ook deze biografie kreeg ruimschoots aandacht en dat niet ten onrechte. Het is een toegankelijk boek geworden over een wel heel bijzondere man. Het mooie van dit soort verhalen is dat je ook en beeld krijgt van de jeugd van de hoofdpersoon, zijn ouders en ook in wat voor omstandigheden hij of zij is opgegroeid. Wilmink groeide op in Enschede en wanneer ik hem hoorde op de radio of tv, dan was er gelijk herkenning. Zijn Saksische tongval had veel gelijkenis met het Drentse Saksisch dat bij ons huis werd gesproken.
Ik had altijd gedacht dat de op tv bijzonder sympathiek overkomende dichter in werkelijkheid ook zo zijn. Elsbeth Etty maakt in haar biografie duidelijk dat dat niet zo was. Wilmink dronk vaak te veel, had last van zijn oorlogsverleden en vreemde opvoeding en toonde regelmatig wel erg onaangepast gedrag.
Toen ik het boek uit had, ben ik nog eens gaan bladeren in het vuistdikke Verzameld Werk dat ik ooit kreeg van Harm en Elise. En opnieuw kwam ik parel na parel tegen. Op YouTube zijn veel gedichten en liedjes van Wilmink terug te vinden, vaak voorgelezen door de schrijver zelf.

Zo nu en dan wissel ik met Rieke onze oudste dochter een boek uit. Van het ’t Hooge Nest werd zelfs reclame gemaakt op de radio. Na een enkele bladzijde lezen, verdween ook dit boek in de ‘vakantiedoos’. Toen ik er in Frankrijk eenmaal aan begon, bleef ik lezen en wilde weten hoe het met de bewoners van ’t Hooge Nest afloopt.
Roxane van Iperen volgt in dit boek de bewoners van een villa in het Gooi. Wanneer ze er komt te wonen, ontdekt ze de bijzondere geschiedenis van het huis en haar bewoners. Het blijkt dat het in de Tweede Wereldoorlog tientallen Joodse onderduikers in de villa woonden.
Van Iperen heeft heel veel onderzoek gedaan en brengt dat in dit boek op een boeiende manier in beeld. En zeker voor generaties die de oorlog alleen maar uit verhalen van grootouders en overgrootouders kennen, geeft dit een trefzeker beeld van het dagelijkse leven in WOII.

PS    Reacties en leeservaringen met één van de boeken zijn van harte welkom! En, er komt nog een vervolg.