Categorie: politiek

Nieuwe header

De laatste zaterdag van oktober waren we in de provincie Groningen. Schoonzoon had een afspraak gemaakt bij kunstschilder Gertjan Scholte-Albers. Heerlijk om rond te snuffelen in het atelier van deze schilder. En wat een prachtig werk! We hebben gelijk ons riet-schilderij maar ingewisseld voor een prachtige impressie van Groningse kwelders. Na een heerlijke tussenstop in Garnwerd was er nog genoeg tijd over om op de terugweg ook Westeremden aan te doen. Op de website van museum Helmantel had ik gezien dat ze dit weekend voor het laatst open waren in 2022. Het was er rustig en de Weem was al helemaal gehuld in herfstkleuren.

De Weem gehuld in herfstkleuren

Ik vind het elke keer een belevenis om je te kunnen onderdompelen in de serene uitstraling van Helmantels stillevens en kerkinterieurs. Helaas waren de kinderen minder onder de indruk en hadden al snel gezien dat de schilder Nederlands beroemdste zwemster met haar eveneens beroemde man, aan het rondleiden was. Ondertussen was ik getroffen door het schilderij dat Helmantel had gemaakt naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne. Een prachtig stilleven met daarin de kleuren van de Oekraïense vlag verwerkt. In de museumwinkel werden kaarten  verkocht met een afbeelding van het schilderij. Een mooie gelegenheid om de header van mijn blog aan te passen. Langs de Weespertrekvaart staat nog steeds een protestbord met de blauw-gele vlag. De foto daarvan sierde dit jaar mijn blog, tijd voor verandering. Maar wel met een verwijzing naar de nog steeds durende oorlog in Oekraïne.

Oeigoeren

Vandaag de dag maken we ons druk over de gasprijs. Ook wij wachten met het aanzetten van de verwarming, totdat het niet meer anders kan. Toch staan veel mensen er niet elke dag bij stil dat die hoge prijzen het gevolg zijn van de annexatiedrang van de Russische president. Tegen genoeg  waarschuwingen in hebben we gas en oliecontracten gesloten met Rusland. Eigenlijk zouden we net als Derk Sauer, Poetin wel een mooie bos bloemen willen geven met een fout goedje erop, zodat hij na een minuut of tien het loodje zou leggen. Maar de ‘energiecrises’ (eigenlijk is die er niet, want we hebben nog genoeg), is niet het enige probleem in ons land. Je hoeft maar een keer de A1 te nemen en de omgekeerde vlaggen grijnzen je tegemoet. Even voorbij Barneveld is zelfs een heel weiland ingepakt in het blauw, wit en rood. Daarnaast is er elke week wel weer een opstootje in Den Haag dat contraproductief werkt op het vertrouwen in de politiek. En dan hebben we het nog niet eens over een minister-president die jaren heeft weggekeken van de Groningse aardbevingsproblematiek en bij tijden wel een erg selectief geheugen heeft. Toch leven we in een vrij en democratisch land waar zelfs ‘wappies’ in het parlement hun stem mogen laten horen.

Op de leestafel van de biep vond ik een aantal weken geleden een boekje van Ahmedjan Kasim. Ik had alweer een tijdje geleden een interview met hem gezien op TV. Het boek van deze jonge Oeigoer is een hartverscheurende oproep om niet weg te kijken van wat de Oeigoeren, een volk in Oost-China van minstens 12 miljoen mensen, wordt aangedaan door de Chinese regering. Onderdrukking, marteling, deportatie, ontmenselijking, eigenlijk kun je je het niet voorstellen. Ahmedjan Kasim was vijftien toen hij in Nederland aankwam, het land waar zijn moeder naar toe was gevlucht. Regelmatig, zo vertelt hij,  worden ze bedreigd door de Chinese geheime dienst net als hun familie in Xinjiang. De vader van Ahmedjan Kasim zit waarschijnlijk vast in een werkkamp en de schaarse beelden uit dat soort kampen, spreken voor zich. Het tv-programma Zembla zond afgelopen week een uitgebreide reportage uit over wat er met de Oeigoeren gebeurt. President Xi Jinping heeft een beleid uitgestippeld om deze bevolkingsgroep langzaam te laten verdwijnen, door deportatie, assimilatie, sterilisatie en concentratiekampen. En wie er ook maar iets van durft te zeggen, roept de toorn van de Grote Leider over zich af.

Ondanks alle problemen die er zijn in ons land, zouden we ons ook moeten afvragen hoe we ons moeten verhouden met China, een land dat systematisch een heel volk onderdrukt. De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties stemde twee weken geleden tegen het bespreken van de situatie van de Oeigoeren. Toch had  vijf weken geleden de VN geconcludeerd dat China zich in Xinjiang schuldig heeft gemaakt aan “ernstige mensenrechtenschendingen”. (zie artikel op de NOS site). Het woord genocide werkte als een rode vlag op een stier (hoezo beeldspraak). Zouden we nog meer haarlokken moeten afknippen om onze steun te betuigen? Of moeten we zoveel mogelijk Chinese artikelen uit ons winkelmandje verbannen? Het lezen van Ahmedjan Kasims stemt tot bezinning. Wat doen we zelf? Wat doet onze politieke partij voor de Oeigoeren? Wat doet onze regering om het lot van deze verdrukte minderheid? Ondertussen  vraagt dezelfde regering zich af of ze een afvaardiging naar de WK in Quatar moeten sturen. Tja, olie en gaslevering zou eens in gevaar kunnen komen… De koopman gaat het waarschijnlijk weer verliezen van de dominee. Waarvan akte!

Winnetou

Veel dagbladen pikten het bericht op. Meulenhoff Boekerij zet het uitgeven van de boeken over Winnetou stil vanwege kritiek op de hele foute cliché’s die de schrijver gebruikte (zie onder).  Meerdere dagbladen wijdden er een column aan. Of er bij een van de z.g. praatprogramma’s nog aandacht aan is geven weet ik niet. Het is natuurlijk geen dramatisch nieuws en het wordt al snel overvleugeld door de grote items die op dit moment spelen. Wel lees ik dat de politieke leiders van JA21 en de PVV verbolgen hebben gereageerd. De heren van deze partijen tonen zich geschokt en hebben het over een zieke woke-werkelijkheid. Zij zijn nog van het Indiaantje spelen. Het zijn mijn partijen beslist niet, maar hun protest kan ik wel een beetje meevoelen.
Van de weeromstuit ben ik in mijn eigen boekenkast gaan rommelen. Ik wist dat ik er nog een paar had, meegenomen nadat na het overlijden van mijn moeder alles verdeeld moest worden. Ik vermoed dat de rest van de Karl May serie In de boekenkasten van mijn broers staat. Dat kwam zo. Halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw liep de houthandel van mijn vader als een tierelier. Toen ik een jaar of tien was heb ik nog net leren melken. Op een krukje tussen de warme koeienlijven, emmer tussen de onderbenen en dan de melkslag met je handen te pakken krijgen. Uiervet bij de hand en al melkend wegdromen, misschien wel over Winnetou en Old Shatterhand. Maar als snel kwam daar een eind aan. De melkkoeien werden verkocht en in de winter stonden er toen alleen nog pinken op stal, die werden afgemest. Pinken hoefden niet gemolken  te worden en konden in het voorjaar heerlijk de wei in. Mijn vader had het in de houthandel zo druk dat het echte boerenleven steeds meer naar de achtergrond verdween en er ondertussen flink verdiend werd aan Hollandscheveldse boeren die hun keuterboerderijen gingen updaten. Boeren kregen waterleiding en later werden ze ook aangesloten op aardgas. Ik vermoed dat mijn moeder in die dagen niet te klagen had over het huishoudgeld. Daarnaast hadden we ook nog een forse moestuin; echt een rijk leven.
Op zaterdagmiddag gingen we met ‘va’ vaak boodschappen doen in Hoogeveen. Soms wat boodschappen bij Albert Heijn, maar het was ook een goede gewoonte om dan bij de boekhandel Stoter binnen te lopen (Hoofdstraat 134), naast de winkel van Meppelink (voor kachels en al het andere loodgieterswerk). Vaak mochten we dan een boek uitzoeken en zo zijn er tientallen pockets van Karl May op de Langedijk beland. In een van de deeltjes die ik heb staat dat hij 2,50 gulden heeft gekost.

Zullen Arendsoog en Witte Veder binnenkort ook in de ban gedaan worden?

Het heeft ongetwijfeld mijn horizon verbreed, je leerde er bijvoorbeeld allerlei verschillende Indianenstammen door kennen. Achterop staan vaak kaartjes van de landen en plaatsen waar Karl May zijn verhalen situeerde. Winnetou was een soort supermens, met haast onmenselijke gaven. Het is in de verhalen, ook over de oosterse held Kara Ben Nemsi, steeds goed tegenover kwaad. En uiteindelijk winnen steeds de goeden natuurlijk. Terugkijkend zijn de verhalen meer dan romantisch en behoorlijk moralistisch. Ook zitten er steeds evangeliserende trekken in. May streed in zijn boeken voor gelijkheid tussen de volken. Natuurlijk is er vanuit het perspectief van 2022 van alles op aan te merken, maar het uit de handel nemen is wel heel rigoureus. Karl May had respect voor ‘vreemde’ volken en streed tegen Klu Klux Klan en streed tegen slavenhandel in de Arabische landen.
Een beetje googelen leverde een prachtig artikel op van Godfried Bomans. Bomans schreef in 1963 een mooie analyse over Winnetou en Old Shatterhand en had het ook raar gevonden dat boeken uit een soort protest niet meer uitgegeven worden.

Van de site van de NOS:
De discussie over de houdbaarheid van Winnetou richt zich vooral op de uitgave van twee nieuwe boeken, die ter gelegenheid van die bioscoopfilm werden uitgegeven. Op sociale media werd de uitgever overspoeld met kritiek op de stereotypen in de boekenserie. Naast de twee boeken werden ook een puzzel en stickerboek uit de winkel gehaald. Ravensburger (de Duitse uitgever) zei in een verklaring te erkennen dat met de boeken mensen worden gekwetst. “We zijn tot de conclusie gekomen dat de onderdrukking van de inheemse bevolking geromantiseerd wordt en met veel clichés wordt omgeven.” De uitgeverij zegt zich intensief bezig te houden met thema’s als diversiteit en culturele toe-eigening. Redacteuren zullen hier bij andere uitgaven actiever op letten, belooft het Duitse bedrijf.

Qatar دولة قطر

Wanneer je het boek dwars legt is het de vlag van Qatar

De bibliotheek bij ons in Diemen is gelukkig een onderdeel van de OBA (Openbare Bibliotheek Amsterdam). Dat betekent een zeer divers aanbod en personeel dat de tafel met ‘pas’ verschenen boeken steeds weer aanvult. Opeens zie je boeken liggen die je nog niet zo lang geleden in een recensie tegenkwam. Zo viel mijn oog op het boek van Kees Wieringa, ergens had ik er over gelezen.
Ik nam het boek uit nieuwsgierigheid mee. Ergens was er een herinnering aan een vraaggesprek op de radio met de auteur. Meestal lees ik dan het eerste hoofdstuk en als het niet interessant genoeg is, kan het zo weer terug naar de biep.

Wieringa heeft echter een intrigerend verhaal te vertellen in dit boek. Hij is pianist, organisator en ook museumdirecteur. Nogal gefrustreerd schrijft hij over zijn tijd bij museum Kranenburgh in Bergen (NH). Zijn vertrek daar heeft in ieder geval voor een geweldig boek gezorgd. Want op zoek naar een nieuwe uitdaging solliciteert Wieringa naar de functie van museumdirecteur in Qatar. En je verzint het niet; hij krijgt die baan. Daarom alleen al is het een intrigerend verhaal. Wieringa komt als directeur van het Sheikh Faisal Bin Qassim Al-Thani Museum in Qatar terecht een volstrekt andere wereld, met totaal andere gewoontes en verwachtingen.

Het meest boeiende in dit boek is dat het inzicht geeft in een Arabisch land en cultuur die volstrekt anders is dan de onze. Wieringa tekent hoe dit kleine land politiek is opgebouwd en hoe het zich verhoudt tot zijn  grote buur Saudi-Arabië, Iran en ook Irak. Wanneer in het najaar de wereldkampioenschappen voetbal gaan plaatsvinden in het Golfstaatje Qatar en we op tv zeker beelden krijgen voorgeschoteld van hoge wolkenkrabbers en prachtige voetbalstadions, dan is het verhaal van Wieringa inzicht gevend in de vele schaduwkanten die aan dat evenement kleven. Uitbuiting zit in Qatar ingebakken in het systeem. De bovenlaag van oorspronkelijke bewoners, heeft alles uitbesteed aan managers. Die tweede laag regelt alles in Qatar, heeft wat betreft politiek en bestuur niets in te brengen, maar zorgt er wel voor dat alles reilt en zeilt. Zij zijn ook verantwoordelijk voor alle arbeiders die min of meer als slaven worden gebruikt. Die onderlaag houdt de economie van Qatar draaiende. Zij bouwen, onderhouden, bemensen de winkels, enzovoort, enzovoort. Als buitenlander blijf je altijd een buitenstaander en heb je niets in te brengen.

Ergens in een reclameblokje op de radio hoorde ik een oproep om te gaan adverteren rond het wereldkampioenschappen voetbal. Iedereen die daar serieus over denkt zou eerst het boek van Wieringa moeten lezen. En zij die moeten beslissen of we vloeibaar gas gaan kopen van de Qatarese handelaren moet zich afvragen of dat nu veel beter is dan gas kopen van Poetin.

Een gedeelte van het Sheikh Faisal Bin Qassim Al-Thani Museum

Stroom en oorlog

Het was strakblauw en de monteurs trokken de een na de ander hun shirt uit…

Het is er dan toch van gekomen, ons dak ligt sinds vorige week vol met zonnepanelen. Gemeente Diemen had firma Groenpand voorlichting laten geven over we hoe we op een duurzame manier energie kunnen opwekken. Na een gesprek met deze firma hebben we de knoop doorgehakt. Onze tien panelen kunnen ongeveer evenveel stroom opwekken als dat we per jaar verbruiken aan elektriciteit. Het is een inschatting natuurlijk, dus over een jaar weten we meer. Sommige buren hebben al gereageerd en vinden dat het er strak op ligt. Er liggen twee panelen op de schuur , drie op het platte gedeelte van het dak en de rest op het schuine dak aan de straatzijde. Met de huidige oplopende energieprijzen, mede vanwege de oorlog in Oekraïne, naar ons idee dus een verstandige actie. Deze zonnige week levert dus gelijk flink wat elektriciteit op! Eerstdaags kunnen we op een app precies zien welk paneel het meeste levert en wat per dag de opbrengst is.

Ondertussen gaat de oorlog in Oekraïne gewoon door. Het is immens verschrikkelijk; we staan erbij en kijken ernaar. Op Faassens stukje grond aan de Molenkade wappert nog steeds de blauw-gele vlag van Oekraïne. En aan het hek zijn twee stokken vastgemaakt met een strook blauw en geel. Voorlopig gebruik ik dat plaatje als header boven mijn blog. Nu even geen Bach, Helmantel of boekenkast. Op het bord dat aan het hek is vastgemaakt staat een open brief aan de dochter van Putin (Faassen was of is getrouwd met Maria Putin). De schrijver appelleert aan haar dochter zijn. De woorden van Solzjenitsyn zijn geen dichtregels trouwens, maar het is een citaat: “De scheidslijn tussen goed en kwaad loopt door het hart van ieder mens“. De brief eindigt met een oproep aan Maria de dochter van Putin: “Gebruik alsjeblieft je hart om het zijne te bereiken om dit zinloze geweld te stoppen. We smeken je, Maria.”       #avemariaputin

Oekraïne en gemeenteraadsverkiezingen

De Oekraïense vlag op een stuk grond aan de Molenkade in Amsterdam, dat eigendom is van de schoonzoon van president Vladimir Poetin. De zakenman kocht de kavel in 2019 en zou er een aantal bedrijfspanden willen bouwen. Beeld Remko de Waal / ANP

Regelmatig lopen we ‘een rondje Deudekom’. Een typisch taalgebruik in ons gezin, onze oudste dochter liep het regelmatig toen ze op de middelbare school zat en introduceerde geloof ik deze term. We gebruiken ‘een rondje Deudekom’ nog steeds als we vanaf de Vlasdonk naar de Industrieweg (zijn we opeens in de gemeente Ouder-Amstel) wandelen en aan het eind richting de Molenkade lopen. Op het industrieterrein is verhuis en transportbedrijf Deudekom het grootst, vandaar de benaming. Wanneer we de op de Molenkade zijn aangeland lopen we langs de Weespertrekvaart, het verbindingskanaal tussen de Amstel en het Amsterdam-Rijnkanaal. Regelmatig komen er binnenvaartschepen en met mooier weer veel pleziervaart, voorbij. De Molenkade is een wat raar stukje Duivendrecht, wat kleine bedrijven en ook woonhuizen. Na nummer 26, redelijk aan het begin, is er zolang wij ‘een rondje Deudekom’ lopen een braakliggend terrein. We hebben wel eens gefilosofeerd over wat je daar zou kunnen realiseren. Een mooi uitzicht op de passerende scheepvaart, maar aan de overkant kijk je dan wel tegen het dijklichaam van de Ring A10-Oost. Niet echt heel fraai.
Twee weken terug was dit stukje grond opeens landelijk nieuws in verband met de inval van Rusland  in Oekraïne. Zelfs op het zonnige eiland waar we op vakantie waren drong het nieuws via het wereldwijde web door. De Molenkade in opspraak. De landelijke dagbladen schreven erover en een ANP fotograaf schoot een prachtige plaatje. Een verlaten stuk grond, waar zelfs geen schaap wil grazen, is opeens getooid met de Oekraïense vlag. Inmiddels staat er ook een bord met een gedicht van de Russische Nobelprijswinnaar Aleksandr Solzjenitsyn (1918-2008). Een stil en ook klein protest tegen de eigenaar van dit stuk grond Jorrit Faassen. Van hem wordt gezegd dat hij de schoonzoon van Poetin is of was. Gemeente Ouder-Amstel wil niet meer met deze belegger onderhandelen over bebouwing. Wat als Poetin trouwens Oekraïne niet was binnen gevallen? Dan had er waarschinlijk geen haan naar gekraaid.
Een klein stukje grond, wordt zomaar landelijk nieuws en wij liepen er meestal gedachteloos aan voorbij tijdens ons ‘rondje Deudekom’. De komende weken zal de blauw gele vlag er wel blijven staan en herinnert de voorbijgangers aan een verschrikkelijke en onmogelijke oorlog.

Gelukkig konden wij vandaag onze vrijheid vieren door naar de stembus te gaan. Ook de Oosterparkkerk was vandaag een locatie om te stemmen. En terwijl in de nieuwe aanbouw de keuken werd  geïnstalleerd stond er op de stoep een rijtje wachtenden met hun stempas in de aanslag. Maar zullen de partijen worden afgerekend op hun landelijke standpunten? Zullen er nu minder mensen stemmen op partijen die heulden met de Russische leider? Zullen er minder mensen stemmen op partijen die meer en meer wilden bezuinigen op defensie en die niets wilden weten van de 2% NAVO contributie?
Of gaan de stemmers voorbij aan landelijke thema’s en gaan ze echt voor gemeentepolitiek? We zullen zien en hopen ondertussen dat de CU in Amsterdam zijn ene zetel vasthoudt. In Diemen konden we helaas niet stemmen op de CU en moesten uitwijken naar een partij die het ook goed voor heeft met ons dorp.

Polititiek anno 2022

Het laatste nummer van het ChristenUnie Magazine is nogal Amsterdams gekleurd. De omslag is deze maand bezaaid met meer dan 200 kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen, die halverwege maart worden gehouden. Her en der herken ik Amsterdamse kandidaten. Het eerste grote artikel ‘De Reünie’ gaat over de kandidaten Hélène, Maaike en Bas. Zij zaten in 1985 als beginnende tieners in klas 4 op de dr. M.B. van ’t Veerschool  in Amsterdam-Slotermeer. Het was nog net in de tijd van de lagere school denk ik, want in hetzelfde jaar werd de bassischool ingevoerd, maar dat was na de zomervakantie. In hetzelfde CU Magazine komt trouwens ook nog de Amsterdamse kandidaat Hadassa aan het woord.
Hélène en Maaike kwamen met de schoolbus vanuit Zaanstad en Bas kwam uit Zandvoort. De v.’t. Veerschool (nu GBS Veerkracht) was toen een gereformeerde streekschool, er kwamen bussen uit de Haarlemmermeer, de Zaanstreek, de IJmond en Haarlem. De organisatie van al dat busvervoer was een heel gedoe en in de verschillende gemeenten rond Amsterdam een gevoelig punt. De vader van  Hélène speelde daarin een cruciale rol, hij voerde rechtszaken tot aan de Hoge Raad over recht op vergoeding; politiek bewustzijn werd haar in ieder geval met de paplepel ingegoten. Ook bij Bas en Maaike hoorde politiek gewoon bij het leven en hun opvoeding.  Zelf was ik op de middelbare school al geïnteresseerd geraakt in politiek. In Hoogeveen was een GPJC, de jeugdafdeling van het GPV, waar driftig werd gediscussieerd en verschillende politieke onderwerpen werden bestudeerd vanuit de beginselen van ‘gereformeerde’ staatkunde. We zochten bijvoorbeeld contact met een jongerenorganisatie van de Zuid-Molukkers om meer te weten te komen over hun gedachtengoed. Dat was in de tijd van de treinkapingen bij Wijster en later bij De Punt en de schoolgijzeling in Bovensmilde.

Toen ik begon als jong onderwijzer in Amsterdam, werd ik lid van de GPJC in Zaanstad, diepzinnige politieke gesprekken  met Piet Mars en Arie Blok waren vormend. Eenmaal in Amsterdam (juni 1980) werd het toch de volwassen tak, het GPV. En hoe het liep, liep het, in het voorjaar van1982 moest er een lijsttrekker worden aangewezen, gekozen, voor de gemeenteraadsverkiezingen. Bij gebrek aan beter stond opeens meester Wimmenhove op nummer 1. Dat werd stencilen, tot in de late uurtjes. En bij broeder van Driel meehelpen om op de oranje GPV-posters de naam van de lijsttrekker te zeefdrukken. Zo verscheen er in de Hofmeyrstraat een oranje plakkaat hangend aan de verhuishaak. Veertig jaar geleden werd het GPV niet echt serieus genomen. Zo nu en dan mocht ik een middag vrij van school, om mee te doen aan een politieke discussie. Ik kan me nog herinneren dat een oude meneer in een nogal ‘rood’ bejaardentehuis in Amsterdam-Noord vond dat ik uit het panel moest, een uitgesproken christen werd niet gewaardeerd. Op de politieke markt op het Beursplein hadden we een kraampje. Na afloop kwamen we in gesprek met de broeders van het CDA, zij deden voor het eerst in deze vorm aan de gemeenteraadsverkiezingen mee. Wethouder Heerma bood het GPV een plaats aan op de lijst bij de volgende verkiezingen. In 1982 haalde het CDA nog 7 zetels en Enneüs Heerma werd opnieuw wethouder en ook locoburgemeester. Van een samenwerking is het nooit gekomen.  Nu hebben ze net als de CU een zetel. Voor mijzelf was het een leerzame periode, waarin ik trouwens ook leerde om vieze luiers te verschonen.

specimen

Inmiddels is het GPV verleden tijd en opgegaan samen met de RPF in de ChristenUnie. Sinds vier jaar zit deze partij in de gemeenteraad, mede dankzij vele stemmers met een niet-Nederlandse achtergrond. Don Ceder heeft de eerste drie jaren uitstekend werk gedaan en nu hij in de Tweede Kamer zit heeft Tjitske Kuiper zijn werk overgenomen. Wanneer het 16 maart lukt om weer genoeg stemmen te verzamelen zal Gerjan van den Heuvel haar werk voortzetten. Er wordt flink campagne gevoerd en Amsterdamse lezers roep ik hierbij op om in ieder geval de Amsterdamse Stemwijzer in te vullen en dan te bedenken welke partij er echt opkomt voor de zwakkeren in onze hoofdstad. Het samenstellen van de lijst was trouwens een hele klus. Mannen, vrouwen, diversiteit en kerkelijke achtergronden; puzzelen! En ook uiteindelijk alle stukken inleveren bij bureau Verkiezingen was nogal een gedoe. In de regels stond dat van een identiteitskaart zowel de voor en achterkant moesten worden gekopieerd en ingeleverd. Bij een ID kaart staat het BSN-nummer achterop de kaart, dus logisch om die ook te kopiëren. Maar bij een paspoort staat het BSN-nummer ook voorop, vandaar dat nogal wat kandidaten alleen de voorkant hadden opgestuurd. Helaas waren de ambtenaren niet te overtuigen dat een kopie van de achterkant niets toevoegt. Gelukkig waren de meeste kandidaten bereid om snel ook een kopie-achterkant op te sturen. Ik vond het wel een goed voorbeeld van doorgeslagen ambtenarij. En dat laatste is iets waar ook de ChristenUnie een punt van maakt!

SCHOOLMEESTER IN DE POLITIEK   (tekst van het katern in het CU Magazine)
Opgegroeid met knapen en jeugdvereniging werd ik min of meer automatisch lid van de jongerenafdeling van het GPV, de GPJC. Toen ik in 1978 ging werken aan de gereformeerde lagere school in Amsterdam-West kon ik het dan ook niet laten om de klassen die ik les gaf ook politiek bewustzijn bij te brengen. Elke keer wanneer er verkiezingen in het land waren, besteedden we daar uitgebreid aandacht aan. Een beetje staatsinrichting en elke keer de leerlingen bewust maken van hun rechten. “Laat je stem horen!”, ik heb het vele klassen ingeprent. Het is mooi om te zien dat verschillende leerlingen echt actief zijn geworden in de politiek. Mijn idee is dat veel leerlingen het ook thuis met de paplepel kregen ingegoten en de school was daarin zeker een
verlengstuk. Politieke bewustwording was gewoon een onderdeel van mijn lespakket.

English Pastoral: An Inheritance

De EO kwam met een bijzondere tv-serie over de GreenDeal; Europa moet in 2050 klimaatneutraal zijn. De grote vraag is natuurlijk of dat gaat lukken. In de aflevering van afgelopen zaterdag (EO – De Oude Wereld) ging het over voedsel. Ontdekker, journalist en interviewer Kefah Allush startte in Zuid-Spanje en via midden Frankrijk kwam hij terecht in de Elzas. In de Spaanse provincie Murcia sprak hij met een boer over de droogte en de verwoestijning, maar ook met een jong boerenechtpaar dat het roer had omgegooid en zich bezighoudt met regeneratieve landbouw  (volgens het www; een productiemethode waarbij natuurlijke hulpbronnen worden versterkt in plaats van uitgeput. De methode richt zich vooral op verbetering van de bodemkwaliteit.) Het zorgde in ieder geval weer voor groene velden, want volgens de zwangere boerin Yanniek was de verwoestijning van grote lappen landbouwgrond voor het grootste deel te danken aan de intensieve landbouw. Te vaak en te veel ploegen en het vele gebruik van bestrijdingsmiddelen hebben de bovenste laag, ooit vruchtbare grond, uitgeput en uitgedroogd. Kefah’s laatste bezoek in deze aflevering bracht hem in de Elzas, in het dorp Ungersheim. Daar was onder leiding van de burgermeester een dorpsmoestuin aangelegd. Alle benodigde groente en fruit voor de inwoners werd op deze manier binnen een straal van een paar kilometer verbouwd; al helemaal voorgesorteerd op 2050!
Van de ‘leespiet’ had ik in december ‘Boerenleven’ van James Rebanks cadeau gekregen. Nadat ik het boek voor de leesclub uit had, heb ik het van de ‘nog te lezen’ stapel gepakt. Beslist geen verkeerde keus, want ik heb het in één ruk uitgelezen. En het bijzondere is dat het precies gaat over waar Kefah Allush in zijn DOW aflevering aandacht aan gaf. Eigenlijk had Allush alleen maar in het Noord-Engelse Lake District op bezoek moeten gaan bij boer-schaapherder Edwards. James Rebanks had in 2015 al een bestseller geschreven over zijn leven als boer-schaapherder. En in Pastorale legt hij uit waarom hij inmiddels ook een aanhanger is van de ‘regeneratieve landbouw’, ook al gebruikt hij die term nergens.
Even tussendoor, mijn exemplaar met de prachtige foto met een wagen vol hooi, heeft een totaal misplaatste titel. Waarschijnlijk probeert de uitgever de kopers te verleiden door een nieuwe titel op een eerder verschenen boek te zetten, maar de oorspronkelijke titel uit 2020 ‘English Pastoral: An Inheritance’ was gewoon uitstekend vertaald (Pastorale – een nalatenschap van een herder). Ook de omslagfoto van die uitgave is vele malen beter dan de vooroorlogse hooiwagen. De ontwerper daarvan is een Vlaming, Herman Houbrechts. Geen idee waar de foto gemaakt is, maar het is beslist geen Lake District, maar zo te zien vlak Vlaams of Nederlands boerenland. Daarnaast heeft ook de ondertitel een behoorlijke wending genomen. Wie komt toch op het idee van dit soort verdraaiingen? Dit is naar mijn idee juist iets waartegen Rebanks zich in zijn boek keert!

Herdwicks in de winter. Een plaat van de Rebanks Calender 2021.

James Rebanks schrijft boeiend, over zijn jeugd waarin hij door zijn opa min of meer wordt opgeleid tot boer. Opa brengt hem liefde bij voor schapen, koeien, paarden en de verschillende soorten gras en graan, maar ook voor vogels, insecten en wat er maar leeft rond de boerderij. Maar het is hard werken en wanneer de boeren niet ‘met hun tijd meegaan’, is er nauwelijks droog brood te verdienen. James keert het boerderijleven dan ook de rug toe en gaat studeren in Oxford. Toch keert hij uiteindelijk terug om de boerderij van zijn opa over te nemen en stap voor stap zo in te richten dat er weer diversiteit ontstaat aan planten, bloemen en grassen. Ondanks eerdere aarzelingen gaat hij op stap met natuurbeschermers, ecologen en biologen en leert zodoende nog veel meer over het aan hem toevertrouwde land. Het riviertje dat over zijn land loopt krijgt weer zijn oorspronkelijk kronkelige loop. Kunstmest en bestrijdingsmiddelen worden stap voor stap verbannen. En waar andere boeren eerst meewarig nar Rebanks kijken, gaan er steeds meer collega’s meedoen om een gelukkigere boer te worden.
Op een dag worden er metingen gedaan op zijn bedrijf. “Onlangs werden we gecontroleerd op CO², en bleken we meer CO² op te slaan dan te gebruiken of uit te stoten, en ik denk dat we nog veel meer kunnen opslaan.” (pg 240) Dat laatste is natuurlijk een geweldige opsteker, als het bij één boer kan, kan het bij heel veel boeren, ook in ons land. De veranderingen gaan niet zonder slag of stoot, het kost vaak een heleboel inspanning, soms zijn er tegenslagen. Maar Rebanks beseft ook dat hij met de ‘regeneratieve’ manier van werken, de aarde voor de toekomst behoudt. In het middelste gedeelte van zijn boek gaat het over wat de gevolgen zijn van schaalvergroting, ruilverkaveling en het vele gebruik van pesticiden en kunstmest. De boerderijen worden groter en groter, de machines moderner en moderner. Maar Rebanks laat ook zien dat een boer op een supersonische tractor (zoals wij ze kennen van de laatste boerenprotesten op het Malieveld) in zijn afgesloten cabine met muziek op zijn koptelefoon, geen tijd heeft om een broedende weidevogel te sparen, als hij deze al ziet. De getekende wulp voorop de Engelse uitgave is wat dat betreft symbolisch.

Rebanks boek deed mij denken aan de kippen, varkens en koeien bij ons thuis op het boerderijtje tussen Hoogeveen en Hollandscheveld. Mijn vader was een keuterboer en ons gezin kon niet bestaan van de opbrengsten van het boerenbedrijf. Niet lang na de oorlog ging mijn vader er daarom bij loonwerken. Hij was een van de eerste keuterboeren met paarden en de daarbij behorende machines. Een machine met een maaibalk, een hooischudder en een ploeg. Ik leerde melken toen ik een jaar of tien oud was, gewoon met je handen, op een krukje tegen de warme buik van een koe gedrukt. We hadden toen nog zo’n vijftien koeien op stal. Maar eind jaren zestig van de vorige eeuw waren melkkoeien niet meer te combineren met het bedrijf in hout en bouwmaterialen dat was voortgekomen uit het loonwerken. In de winter hadden we nog wat pinken op stal, die in het voorjaar weer lekker de wei in konden. Het melken was te arbeidsintensief geworden. Ruim vijftig jaar later zijn er in Zuid-Drenthe nauwelijks keuterboeren meer en de boeren die er nog zijn hebben heel veel bij de bank moeten lenen. Paralellen genoeg met noordwest Engeland

Rebanks boek is goede literatuur, er staan prachtige natuurbeschrijvingen in, maar ook zijn gezinsleven en het generatieconflict met zijn ouders komen voorbij. De liefde voor het boerenbestaan steekt Rebanks niet onder stoelen of banken. Ondertussen geeft het inzicht in de huidige problemen van de landbouw, grootschaligheid, te grote leningen en daardoor heel veel stress. Dit boek moet verplichte kost zijn voor boeren en burgers die zich betrokken weten bij het platteland. Het moet verplichte kost zijn voor politici, beleidsmakers en natuurbeschermers. En de lezer gaat hopelijk nadenken over waar zijn brood, groenten, fruit en vlees  vandaan komt.
Op Youtube zijn verschillende fulmpjes te vinden over het James Rebanks (zijn boerderij staat bij  Matterdale in Cumbria) in het Lake District. Over het Nationaal Park zijn meerdere video’s te vinden. (Author James Rebanks on new book “Pastoral Song” and farming today)
En nog eentje: Rebanks met Landrover  

slavernij

Deze week hoorde ik een vraaggesprek op Radio 1; ‘oorspronkelijke bewoners van Suriname’ eisen óók excuses. Immers ook zij hebben te lijden gehad van Europese kolonisten die hun land tot een wingewest probeerden te maken. Zo op het eerste gezicht logisch. Wanneer een stad als Amsterdam heel nederig excuses maakt voor wat zij in het verleden verkeerd hebben gedaan met betrekking tot de slavenhandel, is het niet zo gek dat ook andere groepen aanspraak maken op excuses voor wat hun voorouders is aangedaan. Zoals aan Aboriginals in Australië en de Noord-Amerikaanse Indianen excuses gemaakt worden, kan dat ook aan de Indianen (als je hen beschouwd als oorspronkelijke bewoners) die indertijd in Suriname woonden. Ze werden verdreven door de eerste kolonisten en uitgebuit en later nog verder verdreven door onder andere gevluchte slaven. Mensonterend en ook na eeuwen, niet  goed te praten.

Afgelopen weekend had ik juist het intrigerende boekje van emeritus hoogleraar Piet Emmer uitgelezen.  Een paar maanden terug had ik een vraaggesprek met hem gehoord op de radio. Hij legde daarin uit waarom hij naast het standaardwerk “Geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel” (ruim 300 pagina’s), opnieuw een boek over slavernij heeft geschreven. Emmer was lange tijd hoogleraar in Leiden en is volgens Wikipedia een specialist op het gebied van slavernij en immigratie. Met zijn uitlatingen en publicaties heeft hij trouwens ook verschillende keren de toorn van ‘activisten op slavernijgebied’ over zich afgeroepen. In een artikel van De Groene Amsterdammer vindt je deze discussie terug (website De Groene). Zijn relativerende opmerkingen over aantallen en de behandeling van slaven, vielen niet altijd in goede aarde. En nu er de laatste jaren er gelukkig steeds meer aandacht voor dit onderwerp is, worden er volgens Emmer ook veel onjuistheden rondgestrooid. Hij heeft kritiek op wetenschappers die zonder goede bewijzen iets poneren, kritiek op de ‘Canon voor het onderwijs’ en ook kritiek op makers van tv-programma’s en tentoonstellingen. Tijd dus om opnieuw zijn stem te laten horen. Ditmaal in een overzichtelijk en niet al te dik boek, met de woorden ‘in een notendop’ als toevoeging. Het leest gemakkelijk en geeft een goed overzicht van wat de rol van Nederland was in de Atlantische slavenhandel. Nederland was immers niet het enige land dat slaven kocht op de westkust van Afrika en transporteerde naar de Nieuwe Wereld. Emmer legt kort en bondig uit waarom slaven werden ingezet als arbeidskracht, hoe wijdverbreid en oud deze misstand al is en hoe en waarom men deze slaven kon kopen in Afrika. Bij dat laatste onderwerp vertelt de auteur hoe het zat met de Arabische en Afrikaanse slavenhandel en hoe voorwaardelijk deze was voor de Europese slavenhandel. Emmer praat niets goed, uit op meerdere plaatsen zijn afschuw over wat er tussen 1500 en 1850 is gedaan door meerdere Europese landen. Maar hij probeert ook bij de feiten te blijven en duidelijk te maken hoe Afrikaanse stammen slaven maakten en verkochten aan Arabieren en later aan Europeanen. Dat laatste wordt door een aantal deelnemers in het huidige debat over slavernij liever niet genoemd. Emmer verwijst daarbij verschillende keren naar een uitstekende website over de slavenhandel: slavevoyages.org. Mijn persoonlijk gevoel na het lezen van ‘De geschiedenis van de slavernij in een notendop’ is dat het een genuanceerd beeld geeft van vele, vele zwarte bladzijden uit onze vaderlandse geschiedenis.
In een recensie las ik dat het lezen van dit boek net zo veel tijd kost als het bekijken van de op dit moment lopende tentoonstelling in het Rijksmuseum over Slavernij. Die tentoonstelling heb ik nog tegoed, maar het lezen van dit boekje was waarschijnlijk minstens zo leerzaam.
Politici, leraren, onderwijzers, talkshow-presentatoren, journalisten en alle verdere geïnteresseerden in geschiedenis; lees dit boek. Je hoeft het niet in alles eens te zijn met wat Emmer aan zijn meningen te berde brengt, maar wat binnen en buitenlandse wetenschappers hebben uitgeplozen en door hem zorgvuldig is bestudeerd en ook onderzocht, het is te belangrijk om ongelezen te laten. Het verruimt je blik op de discussie en herinnerde mij weer aan de beroemde uitspraak van Bilderdijk: ‘In ’t verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal’.

Voetbalstadion in Qatar, slavenarbeid?

En excuses en schuldgevoel over deze bladzijde van ons verleden? Emmer is er vrij duidelijk over, doe het dan bijvoorbeeld ook voor kinderarbeid in de veenkoloniën of de foute behandeling van homoseksuelen of de discriminatie van Joden de eeuwen door. Dus excuses voor de oorspronkelijke bewoners van Suriname? Ik denk dat dan het einde zoek is en wat schiet je er mee op. Erken dat er door onze voorouders veel, heel veel verkeerd is gedaan. En ondanks het feit dat Nederland vandaag de dag een zeer welvarend land is met een hoog geluksgevoel, worden er aan de lopende band nog misstanden in stand gehouden. Denk aan de toeslagenaffaire, of de schadeloosstelling van slachtoffers van de aardbevingen in Groningen. Maar besef ook wat voor leed en schuld er op dit moment is en ook zal ontstaan in Afghanistan, mede door toedoen van onze Nederlandse politici en daarin impliciet ook de kiezers die ministers aan hun macht hielpen. En hoe fout slavernij in het verleden ook is geweest, slavernij bestaat anno 2021 nog steeds. Denk aan Oeigoeren in Chinese werkkampen, denk aan onderbetaalde werknemers in erbarmelijke omstandigheden in de kledingindustrie. Denk ook aan al die moderne slaven en slavinnen die de rijke Arabieren er op na houden. We laden met elkaar dus nog steeds schuld op ons en kunnen ‘excuses’ beter omzetten in ‘strijden voor een samenleving zonder slavernij’.

stemadvies

Sander Schimmelpenninck schrijft vandaag in de Volkskrant: “Koning hield niet alleen Baudet een spiegel voor: in Nederland kun je maar beter gezellig doen dan principes hebben.” Deze laatste zin van een artikel waarin Schimmelpenninck een terechte analyse geeft van de verkiezingscampagne 2021, slaat de spijker op z’n kop. “De cabaretier hield bij Jinek FvD-leider Thierry Baudet, en eigenlijk het hele land, een ongenadige spiegel voor, door hem te confronteren met zijn eigen, verdorven logica. Het was tergend ongemakkelijk en niet grappig bovendien, maar daarmee wél een tamelijk briljante manier om het ware gezicht te tonen van een politicus die zijn eigen waanzin altijd weglacht. Wanneer een politicus de clown is, hoef je van de clown geen humor te verwachten.” Baudet stapte boos op, niemand stak zijn been uit (zie blog april 2016), en de commerciële omroep bood nederig excuses aan. Te gek voor woorden dat laatste. Het geeft wel aan hoe op dit moment de campagne verloopt en de politieke leiders daarin meehobbelen. Een enkeling uitgezonderd.

Een paar dagen liep ik met het idee rond om te bloggen over de komende verkiezingen en daar een stemadvies van te maken. Die 30 lezers van mijn blog zou ik toch nog wel een beetje moeten kunnen beïnvloeden toch? Zo komt in gesprekken met onze buren soms ook de politiek ter sprake. Ik poog dan toch steeds een beetje deze potentiele kiezers een beetje te overtuigen van mijn redelijke keus. Twee buren heb ik inmiddels over weten te halen straks het hokje rood te maken bij wat ‘echt telt’.
Mijn idee was een lijst van tien, misschien twaalf, punten op te stellen van zaken waarvan ik vind dat de partij aan moet voldoen om mijn stem te krijgen. Ik dacht aan meer geld voor de cultuur en veel meer aandacht voor onrecht buiten onze grenzen. Natuurlijk ben ik er voor om het onrecht binnen onze landsgrenzen ook aan te pakken, maar daar gaat het al heel veel over, denk aan de ’toeslagenaffaire’ bijvoorbeeld. Waarom zo weinig aandacht voor de misstanden in Dubai, voor de vernietiging van de Oeigoeren in China en de verdreven Rohingya’s uit Myanmar? Waarom niet in elk debat de vraag wat we aan moeten met de misstanden op Lesbos en andere Griekse eilanden?  Ik wil ook graag aandacht geven aan het terugdringen van de uitwassen in de landbouw, geen productie meer van goedkoop vlees, stop de import van soja en stop ook met de import van palmolie; zodat de kap van oerwoud gestopt kan worden in Brazilië en Indonesië. Kortom; veel meer aandacht voor het milieu. Aan tien punten zou ik niet genoeg hebben, pagina’s vol zou ik kunnen bloggen en wat zou dat nog toevoegen in deze laatste dagen voor de 17e maart ?


Vier jaar geleden waren we ten tijde van de verkiezingen buitenshuis in warmere oorden. (zie mijn blog daarover) Ik schreef toen over het boekje van David Van Reybrouck ‘Tegen de verkiezingen’. Mijn mening daarover is de afgelopen periode niet veranderd. Van Reybrouck heeft gelijk. Gisteravond was hij te zien in het zeer informatieve VPRO programma Tegenlicht ‘De weerbare democratie’. Van Reybrouck zette voor de zoveelste keer nog maar eens uiteen waarom het politiek bestel uit balans is. Hij doet dezelfde constateringen als Sander Schimmelpenninck in de Volkskrant. En waar Schimmelpenninck constateert, komt van Reybrouck met oplossingen. Zijn belangrijkste advies is, ga in gesprek met de burger. Nogmaals pleit hij voor het instellen van burgerraden. Gelukkig liet Tegenlicht ook een voorbeeld zien dat een burgerraad goed kan functioneren. In het Duitssprekende deel van België wordt er  inmiddels mee gewerkt en de resultaten zijn positief. De Belgische schrijver is duidelijk; het systeem zoals we nu hanteren is uiteindelijk gedoemd te mislukken. Grote groepen kiezers komen niet aan bod, denk aan alle stemmers op de PVV en FvD, wat je ook van deze partijen mag vinden. Grote groepen mensen zijn teleurgesteld in ‘de kliek van Den Haag’ en voelen zich ook helemaal niet vertegenwoordigd. Hoogleraar Mark Bovens gaf dat ook aan, de huidige kandidaten zijn niet representatief voor de bevolking. Hij zei het zo: ‘Stel je voor dat 70 procent van de kiezers vrouw zou zijn en maar 7 procent van de Tweede Kamerleden. Dan zou het huis te klein zijn. Maar dat is wel wat we nu hebben met opleidingsgroepen.’
Dus wat mijn tien of twaalf punten ook zijn om mijn keus te bepalen, bovenaan staat ‘de burgerraad’. Niet dat ik denk dat ‘de burgerraad’ zaligmakend is, maar in het huidige bestel zit wel heel veel scheef. Een stemadvies is dus nog niet zo gemakkelijk, maar nadat ik Schimmelpenninck had gelezen, vond ik wel dat hij mijn partij te kort deed, die heeft juist heel duidelijk principes en schaamt zich daarvoor niet. Dat was bij theoloog Verheij ook zo, hij noemt geen partijen, maar geeft wel aan dat hij flink links stemt. Wanneer je echter kiest voor wat echt telt, denk aan vluchtelingen of aan kringlooplandbouw, of aan marktwerking in de zorg, dan hoef je niet perse links of rechts te stemmen. Om heel eerlijk te zijn zou ik graag willen stemmen op iemand die de sterke kanten van Obama, van van Reybrouck, maar ook van Gert-Jan Segers in zich verenigd. Veel succes woensdag.

Don Ceder – nummer 4 op de kandidatenlijst van de CU, nu nog gemeenteraadslid in Amsterdam