netsukes

De haas met de amberkleurige ogen. Sinds dat ik CONGO van David van Reybrouck heb gelezen, had een boek niet zoveel indruk op mij gemaakt. Een korte recensie in het ND had me geprikkeld. Mijn zoon gaf het me cadeau op mijn verjaardag. Inmiddels beleefde het boek de derde druk in Nederland, met gelukkig de oorspronkelijke titel. De eerste twee drukken verschenen als het ‘Knoopjeskabinet’. Een vreemde gewoonte trouwens om de titel van een boek (zonder opgaaf van redenen aan de lezers) te veranderen. Gelukkig is ‘The Hare With Amber Eyes’, nu ‘De haas met de amberkleurige ogen’. Wil je uitgebreid lezen waar het boek over gaat, volg dan de link naar de boekenbijlage van Vrij Nederland. In een uitgebreid artikel van Carel Peeters wordt weergegeven wat de inhoud van het boek van Edmund de Waal is. De Waal heeft onderzocht wat de geschiedenis is van de door hem geërfde verzameling netsukes (spreek uit: nets’kees). Daardoor komt hij automatisch terecht bij de levensverhalen van de oorspronkelijke netsuke-bezitters. [Een netsuke is een behoorlijk grote knoop die hoort bij een riem/gordel om een Japanse kimono dicht te houden. Al eeuwen waren er in Japan ‘kunstenaars’ die deze knopen sneden uit ivoor of heel hard hout. Het werden kleine kunstwerkjes/sieraden en daardoor ook een verzamelobject.] Het verhaal over de netsukes sleept je vervolgens volledig mee en de schrijver verweeft zich ook zelf in het verhaal. Parijs eind 19e eeuw komt in beeld en vervolgens Wenen in de eerste helft van de 20e eeuw. Een verhaal over vrijwel onbegrensde rijkdom, maar ook over Jodenhaat. Soms grijpt je het verhaal echt naar je strot. De schrijver Edmund de Waal is eigenlijk beeldend kunstenaar. Hij heeft zich gespecialiseerd in porseleinen kunstwerken. Op zijn website is te zien en te lezen dat zijn werk in verschillende verzamelingen en musea is te bewonderen. Opvallend is dat daarin het thema verzamelen een belangrijke plaats heeft. Kasten of rekken met daarin prachtig vormgegeven flesjes, schaaltjes en potjes laten je zomaar wegdromen en filosoferen over wat de inhoud zou kunnen zijn. De waal heeft in zijn boek het in ieder geval gevuld met verhalen over zijn verre neef Charles en zijn overgrootouder Viktor en zijn oudoom Iggie. Mooi is dat Edmund de Waal ook te zien is in filmpjes op YouTube. Ontroerend vond ik het filmpje uit de serie ‘5×15 event’. Een spreker die verlegen overkomt, niet weet waar hij met zijn handen heen moet, een netsuke tevoorschijn haalt uit zijn broekzak en daarover gaat vertellen. Hier en daar doorspekt met droge humor. Waarbij mensen naar mijn idee dan net te hard lachen, waar het over Joden gaat. Een recenter filmpje gaat over een bijzondere toespraak in Wenen. Duidelijk is dat hij daar in het ‘paleis’ van zijn voorouders staat. Zijn familie is meegekomen, waaronder zijn 82-jarige vader. Wat moet dat vreemde geweest zijn. Een inmiddels weer prachtig gerestaureerd gebouw, wat ondertussen een Casino is geworden, maar wat ooit van je overgrootvader is gestolen door de nazi’s. Edmund de Waal in Palais Ephrussi – Wenen Volg de link en verbaas je ook hier over de bizarre tegenstrijdigheden die dit filmpje oproept.

Echt een boek om  te gaan lezen, zeer aanbevolen. Mooi vond ik dat op de flap staat; koop er twee, lees er één en geef de ander weg. Een beter compliment kun je een boek niet geven. Het boek zet ook aan het denken over verhalen uit je eigen geschiedenis. Moet je in sommige gevallen zwijgen? Moet je je verleden steeds maar opruimen en in de versnipperaar gooien? Hadden de families Ephrussi en de Waal dat gedaan, dan hadden we nu in ieder geval niet zo’n indrukwekkend boek gehad.

Norman Viss remigreert

Enkele weken geleden zijn we naar Heemstede geweest om afscheid te nemen van Norman Viss en zijn vrouw Cyndi. Na bijna 22 jaar Nederland keren ze terug naar de Verenigde Staten. Eind 1989 zal het geweest zijn dat ik voor het eerst kennis maakte met vader, moeder en zoon Viss. Ze woonden toen voorlopig in Buitenveldert. Vanuit de kerkenraad hebben we toen contact gelegd via dominee Kim Batteau (in die tijd predikant in Zaandam). Vader en zoon Viss waren uitgezonden door een Amerikaanse zendingsorganisatie; World Harvest Mission. Omdat onze kerk in die tijd behoorlijk actief was met zomerevangelisatie in de Bijlmer, leek het zinvol om samen te gaan werken. Uiteindelijk heeft het geresulteerd in een aantal gezamenlijke zomerprojecten in het centrum van Amsterdam. Een groep jonge gereformeerde mensen werkte dan vanuit de Oosterparkkerk samen met een Amerikaans team. Onvergetelijk waren de gezamenlijke start sessies in de OPK, gedeeltelijk in het Engels en het Nederlands. We baden en zongen samen, letterlijk ook hand in hand. Ik weet nog dat er teams zijn geweest uit de Redeemer Presbyterian Church (New York) van Tim Keller. Zij offerden hun twee weken zomervakantie op, om op de Dam, het Leidseplein, maar ook in het Vondelpark, Gods Woorden te laten horen. Voor veel mensen in onze kerkelijke gemeente was het een prachtige eyeopener om met broers en zussen uit de VS zo samen op te trekken. Die samenwerking heeft ons geloof verdiept en ons oog voor de wereld om ons heen verder geopend. Het heeft echt blijvende invloed op ons kerk-zijn gehad. Norman haalde al snel zijn gezin naar Nederland en na een korte periode in Almere-Haven, kwamen ze wonen in Diemen. Ben en Willy leerden op de van ’t Veerschool in no-time Nederlands. Onze kinderen weten nog te vertellen dat Cyndi altijd hetzelfde boek voorlas wanneer ze wel eens oppaste. Een oefening voor haar uitspraak! Ook het team van WHM in Nederland groeide.

Vlnr. Cyndi en Norman Viss, Charlet en Bill Viss (sr.)

Onvergetelijk werden bijvoorbeeld onze contacten met Joe en Deb. Joe was ex-worstelaar en had de Olympische Spelen van München nog meegemaakt (als reserve, naar ik meen). Hij maakte van nabij de terreuraanslag van de Palestijnen (Zwarte September) mee. In New York had Joe later gewerkt bij een speciale politie-eenheid  die de Joodse maffia bestreed. Een bijna fatale schietpartij werd de aanzet tot Joe’s bekering.

Na een aantal jaren stichtte Norman met WHM in Amsterdam-Noord een nieuwe gemeente met de NGK (september 1993); ‘de Hoeksteen’. Norman werd voorganger en uiteindelijk zelfs predikant. Na een bewogen periode in Noord werd Norman in 2002 predikant in Heemstede, een ‘gewone’ Nederlandse gemeente. Nu na bijna 22 jaar Nederland nemen Norman en Cindy afscheid. Hun drie kinderen wonen inmiddels allemaal weer aan de overkant van de oceaan. We hebben veel aan ze te danken. Het verbreedde onze kijk op de kerk en de wereld. In zijn blog geeft Norman een advies aan zijn collega’s. Kortweg: maak vrienden buiten de kerk, ruim daar echt plaats voor in. Gewoon mens zijn te midden van andere mensen, zeker als ze niet geloven. Een advies om ter harte te nemen. Niet alleen voor voorgangers, maar ook voor gewone kerkgangers. Wees christen te midden van je buren en allerlei andere contacten. Maak er ruimte voor, zegt Norman Viss. Ook laat Norman een pas verschenen boek achter. Een boek over hoe we als mensen met elkaar omgaan. “Zoals men ijzer scherpt met ijzer, zo scherpt een mens zijn medemens”, een tekst uit Spreuken als ondertitel. Een oproep aan mensen om elkaar aan te scherpen. Een indringende, maar liefdevolle boodschap. En beslist geen lood om oud ijzer!

Norman en Cindy nemen weinig mee bij hun terugkeer naar de VS. Daarom hadden ze hun CD verzameling in de uitverkoop gedaan. Wanneer ik nu de Chieftains, Joe Cocker of U2 in de CD-lade stop, gaan de herinneringen weer naar Norman en Cindy.  Het ga ze goed, met Gods zegen!

de heilige familie en occupy

In de Nieuwe Kerk bij de Dam, is een wonderlijke tentoonstelling. Naast dat je nu heel rustig in de kerk kunt rondlopen en bezichtigen, hangt er maar één schilderij. De Nieuwe Kerk heeft een initiatief gestart om elk jaar een bijzonder uniek religieus meesterwerk naar Nederland te halen. Vanwege de samenwerking met de Hermitage in St. Petersburg, viel de eer te beurt aan de directeur van de Hermitage om iets bijzonders te kiezen. Het is een indrukwekkende Rembrandt die er nu hangt. Een zogenaamde Heilige Familie. Maria bij de wieg met Jezus en Jozef aan het werk als timmerman. Een even simpele voorstelling, als ook ontroerend!  Tot en met 13 november is het schilderij nog te zien. En met je MJK kun je zo naar binnen. En Amsterdam is een stad met tegenstellingen. Wanneer je vanaf het CS zou komen, kom je op weg naar de Dam, langs het Beursplein. Al een paar weken (ongeveer net zo lang als dit schilderij in de NK hangt), staat het plein bol van de Occupy activiteiten. Terwijl in de NK bezoekers zich laten verwonderen en misschien ook wel inspireren door de nederigheid van Jezus, protesteren mensen tegen het ‘grootkapitaal’; banken, beurzen, grootbezitters en alles wat riekt naar te veel geld. Het plein staat vol met koepeltentjes en een paar vergadertenten. Naar mijn idee wel een heel erg samenraapsel. Daklozen, buitenlanders, beroepsdemonstranten, en mensen die graag discussiëren. Toch zouden die mensen van het Beursplein ook es een paar honderd meter verder moeten lopen en eens even rustig zich laten overweldigen door het prachtige schilderij van Rembrandt. Zouden ze dan op een andere manier gaan demonstreren? Biedt het geloof in Jezus trouwens oplossingen voor de economische en financiële crisis, waar de media bol van staan? En waarom demonstreert men trouwens niet tegen de levensgrote posters met allemaal blote mensen die zitten te lezen in “Het leven is vurrukkulluk”? Niks niet vurrukkulluk roepen immers de posters op het Beursplein!

Film kijken met Willem Jan Otten

De grote zaal van DE BALIE aan het Leidseplein zat tot de nok vol. Een maand geleden ook al, want toen kreeg ik uitverkocht op mijn scherm. In samenwerking met het dagblad Trouw en het debatcentrum De Balie, organiseert Willem Jan Otten dit seizoen 10 filmavonden. Onder de titel ‘Rite du Cinema’ heeft Willem Jan Otten 10 films uitgezocht. Eerst schrijft hij er een uitgebreid essay over in Trouw. Vervolgens vertoont De Balie de film en Willem Jan Otten leidt de film in en bespreekt hem na met een kenner. Dat leverde gisteren in ieder geval een zeer boeiende avond op.

De Franse filmmaker Robert Bresson maakte de film ‘Un condamné à mort s’est échappé‘ (Ontsnapping uit de dodencel) in 1956. Als ondertitel gaf hij de evangeliewoorden “De wind waait waarheen hij wil” uit Johannes mee. Oppervlakkig gezien gaat het om een ontsnapping uit de Gestapogevangenis in Lyon. Maar de film zet je gedachten in beweging en maakt dat je voor jezelf het verhaal wat je niet ziet, kunt invullen. Wezenlijke levensvragen komen voorbij. Met daarbij het professionele commentaar van de schrijver Willem Jan Otten werd het een ingrijpende kijkbelevening. Ik heb, ondanks dat ik last had van een hooikoortsaanvalletje, op het puntje van mijn stoel gezeten. Het leverde ook een boeiend gesprek op met een medebezoeker. Terloops kwamen we vooraf in gesprek en deelden binnen tien minuten ingewikkelde levensvragen. Nog een citaat uit Trouw:          “Dat geeft de ongekende spanning aan de film: dat er door een onmogelijke poging van Fontaine (gevangene die ontsnapt), een gemeenschap van ontsnappers ontstaat. Weliswaar is er maar één man feitelijk aan het ontkomen, maar de anderen ontkomen aan de doffe zinloosheid die hun bestaan tekende. Ik ken geen preciezer verbeelding van wat volgens mij ‘de gedroomde kerk’ is, dan deze film.”

De voorstellingen met Willem Jan Otten zijn steeds de laatste maandagavond van de maand. Op tijd kaarten bestellen, het is snel uitverkocht. Zeer aanbevolen.

een vergissing?

Mocht u het nog niet gelezen hebben, het is een geweldige aanrader. In het Nederlands vertaald onder de titel “een keukenmeiden roman“, ligt al een half jaar in de boekhandel. De oorspronkelijke titel is “The Help”. Deze Amerikaanse roman speelt zich af begin jaren zestig in de staat Mississippi. Een ernstig, ontroerend boek met heel veel humor. Het gaat over hoe de zwarten zich voelden in een door blanken beheerste maatschappij. Het laat je ook in een spiegel kijken als lid van een grote meerderheid in ons eigen land. Gewoon lezen dus! Aardig is het commentaar in verschillende soundbites achter in het boek. De pers heeft zich meer dan lovend uitgelaten. Een citaat uit het NRC gaat over het omslag en de titel. De recensent vind beide in het Nederlands veel beter. Valt naar mijn idee over te twisten. Door die NRC opmerking was ik wel nieuwsgierig hoe het Amerikaanse omslag er uit zag. Op Amazon.com heb je dat zo te pakken natuurlijk. Daar las ik ook nog een keer de eerste pagina in het Engels. Aibileen vertelt dat Mae Mobley is geboren op een vroege zondagochtend in augustus, in 1960. ‘A church baby we like to call it’ (citaat 2e regel). De vertaalster maakte daarvan dat het dan een ‘kerkbaby’ wordt genoemd. Heeft de schrijfster zich vergist?  Is een kind wat op een vroege zondagochtend wordt geboren niet gewoon een zondagskind? Of zouden de zeer gelovige zwarten dat echt een kerkbaby hebben genoemd? En zou de vertaalster daar dan niet aan gedacht hebben?  Ondanks dit raadsel, lees en geniet!

 

 

waar komen wij vandaan?

Een kerk in het Roomse zuiden volgepakt met stoere mannenbroeders en struise zusters. Begin jaren 60 vorige eeuw. Voor in de kerk een tafel met daarachter VU professoren. Zij leggen uit hoe de VU omgaat met wetenschap in moderne tijden. De bioloog en hoogleraar Jan Lever houdt op gedragen toon een voordacht over het probleem rond de evolutietheorie. Vanuit de VU achterban komen allerlei vragen. Bijvoorbeeld hoe het moet met Adam en Eva, als de aarde volgens de geleerden miljoenen jaren oud is. Het voorgaande was een fragment uit een tv-documentaire van de NCRV. Op een VU-symposium over ‘anderhalve eeuw evolutiedebat in protestants-christelijk Nederland’, werd het getoond. Het symposium ging vooral over die 150 jaar. Eén van de inleiders, Ab Flipse, toonde duidelijk aan dat het creationisme niet is geïntroduceerd vanuit de VS, door de EO, maar vooral de streng gereformeerden van voor de oorlog. Na de oorlog waren het vooral vrijgemaakte gereformeerden die de deze lijn voortzetten. Gelukkig kregen dezen ook in eigen kring wel weer tegenwind. Met name noemde hij dr. C.Smits en Nico Rupke (zoon van ds. Rupke). Op het lyceum in Groningen werd zelfs min of meer creationistisch onderwezen. Zo leerde ik ook begin jaren 70 alles over ”polystrate dendrolieten’. Die laatste waren bijvoorbeeld het bewijs van de zondvloed.

Naar mijn idee was het debat schepping versus evolutie in de 21e eeuw niet meer relevant in de kerk. Intelligent design was enkele jaren geleden in discussie, maar verdween ook snel weer naar de achtergrond. Toch is er nog steeds een grote groep creationisten die serieus probeert christenen te overtuigen van hun gelijk. Ook tijdens de forumdiscussie lieten ze van zich horen. Naar mijn idee mag er wel wat meer aandacht voor deze discussie komen. En dan vooral veel luisteren en proberen elkaars argumenten te doorgronden en te begrijpen. De meerderheid van de bezoekers was de zestig al wel gepasseerd. Maar de gemiddelde leeftijd van het forum was onder veertig. Dat laatste mag veelbelovend heten.

Een oude grijze dame (met rollator), kwam met een mooie uitspraak. ‘Zolang hypotheses kunnen worden bewezen is het leuk, maar het blijven vaak hypotheses.’ Ze was vroeger scheikundige geweest, hoorde ik haar zeggen bij het verlaten van de zaal. Een paar dagen voor het symposium was op het nieuws dat men in Genève de snelheid van een deeltje had gemeten. En… sneller dan het licht. Volgens Einstein onmogelijk, dus moet er opnieuw worden gemeten en ook op andere plaatsen. Wanneer het uiteindelijk toch waar is, gaan veel natuurkundewetten de prullenbak in. Grappig vind ik, vaststaande zaken opeens overhoop. Terug in de tijd, waar sommigen op hopen, kan trouwens niet. Maar da ga ik nu niet op in.

Willem de Mérode – biografie

Eigenlijk weet ik niet zo goed waar en wanneer mijn belangstelling voor de dichter Willem de Mérode is ontstaan. Het was in ieder geval in de tijd dat ik de gereformeerde Pedagogische Academie aan de Hereweg in Groningen bezocht. Misschien was het dat ik bij de literatuurlessen opmerkzaam werd gemaakt op deze dichter. Was het een artikel in de krant, of toch een gedicht? Ik heb in ieder geval voor het vak Nederlands een speciaalstudie over de Mérode gedaan. Voor de wetenschappelijke artikelen schreef ik voor informatie naar Hans Werkman, toen al (1978) jaren de kenner van deze protestantse dichter uit de eerste helft van de 20e eeuw. Per kerende post kreeg ik antwoord. Een dikke envelop met artikelen was het resultaat. Op de envelop reclame voor de Bond tegen het vloeken, kan ik mij nog herinneren. Al met al, heeft het er voor gezorgd dat ik de Mérode ben blijven lezen. Soms minder en soms meer. Kom ik in een antiquariaat een bundel tegen, dan kijk ik wel even of er budget is. Zo tikte ik gisteren nog een prachtige uitgave van de XXX PSALMEN op de kop.

De laatste week van de vakantie heb ik de dit voorjaar verschenen biografie van de Mérode ter hand genomen. Mijn voorliefde voor biografieën kon ik zo ook weer botvieren. Ooit had ik voor die speciaalstudie ‘Het leven van Willem de Mérode’ gelezen. Dit boek verscheen in 1971 en werd in 1983 gereviseerd opnieuw uitgegeven als biografie. Nu is de uitgave van 1983 helemaal opnieuw onder handen genomen door Hans Werkman. Vlot om te lezen en het geeft een mooie inkijk in het leven van deze bijzondere dichter.  Daarnaast had ik trouwens ook de tegelijkertijd verschenen bundel mee met 100 gedichten van Willem de Mérode meegenomen (een keuze van Hans Werkman en Willem Jan Otten). Volop genieten dus! Voor wie van poëzie houdt is deze bundel zeer aan te bevelen. De taal kan soms even een struikelblok zijn, maar dan moet je het gedicht gewoon hardop lezen. Dat adviseerde de Mérode zelf ook.

Interessant was dat ik in ‘Het leven van Willem de Mérode’ (een exemplaar uit de boekenkast van mijn schoonvader, omdat mijn eigen exemplaar te veel waterschade had) artikelen uit het Nederlands Dagblad van 1973 vond. K.O. Meijer bespreekt daarin het boek van Werkman. Ondanks alle lof, is de schrijver van deze boekbespreking niet blij met het duidelijke en openlijke verhaal over de Mérode’s seksualiteit. Het had beperkter en soberder gemoeten, dan had de biografie aanzienlijk aan niveau en gehalte gewonnen, volgens Meijer. Enkele weken geleden schreef Rien van de Berg een beschouwing over de biografie van 2011. Hem had ik nog wel eens vergelijking met 1973 zien willen maken. Bij van de Berg geen enkele kritische opmerking over teveel openheid. Dat zou gebeurd zijn, wanneer er te omfloerst (op z’n 1973s) was gesproken, denk ik.

Tot slot. Mijn 1973 exemplaar ligt volledig uit de band. Versie 2011 is een mooi uitgevoerd boek met een goed ontworpen omslag. Waarom is deze biografie niet mooi gebonden en heeft het geen harde omslag gekregen? De Mérode zelf hield juist zo veel van mooi uitgegeven boeken! Een gemiste kans vind ik zelf. Ook de verzameling 100 gedichten hadden een mooiere uitvoering verdiend!

Wanneer u ’t bittre van dit boek verwart,
Gij meent, dat ik in lijden ben verstart,
Bedenk en voel hoe zelfs de zoeten linde
De stugge schors draagt boven ’t zachte hart.
(Kwatrijnen,  1924)

vakantie in Frankrijk

Wanneer je een vakantiedagboek bij houdt, zijn  mensen verbaasd. Iemand zei, dat kun je toch ook op Facebook doen? Nou, mij niet gezien dus. Min of meer voor de grap antwoordde ik dat ik er misschien wel een blog over ging schrijven. Eenmaal thuis ging ik alle foto’s doornemen. Dat leverde meer dan genoeg materiaal op. Niet om anderen te vermoeien met mijn familieactiviteiten natuurlijk. Wel om wat leuke opvallende plaatjes door te geven. De eerste foto is natuurlijk op zich helemaal niet bijzonder. Je komt dit soort beelden in Frankrijk overal tegen. Wel apart vond ik deze meer dan 5 meter hoge crucifix bij het strand van Palavas (half uurtje van Montpellier). Nu besef je als gereformeerde dat God ook op vakantie er is. Ook op het strand dus! Prachtig was de Arena in Nimes. Het zet aan het denken dat je een gebouw doorloopt dat al 2000 jaar bestaat. Dat bepaalt je opeens bij de nietigheid van de mens. Wat stellen wij voor met ons korte mensenleven in de geschiedenis… Groen van Prinsterer zijn uitspraak: ‘in het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal’, doet hier opgeld! Omdat we vanuit het zuiden een tussenstop in de Bourgogne maakten, konden we Autun (71) verkennen. Ook daar overblijfselen uit de Romeinse tijd, waaronder een prachtige poort. Het bijzondere was, dat aan de poort een gereformeerde kerk was vastgebouwd. Tja, daar kun je toch flink over filosoferen. Het gebouw zag er niet uit trouwens. Niks geen statigheid, geen uiterlijk vertoon. In het zuiden hebben we ook verschillende gebouwen gezien van de Eglise Reformee en ook bezocht trouwens. Ook daar strakke eenvoudige functionele gebouwen. Al met al, een kerk die steun vindt aan een poort van het grote Romeinse Rijk, lijkt mij een unicum. Tot slot; de druivenpluk was begonnen. Zeer bijzonder, want normaal gesproken is dat weken later. Maar de druiven zijn vroeg rijp, vanwege het mooie voorjaarsweer. Voor de echte wijnliefhebber is het een ontroerend gezicht; wijngaarden die met de hand worden geplukt!

Bijbelmethode na acht jaar klaar

Vandaag heeft het Nederlands Dagblad een keurig artikel gepubliceerd over het voltooien van de Bijbelmethode Levend Water. Het is natuurlijk altijd even afwachten wat de betreffende journalist er van maakt, maar dit verdient een compliment. En gelukkig zijn journalisten er niet alleen maar op uit om nieuws te verdraaien.

Nu is het ook echt een een mijlpaal. Het was onvergetelijk om sinds maart 2004 (om precies te zijn: 10 maart) met een aantal collega’s te bouwen aan iets compleet nieuws. Onder leiding van Gert Gelderblom en samen met Henry Koopman en Vrouwke Klapwijk zijn we toen aan de slag gegaan. Vooral het eerste begin was pionieren. Ik kan me nog herinneren dat we met grote vellen een overzicht hebben gemaakt voor een eerste opzet. Daarnaast sleepten we ook ons eigen achtergrondmateriaal mee. De GPC-verhalenlijst was een hele belangrijke, maar bijvoorbeeld ook de boeken van van Bruggen (CNT). Het werden al met al inspirerende woensdagen in Vathorst. In de pauze verkenden we regelmatig de bouw van deze Amersfoortse nieuwbouwwijk, om daarna weer verder te bouwen aan de methode voor bijbelonderwijs. Wat waren we trots toen het eerste deel, voer groep 8, verscheen. Een prachtig leerlingenboek met daarbij een werkboek. Vooral de laatste was een kunststuk. Een handig en ook goedkoop werkboek om leerlingen zelf mee aan het werk te laten gaan. Om ook thuis met ouders in te vullen en om er over de vertelde verhalen door te praten. Deel 7, 6 en 5 werden vervolgens met veel inzet in de markt gezet. De auteurs stopten er vaak al hun vrije tijd in. Een dag in de week was in de meeste gevallen veel te weinig. Maar met de overtuiging dat we het ergens voor deden kwamen we er iedere keer weer. Soms schoven deadlines op, maar het is iets om onze goede God dankbaar voor te zijn dat het hele project nu afgerond is. Het was tot eer van God en met Zijn hulp. Toen deel 8 t/m 5 klaar waren heeft de stuurgroep Levend Water onder leiding van Jan Overweg (zijn naam zij met ere genoemd) het voor elkaar gekregen dat er een doorstart kon worden gemaakt voor de onderbouw van de basisschool. Opnieuw kon ik aan de slag. Nu niet als auteur, maar als projectleider. Voortvarend is er gewerkt en gebrainstormd en veel nagedacht. Voor groep 3, 2 en 1 kwamen er zodoende prachtige ‘knieboeken’ op de markt. Op mijn weblog heb ik de laatste maanden al eens prachtige voorbeelden laten zien. Nu is het helemaal aan het werkveld om goed bijbels onderwijs te geven. De verhalen vertellen uit het Boek staat daarin voorop. De handleidingen van Levend Water geeft daarvoor veel tips en achtergronden. Toch zal de leerkracht het zelf moeten doen. Hij (en ook zij natuurlijk) moet op een rustig moment de Bijbel openslaan, het verhaal lezen en op zich in laten werken. Hij/zij zal (en daar kan de methode weer bij helpen) moeten bedenken wat hij/zij zijn leerlingen wil meegeven.

Voor de niet lezers van het ND, hierna de tekst van het artikel;

Bijbelmethode basisonderwijs na acht jaar klaar Met een ‘knieboek’ voor kleuters van groep 1, is deze week de gereformeerde Bijbelmethode Levend Water afgerond. Projectleider Roel Wimmenhove hoopt dat ook andere Bijbelgetrouwe scholen de acht lesboeken ontdekken.

Diemen Acht jaar is er aan gewerkt en de gereformeerde scholen hebben er gezamenlijk ruim 600.000 euro in geïnvesteerd: de Bijbelmethode Levend Water. Vijf mensen uit het werkveld waren er elk minstens één dag in de week voor vrijgesteld. Vier jaar geleden verschenen de delen voor de groepen vijf tot en met acht, deze week het achtste en laatste deel, een lesboek voor de kleuters van groep een.   ‘We zijn dus eigenlijk omgekeerd begonnen’, zegt projectleider Roel Wimmenhove uit Diemen en een van de auteurs. ‘Dat kwam omdat bij groep 8 de behoefte aan adequaat achtergrondmateriaal bij de Bijbelverhalen het grootst was. Voor die groep hadden we niets waarmee we de kinderen aan het nadenken konden zetten.’

hoofd en hart Levend Water is de opvolger van de methode Naam en Feit. De nieuwe methode beoogt volgens Wimmenhove niet een verschuiving van het hoofd (kennis) naar het hart (waarom dóen mensen dat), maar wil hoofd en hart laten samenwerken. ‘Je moet de kinderen Bijbelverhalen blijven vertellen. Zo geef je hun het evangelie door. De achtergrondinformatie is bedoeld om de impact van het Bijbelverhaal voor jouw leven duidelijk te maken.’ Vandaar verwerkingsvragen als: ‘Waarom dóet aartsvader Jacob dat nou?’ En: ‘Waarom reageren de mensen in het verhaal zo?’ Met daarna de toepassingsvraag (‘dichterbijvraag’): ‘Hoe zou jíj reageren?’ Of nog persoonlijker: ‘Wat geloof je nu zelf?’ Levend Water bestaat uit een handleiding voor de leerkracht, een leerlingenboek en een werkboek. Het lesboek is voor op school; interactieve vragen geven een aanzet tot een klassengesprek over Bijbel en geloof. Ook de ‘schaduwverhalen’, die op een alledaagse manier de boodschap uit de Bijbel belichten, dienen dit doel. Het werkboek dat de leerlingen mee naar huis nemen, is meer bedoeld voor de zelfstandige verwerking. Daarbij leren de kinderen feiten, memoriseren ze Bijbelteksten en moeten ze opdrachten maken. Wimmenhove: ‘Zo krijgen de kinderen bij het Bijbelboek Job, dat over het waarom van het lijden gaat, de opdracht: ga eens met iemand praten die wat ergs heeft meegemaakt. Waarbij we in de handleiding tegen de leerkracht zeggen: let speciaal op wat dit teweeg kan brengen bij kinderen.’

breder Met acht werkboeken is Levend Water volgens Wimmenhove ‘redelijk uniek’. Zo ontwierp het reformatorische Driestar College ook een Bijbelmethode, maar die bestaat meer uit los leerlingenmateriaal dat gekopieerd kan worden.      Volgens Wimmenhove is Levend Water gemaakt voor het gereformeerd onderwijs, maar ook breder te gebruiken. Daar is bij het schrijven, bijvoorbeeld over de kerk, ook rekening mee gehouden. En nadat er vanuit een hervormde scholencluster in Barneveld belangstelling bleek te bestaan voor de nieuwe methode koos de projectroep ook voor een extra editie van het werkboek waarin de Herziene Statenvertaling wordt gebruikt.  Verder werden in de begintijd evangelische meelezers ingeschakeld. Wimmenhove: ‘Ook de christelijk-gereformeerde ds. A. van der Veer gaf ons goede tips waarmee we gedurende het project onze winst konden doen.’

veel gebruikt op gereformeerde scholen Van de gereformeerde basisscholen past inmiddels 80 procent de nieuwe Bijbelonderwijsmethode Levend Water toe. Buiten de gereformeerde zuil is de bekendheid minder. ‘Zo’n  25 protestants-christelijke scholen maken er gebruik van’, schat Tamme Spoelstra van uitgever Educatief Academie, die behoort tot de Gereformeerde Hogeschool Zwolle. Levend Water bestaat uit acht delen: voor elke groep van de basisschool één. De oplage van de Bijbelmethode varieert en bedraagt per deel tussen de twee- en tienduizend exemplaren.