Seponeren…. | In memoriam Harm 1982 – 2016 (53)

Parool 2 mei 2017; Harm was 1 van de 629 verkeersdoden in 2016

Gisteren was een drukke en achteraf gezien ook weer heftige dag. Coos ging weer starten in een kraamgezin, deze keer (‘speciaal gezin’) in Amersfoort. Ik moest voor de eerste keer beginnen met mijn vrijwilligersbaantje in Zeist bij het CBB (Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden). Dus via Amersfoort naar Zeist en op de terugweg dezelfde route. Omdat Coos nog niet klaar was kon ik even bijkomen van de eerste keer inlezen van een boek. Vorige week kreeg ik mijn eerste titel aangereikt; “Uit de tijd”. Een nogal toepasselijke titel, maar daar heb ik Anne-Marie maar niet mee vermoeid. De schrijver zegt trouwens in de proloog dat het niet gaat om het dialect ‘uut de tied’, waarbij het dan om de dood zou gaan.  Thuis gekomen hebben we snel de fiets gepakt, op naar het IJdock; het Paleis van Justitie. Eenmaal binnen verbazen we ons over alle megalomane marmer, alleen het plafond is niet van steen. We worden meegenomen naar de ‘slachtofferruimte’, die, hoe bizar, een vrij kale zaal in de kelder is, zonder marmer. De beveiliging moet er voor zorgen dat alle deuren van slot zijn. Afwachtend, we moeten zelf ons water inschenken, scharen we ons als familie aan de ene kant van een lange tafel, tegenover ons zit de Officier van Justitie P.V. (mooie afkorting toch?). Na een vraag van hem hoe de familierelaties zijn aan de overkant, steekt hij van wal.

We hebben er maanden naar uitgekeken en nadat we het proces-verbaal hadden bestudeerd, ook veel over gepraat. Na ruim zeven en een halve maand zitten we dan eindelijk bij het Openbaar Ministerie aan tafel. Wat kunnen we verwachten? Kennissen bij de politie verschillen er over van mening. De één denkt dat de agent vrij uit gaat, maar de ander geeft er de term ‘dood door schuld’ aan. En ook wij hebben ons de vraag gesteld wat we er mee op schieten, als de agent voor de rechter moet verschijnen. Is het niet mooi en ook christelijk, zei laatst een lieve broeder, dat je gewoon tegen de officier zegt dat je het hem vergeeft? Hij heeft toch ook zijn straf al… ? Ik wierp tegen dat er toch ook een rechter over moet oordelen. Het is immers niet niks, je zoon, je broer, je liefste vriend is doodgereden. Ik wil best vergeven, maar……..

De Officier steekt van wal, het proces verbaal open voor zich op tafel. Naast hem schrijft de secretaris alles nauwgezet op. De heer V. begint met uiteen te zetten dat volgens hem de agent niet harder dan 50 op de Nassaukade had mogen rijden. Ook al beroep je je op de brancherichtlijnen, nee, de situatie vroeg er niet om en niet aan alle voorwaarden voor harder rijden door een politievoertuig, werd voldaan. Agent A. had niet harder dan 50 mogen rijden.
Maar Harm had voorrang moeten verlenen aan een passerende auto, ook al reed die op dat moment bijna 85 km/u. Je kunt verwachten dat op een stille Nassaukade, zeker na twaalven, auto’s sowieso 60 à 65 gaan rijden. De kade is breed en nodigt uit tot flink rijden; “dat zou u waarschijnlijk ook gedaan hebben!?” Hier en daar gaf de officier zelf aan dat empathie niet zijn sterkste kant was, “een karakterfout”, gaf hij eerlijk toe. Daarnaast had Harm geen licht op zijn fiets en minstens 3 à 4 alcoholische versnaperingen genuttigd volgens de analyse. Harm is daardoor misschien ook wat ‘lichtzinnig’ geweest in zijn gedrag.
Met al die feiten moet de Officier vervolgens aan de gang en het wegen. Volgens Officier V. was de overtreding van agent A. niet van het hoogste niveau. Het was niet te duiden als ‘aanmerkelijk onvoorzichtig’, om maar in juridische termen te blijven. En er hadden dan ook twee overtredingen moeten zijn gepleegd. Wat dan overblijft is een overtreding van de snelheid en dat zou bij de Kantonrechter kunnen worden aangebracht. In die zin is op dat moment agent A. een gewone Nederlander, maar als agent had hij wel een goede reden om snel bij de plaats des onheils te zijn (een vermeende insluiping bij een in aanbouw zijnde kledingwinkel aan het Damrak). “Formeel reed hij veel te hard, maar hij had de pech dat er een fietser komt aanrijden en oversteekt.” Juridisch gezien ligt, volgens de Officier dus, zeker ook veel schuld bij Harm.
De Officier geeft aan dat hij mensen wil vervolgen die bewust fouten begaan, maar dat is hier niet het geval. Een gang naar de kantonrechter lijkt de officier niet zinvol, dat levert te weinig op, daarom is het het voorstel: seponeren. Dat laatste houdt in, dat het Openbaar Ministerie niet gaat vervolgen.

Wanneer we het er niet mee eens zijn kunnen we nog de zogenaamde artikel 12 procedure gaan volgen. Dan kunnen we als familie een klacht indienen bij het OM en moet het Hof (gerechtshof aan de Prinsengracht) beslissen, of ze er alsnog, wel of niet een zaak van maken. Bij een kop koffie en een glas bier hebben we nog flink wat zitten nakaarten. Moeten we er verder nog iets mee? Wat kost ons dat emotioneel? Hebben we daar zin in? Gaan we nog meerdere advocaten consulteren? De komende weken laten we het allemaal rustig bezinken. Met wat we ook doen, Harm komt er, krijgen we er niet mee terug. Natuurlijk zitten we nog met heel vragen, over gerechtigheid, over de schuldvraag, kom je er als bestuurder mee weg, moet hij toch een flinke boete… ?

Dit soort overdenkingen en ook zo’n bijeenkomst, dat hakt er in. Natuurlijk gaat het leven hier gewoon door, maar nog dagelijks staan we op met herinneringen aan Harm en gaan we er ook mee naar bed. En ook Iris, onze dochters en hun gezinnen, het houdt ze nog tot in hun vezels bezig. Naar zo’n ‘slachtoffergesprek’ moet je gewoon ook weer toeleven, het dient zich gewoon aan. Vervolgens komt er ook weer een vervolgtraject.
Gelukkig zijn er zoveel lieve mensen, bij ons in de kerk, bij ons in de straat, maar ook vrienden en familie van buiten Amsterdam en Diemen. Dat laatste werkt als het motortje op mijn e-bike, het ondersteunt zo geweldig.
En ja, ik heb ook zitten denken of ik hele verhaal over de beslissing van de officier wel in mijn blog moest zetten. Wie weet zit hij het te lezen vanavond. Wie weet zit agent A. het te lezen, ik weet het niet. Maar ik wil het ook niet mooier maken dan het is, met alle uitroeptekens en vraagtekens die ons ook zo maar overvallen. Het zij zo en wie wie weet heeft u als lezer nog een goed idee of een opmerking, laat het gerust weten.

Kyrie eleison