Maand: mei 2017

Afdalen

De prachtige Gertrudiskapel in Utrecht, een voormalige RK schuilkerk, waar de Groenlezing werd gehouden.

“Ik heb hier niets mee!” Zo ongeveer zei een medebezoeker het. Hij stond aan een tafeltje naast mij, het was pauze na een zeer boeiende Groenlezing door professor dr. Gabriël Anthonio. Ik voelde mijzelf een beetje pissig worden van binnen, maar had geen zin om te reageren. Hij gaat vast wel een gedegen en kritische vraag stellen na de pauze, dacht ik. Ondertussen probeerde ik uit te leggen aan een paar studenten uit Wageningen wat ik zo goed vond aan de lezing van Anthonio. Ik had er namelijk heel veel aan; het ging over meer verbinding maken tussen leiderschap en de burger en wat er leeft in de samenleving. Het ging ook over welke richting het Evangelie geeft, gewoon voor de dagelijkse praktijk en ook voor de wetenschap. Ook het doel van onderwijs kwam aan de orde. Allemaal onderwerpen die me na aan het hart liggen. Professor Anthonio maakte over deze onderwerpen zeer behartigenswaardige opmerkingen en dat beredeneerd vanuit een verhaal over Jezus van Nazareth. De evangelist Johannes vertelt dat Jezus na de bruiloft te Kana afdaalt naar Kafarnaüm en daar zijn hoofdkwartier op slaat. Deze plaats aan het meer van Galilea was een handelsstad, met rijk en arm en een afdeling van het Romeinse leger en daar vormt hij zijn leerlingen; midden in de samenleving. De oproep van professor Anthonio was dan ook om af te dalen, in navolging van Jezus. Misschien zat daar wel de moeite van de kritische medebezoeker, zo’n bijbelverhaal gebruiken en toepassen op je eigen leven… Ooit leerde ik op de gereformeerde pedagogische academie dat dat ‘exemplarisch preken’ heette en afkeurenswaardig was in gereformeerde kring; de tijden veranderen.
Maar mij sprak het aan, bijvoorbeeld waar het ging om de formele afstand van de overheid en de vervreemding die er door ontstaat. Ik moest gelijk denken aan ons bezoek aan de officier van Justitie. Maar ook aan het pleit van David Van Reybrouck voor een ander politiek bestuurssysteem. Niet voor niets verwees Anthonio naar Aristoteles en zijn ideeën over de staat en het doel van onderwijs. Aristoteles was niet alleen voor het systeem van loten, waar het gaat om bestuurders van de samenleving, maar zei ook dat het onderwijs bedoelt is om burgers te vormen. Wanneer je dat laatste doet, draagt dat en beschermt dat de democratie! Onderwijs is dus vormen, dat is een groot en breed begrip, terwijl het vandaag de daag vaak versmalt tot het vergaren van kennis om later een zo goed mogelijke baan te krijgen.
Na het kopje koffie kwamen de krenten in de pap aan de orde. De lezing was duidelijk en inspirerend, maar nu de politieke werkelijkheid. In zijn zeer verhelderende antwoorden gaf Anthonio nog een aantal mooi statements weg:
> We kunnen heel veel wetten en regels in ons bestel afschaffen.
> Leg verantwoordelijkheid veel meer lokaal.
> Wanneer er angst is voor de Islam, bespreek dat, probeer te ontdekken wat die angst is. Ook hier weer afdalen…
> De ander, die anders denkt, moet geen object blijven.
> Kwetsbaarheid is belangrijk voor een gelukkig leven. En.. ga ook op zoek naar de angst en kwetsbaarheid bij jezelf.
> En tot slot wel een hele heldere: leefwereld en systeem moeten veel meer op één niveau. (De partijen in de Tweede Kamer die straks een regering gaan vormen, zouden dit tot één van hun speerpunten moeten maken, denk ik dan.)

Groenlezing: de door de Groen van Prinsterer Stichting (wetenschappelijk instituut van de CU) jaarlijks georganiseerde lezing.

Muziek en bier | In memoriam Harm 1982 – 2016 (56)

Een druk weekend was het. Het begon met een geweldig releaseconcert van Jeremy. Jeremy werkt bij Youth With A Mission aan het Kadijksplein en is getrouwd met Roos, ons nichtje. Femmie had via Facebook gevolgd dat er een concert zou zijn in Amsterdam en dat laat je dan niet zo maar voorbij gaan. Prachtig om mee te maken hoe jonge mensen zo vol zijn van de grootheid van God, schepper van deze wereld, dat ze dat op deze manier kunnen vertolken. Muziek is zo iets bijzonders en van God gegeven, dat kwam vrijdagavond wel heel goed binnen. Al kende ik nog geen van Jeremy’s nummers, je ging als het ware vanzelf van binnen meeneuriën. Je kon ook rustig je ogen sluiten en je gedachten laten gaan op de golven van de muziek. Het sloot ook mooi aan bij de voorbereiding die ik had gedaan voor zondag. Er was gevraagd of ik weer es een preek wilde lezen en na wat wikken en wegen vond ik dat geen probleem. Ik dacht een redelijk gemakkelijk onderwerp gevonden te hebben in een preek van Tim Keller: ‘De genade van muziek’. Aan de hand van de verzen 18-20 uit het 5e hoofdstuk in de brief van Paulus aan de christelijke gemeente in Efeze legt Keller uit dat muziek een geschenk van God is. Dat sloot prachtig aan natuurlijk bij de aanbiddingsmuziek van Jeremy en bij wat ongeveer een maand geleden hoogleraar Erik Scherder betoogde bij DWDD, toen hij daar zijn nieuwste boek promootte. Muziek is overal goed voor, betoogt hij in zijn nieuwste boek: ‘Singing in the brain’. Paulus was hem al lang voor met de uitsprak: ‘En ‘bedwelmt u niet aan wijn’, want dat maakt reddeloos, maar wordt vervuld van Geest, elkaar toesprekend met psalmen, hymnen en geestelijke gezangen, zingend en psalmend voor de Heer met heel uw hart.’

Harm had veel met muziek, honderden LP’s stonden er in zijn kamer, ik heb daar eerder over verteld. Bij de voorbereiding van de preek heb ik dan ook verschillende keren gedacht daar ook nog iets over te zeggen. De kracht van de muziek tijdens de bijeenkomst voorafgaand aan Harm zijn begrafenis was zo intens, zo troostend en bracht ons ook heel dicht bij Harm. Ik wilde geen tranen onderweg in de dienst, dus toch maar niet genoemd, maar het was er op de achtergrond gelukkig wel. Bij de intro van de dienst heb ik een blogje voorgelezen die op de site van de Protestantse diaconie stond, zangleider en liturgiemaker Jaap had me daarop geattendeerd. Bleek het opeens over Maaike Ouboter en het nummer ‘Dat ik je mis’ te gaan. Waar een vluchteling al niet zijn kracht uit haalt, maar ik kon gelukkig net op tijd een brok in mijn keel wegslikken.
Ook zaterdag was er muziek trouwens, bij de officiële opening van de Brouwerij van het Kleiklooster. In een grote hal naast IKEA wordt inmiddels heel wat bier gebrouwen. Een prachtig feest met heel veel bierliefhebbers, maar ook veel vrienden van het Kleiklooster. Harm had een bierabonnement en er zat een keer een Kloosterbiertje van Kleiburg bij, niet zijn smaak. Maar later moest hij het toch bijstellen toen ik hier thuis wat bier van Kleiburg had. Prachtig, ik hoop dat het uiteindelijk een mooi sociaal project wordt. Pastor Martijn, nu directeur van de bierbrouwerij doet er in ieder geval alles aan. Zondag 14 mei vierden we de verzelfstandiging in de OPK van drie projecten; STROOM, de PopUp kerk van Rikko en ook van het Kleiklooster. In feite allemaal dochters van de OPK. Harm zou misschien nog wel eens gerefereerd hebben aan de jaren tachtig. Als klein jongetje ging hij regelmatig mee naar de Witte Tent in het Bijlmerpark. Daar begon heel eenvoudig het over de muren van de kerk heen kijken. In het begin met hulp van E&R en later samen met de groep rond Norman Viss uit de VS op straten en pleinen in het Centrum van Amsterdam. Deze vaak seizoengebonden projecten resulteerden uiteindelijk in een Amstelproject. Op de fiets door de ‘Bijlmer’ kwamen die gebeurtenissen zo maar weer boven. Daarom, proost!, op een prachtig project en dat er iets mag doorborrelen van de drive en de spirit van de medewerkers!

Drie keer dood | In memoriam Harm 1982 – 2016 (55)

Met mijn vriend V, die illegaal in Nederland is, loop ik naar de psychotherapeut. Tegenwoordig moet hij minstens drie keer in de week naar therapie. In zijn vaderland is hij zo zwaar gemarteld dat zijn behandelaars, ondanks zijn illegaliteit, besloten hebben hem toch te behandelen. Bij het IND ligt er inmiddels een dik rapport van een externe groep psychologen, waarvan je bij het lezen je ogen niet droog houdt.

lees verder op: IK MIS JE

Dodenherdenking | In memoriam Harm 1982 – 2016 (54)

Pieter Elias
Henk Verkuijl
Matthijs Verkuijl

Drie namen op een houten kruis en daarboven: gefusilleerd 15 december 1944. Ik ken deze mannen al jaren, al heb ik ze nooit echt gekend. Ooit adopteerden we als school het bijna twee meter hoge witte kruis aan de Haarlemmerweg, vlak bij het huidige station Sloterdijk. Elke 4e mei leggen de leerlingen van de basisschool een bloemstuk en wordt er iets verteld  over de verschrikkelijke gebeurtenis op die 15e december, nu al meer dan 72 jaar geleden. Door de voortreffelijke organisatie van moeder Hélène zijn er elk jaar meer belangstellenden. Een paar maanden geleden belde ze op of ik dit jaar een toespraak wilde houden. In 2010 had ik het voor het laatst gedaan, bedacht ik. Ik appte dat ik het wel zag zitten, niet wetend wat het uiteindelijk met mij zou doen.
Eigenlijk is het achteraf best wel vreemd dat de Duitse overheerser in de laatste maanden van de oorlog nog zoveel slachtoffers maakte. Een groot deel van Nederland was al vrij. Alleen die 15e december al, werden er op vier plekken 12 mannen gefusilleerd in Amsterdam en omgeving. Op vier plaatsen waren er door het verzet zogenaamde terreurdaden gepleegd. Er waren treinen ontspoord en er was een grote hoeveelheid suiker achterover gedrukt. De gefusilleerde mannen waren allen opgepakte verzetsmensen en ter dood veroordeeld. Er was geen direct verband tussen hun verzetsdaden en de gepleegde sabotage. Aan de Weteringsschans in Amsterdam zaten ze vast tot het vonnis zou worden voltrokken. De drie mannen die op de Haarlemmerweg in koelen bloede, midden op de dag werden neergeknald moesten tot een afschrikwekkend voorbeeld dienen.
Pieter Elias was rechercheur bij de politie en nog maar 36 toen hij werd opgepakt en een paar weken later stierf door de kogels van de bezetter. Hij zat volop in het verzet, vervoerde met zijn politieauto wapens, maar ook voedsel voor onderduikers. Een verrader zorgde er voor dat hij tegen de lamp liep. Henk Verkuijl was in 1942 al bij het verzet terecht gekomen. Spionage en kleine sabotage activiteiten, daar draaide hij zijn hand niet voor om. Toen hij eind november, 23 jaar oud, bij zijn ouders in Badhoevedorp logeerde werd de hele familie opgepakt. Ook zij waren verraden. Samen met zijn vader Matthijs, 49 jaar oud, die ook volop in het verzet zat, werd hij op die 15e december uit zijn cel gehaald. Arm in arm stonden ze naast Pieter Elias, toen de kogels van ‘het ‘Todeskommando’ hen troffen. Ongetwijfeld zijn de gedachten van vader en zoon uitgegaan naar moeder en de andere kinderen die ook waren opgepakt.

foto – Rufus de Vries

Ik noem bij de herdenking de namen van deze drie mannen en vertel hoe oud ze waren en vraag aan de omstanders of ze hun hand opsteken als ze ook ongeveer zo oud zijn. 36, 23 en 49; opeens komt het heel dichtbij. Voor mij staan de schoolkinderen waarvan de vader of moeder misschien zo oud is. Het waren mannen die niet wilde sterven, ze hielden van hun vrouw, hun vader en moeder en hun familie. Maar ze toonden levensmoed en heldhaftigheid, kwamen op voor hun land en de onderdrukten.
Opeens knalt het door mijn hoofd, ook Harm wilde niet dood en was nog maar 34. Het heeft niets te maken met de hele dodenherdenking, maar toch zie ik opeens zijn gezicht voor me. Als schooljongen heeft hij meer dan 20 jaar geleden ook hier bij het witte kruis gestaan. En ik kan er niks aan doen, maar wanneer de lampen aan de overkant van de vijver gaan branden ten teken dat de ‘twee minuten stilte’ ingaan, denk ik aan Pieter, Henk en Matthijs en ook aan Harm.

Kyrie eleison

Seponeren…. | In memoriam Harm 1982 – 2016 (53)

Parool 2 mei 2017; Harm was 1 van de 629 verkeersdoden in 2016

Gisteren was een drukke en achteraf gezien ook weer heftige dag. Coos ging weer starten in een kraamgezin, deze keer (‘speciaal gezin’) in Amersfoort. Ik moest voor de eerste keer beginnen met mijn vrijwilligersbaantje in Zeist bij het CBB (Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden). Dus via Amersfoort naar Zeist en op de terugweg dezelfde route. Omdat Coos nog niet klaar was kon ik even bijkomen van de eerste keer inlezen van een boek. Vorige week kreeg ik mijn eerste titel aangereikt; “Uit de tijd”. Een nogal toepasselijke titel, maar daar heb ik Anne-Marie maar niet mee vermoeid. De schrijver zegt trouwens in de proloog dat het niet gaat om het dialect ‘uut de tied’, waarbij het dan om de dood zou gaan.  Thuis gekomen hebben we snel de fiets gepakt, op naar het IJdock; het Paleis van Justitie. Eenmaal binnen verbazen we ons over alle megalomane marmer, alleen het plafond is niet van steen. We worden meegenomen naar de ‘slachtofferruimte’, die, hoe bizar, een vrij kale zaal in de kelder is, zonder marmer. De beveiliging moet er voor zorgen dat alle deuren van slot zijn. Afwachtend, we moeten zelf ons water inschenken, scharen we ons als familie aan de ene kant van een lange tafel, tegenover ons zit de Officier van Justitie P.V. (mooie afkorting toch?). Na een vraag van hem hoe de familierelaties zijn aan de overkant, steekt hij van wal.

We hebben er maanden naar uitgekeken en nadat we het proces-verbaal hadden bestudeerd, ook veel over gepraat. Na ruim zeven en een halve maand zitten we dan eindelijk bij het Openbaar Ministerie aan tafel. Wat kunnen we verwachten? Kennissen bij de politie verschillen er over van mening. De één denkt dat de agent vrij uit gaat, maar de ander geeft er de term ‘dood door schuld’ aan. En ook wij hebben ons de vraag gesteld wat we er mee op schieten, als de agent voor de rechter moet verschijnen. Is het niet mooi en ook christelijk, zei laatst een lieve broeder, dat je gewoon tegen de officier zegt dat je het hem vergeeft? Hij heeft toch ook zijn straf al… ? Ik wierp tegen dat er toch ook een rechter over moet oordelen. Het is immers niet niks, je zoon, je broer, je liefste vriend is doodgereden. Ik wil best vergeven, maar……..

De Officier steekt van wal, het proces verbaal open voor zich op tafel. Naast hem schrijft de secretaris alles nauwgezet op. De heer V. begint met uiteen te zetten dat volgens hem de agent niet harder dan 50 op de Nassaukade had mogen rijden. Ook al beroep je je op de brancherichtlijnen, nee, de situatie vroeg er niet om en niet aan alle voorwaarden voor harder rijden door een politievoertuig, werd voldaan. Agent A. had niet harder dan 50 mogen rijden.
Maar Harm had voorrang moeten verlenen aan een passerende auto, ook al reed die op dat moment bijna 85 km/u. Je kunt verwachten dat op een stille Nassaukade, zeker na twaalven, auto’s sowieso 60 à 65 gaan rijden. De kade is breed en nodigt uit tot flink rijden; “dat zou u waarschijnlijk ook gedaan hebben!?” Hier en daar gaf de officier zelf aan dat empathie niet zijn sterkste kant was, “een karakterfout”, gaf hij eerlijk toe. Daarnaast had Harm geen licht op zijn fiets en minstens 3 à 4 alcoholische versnaperingen genuttigd volgens de analyse. Harm is daardoor misschien ook wat ‘lichtzinnig’ geweest in zijn gedrag.
Met al die feiten moet de Officier vervolgens aan de gang en het wegen. Volgens Officier V. was de overtreding van agent A. niet van het hoogste niveau. Het was niet te duiden als ‘aanmerkelijk onvoorzichtig’, om maar in juridische termen te blijven. En er hadden dan ook twee overtredingen moeten zijn gepleegd. Wat dan overblijft is een overtreding van de snelheid en dat zou bij de Kantonrechter kunnen worden aangebracht. In die zin is op dat moment agent A. een gewone Nederlander, maar als agent had hij wel een goede reden om snel bij de plaats des onheils te zijn (een vermeende insluiping bij een in aanbouw zijnde kledingwinkel aan het Damrak). “Formeel reed hij veel te hard, maar hij had de pech dat er een fietser komt aanrijden en oversteekt.” Juridisch gezien ligt, volgens de Officier dus, zeker ook veel schuld bij Harm.
De Officier geeft aan dat hij mensen wil vervolgen die bewust fouten begaan, maar dat is hier niet het geval. Een gang naar de kantonrechter lijkt de officier niet zinvol, dat levert te weinig op, daarom is het het voorstel: seponeren. Dat laatste houdt in, dat het Openbaar Ministerie niet gaat vervolgen.

Wanneer we het er niet mee eens zijn kunnen we nog de zogenaamde artikel 12 procedure gaan volgen. Dan kunnen we als familie een klacht indienen bij het OM en moet het Hof (gerechtshof aan de Prinsengracht) beslissen, of ze er alsnog, wel of niet een zaak van maken. Bij een kop koffie en een glas bier hebben we nog flink wat zitten nakaarten. Moeten we er verder nog iets mee? Wat kost ons dat emotioneel? Hebben we daar zin in? Gaan we nog meerdere advocaten consulteren? De komende weken laten we het allemaal rustig bezinken. Met wat we ook doen, Harm komt er, krijgen we er niet mee terug. Natuurlijk zitten we nog met heel vragen, over gerechtigheid, over de schuldvraag, kom je er als bestuurder mee weg, moet hij toch een flinke boete… ?

Dit soort overdenkingen en ook zo’n bijeenkomst, dat hakt er in. Natuurlijk gaat het leven hier gewoon door, maar nog dagelijks staan we op met herinneringen aan Harm en gaan we er ook mee naar bed. En ook Iris, onze dochters en hun gezinnen, het houdt ze nog tot in hun vezels bezig. Naar zo’n ‘slachtoffergesprek’ moet je gewoon ook weer toeleven, het dient zich gewoon aan. Vervolgens komt er ook weer een vervolgtraject.
Gelukkig zijn er zoveel lieve mensen, bij ons in de kerk, bij ons in de straat, maar ook vrienden en familie van buiten Amsterdam en Diemen. Dat laatste werkt als het motortje op mijn e-bike, het ondersteunt zo geweldig.
En ja, ik heb ook zitten denken of ik hele verhaal over de beslissing van de officier wel in mijn blog moest zetten. Wie weet zit hij het te lezen vanavond. Wie weet zit agent A. het te lezen, ik weet het niet. Maar ik wil het ook niet mooier maken dan het is, met alle uitroeptekens en vraagtekens die ons ook zo maar overvallen. Het zij zo en wie wie weet heeft u als lezer nog een goed idee of een opmerking, laat het gerust weten.

Kyrie eleison