artikel 23
Vandaag naar een symposium in de VU, met een ontroerende ontvangst door Wim Berkelaar.
Artikel 23 bestaat in 2017, honderd jaar. Dit artikel, dat over de vrijheid van onderwijs gaat, is bij onderwijsmensen echt het bekendste grondwetsartikel. Eén A4-tje. Ik hoefde het nooit uit mijn hoofd te leren, maar wist de afgelopen veertig jaar wel degelijk wat er in stond. Al die jaren was er om de zoveel tijd wel discussie over dit artikel. Zeker binnen het gereformeerde onderwijs waar ik werkte, maakte men elkaar regelmatig bang met dit artikel. Werd iemand lid van een andere kerk dan de vrijgemaakt gereformeerde, dan kwam dit artikel in het geweer. Zo iemand werd ontslagen, want anders raakte de hele school zijn bekostiging kwijt. Daarom ook werden kinderen van ouders die niet de kinderdoop aanvaarden, buitengesloten; niet welkom. Jaren hebben we zo geleefd en wat een nuchtere juf of meester ook inbracht, geen verandering. Artikel 23 was heilig!
We leven nu in 2017, honderd jaar nadat in Nederland een bijzonder systeem tot stand kwam. Openbaar en bijzonder onderwijs werden gelijkgesteld wat betreft de bekostiging. Natuurlijk houdt de overheid toezicht, er moet immers kwaliteit geleverd worden. Twee derde van alle scholen behoort tot het bijzonder onderwijs. Een volstrekt normaal verschijnsel dus. Die vrijheid van onderwijs is geweldig. Het zorgt voor hoge kwaliteit en een prachtige keuzevrijheid voor ouders. Eigenlijk is er niemand in onderwijsland die artikel 23 zou willen veranderen. Ook politiek Nederland heeft daar geen enkele behoefte aan. Op dit moment is alleen Groen Links voor afschaffing. Wel raar, want naar mijn idee zijn het juist Groen Links-kiezers die hun kinderen vaak naar bijzonder onderwijs sturen. Jenaplan, Montessori, de Vrije School, het Daltononderwijs, allemaal BIJZONDER onderwijs. Groen Links zal dan waarschijnlijk ook niet terugkeren in de Tweede Kamer na 15 maart. Naar ik heb horen verluiden wil de leider van Groen Links ook emigreren naar Canada.
Het centrale thema van de ‘herdenkingsbijeenkomst’ was eigenlijk: Wie is de eigenaar van het bijzonder onderwijs? Helaas kwam deze vraag in de betogen van bestuurders en oud-bewindslieden niet aan de orde. Misschien is er onder de borrel nog over doorgepraat, maar ik moest naar huis om eten te koken. Wat ik zelf heb geconstateerd is dat in veel bijzondere scholen het eigenaarschap is verschoven van de ouders naar de professionals. Niet de professionals die elke dag voor de klas staan, dat zou nog redelijk zijn, maar de professionals op het bestuurskantoor. Vaak staat dat kantoor niet in eens in de plaats waar de school staat, de afstand is vervolgens daar. Schaalvergroting heeft wat dat betreft haar tienduizenden verslagen. Vaak kiezen ouders de school nog omdat ze horen bij een kerk, een geestelijke stroming. Maar invloed hebben ze niet en eigenaar zijn ze al helemaal niet. Er is een MR, maar vraag ouders eens bij het hek of ze weten wie daar in zitten? Meelevende en goed opgeleide ouders weten hun routes wel te vinden, maar het grootste deel van de ouders heeft vaak geen idee en laten het maar gebeuren en mopperen vervolgens bij de koffie. Ze hebben geen idee waar ze hun nood moeten klagen en worden te vaak met een kluitje in het riet gestuurd. Waarvan akte.
PS
Deze week is iedereen van harte welkom in Utrecht op de onderwijsbeurs. Met de beste bijbelmethode van Nederland staan we op de beurs. Wanneer ik aanwezig ben op de ‘Levend Water’ stand, kunt u gratis mijn handtekening krijgen! Dan moet u wel de (oud) ministers op de foto uit het hoofd in de goede volgorde kunnen opzeggen!
Geef een reactie