Categorie: boeken

Korea

Tussen coach en hoofdcommissaris had ik vorige week genoeg tijd om ‘Huis Marseille’ te bezoeken. Het statige pand aan de Keizersgracht is op zich al de moeite waard om in rond te dwalen. De prachtige gangen en trappen, de rustieke tuin met het prachtige tuinhuis, een belevenis op zich. Op dit moment zijn er in het ‘Museum voor Fotografie’ twee prachtige tentoonstellingen (nog tot en met 4 maart!). Wel bijzonder dat ‘Huis Marseille’ aan dezelfde gracht staat als het andere Amsterdamse fotomuseum “Foam”. ‘Huis Marseille’ is rustiger en vaak eenduidiger ingericht. Het eerste gedeelte in ‘Huis Marseille’ geeft een prachtig overzicht van foto’s van Ad van Denderen. ‘Steen als metafoor voor een complexe situatie’, is de ondertitel van deze bijzondere expositie; foto’s uit het Heilige Land. Van Denderen is er verschillende malen geweest, soms maanden achter elkaar.  Al kijkend en verbazend hoorde ik naast mij  een bezoeker met een wilde bos haar van alles over de verschillende foto’s uitleggen en daarbij gaf hij zoveel informatie over de verschillende plaatsen, dat ik een paar keer verbaasd in zijn richting keek. Bleek in de volgende zaal gewoon dat het de fotograaf zelf was. Mooi zo’n extraatje! En, beste fotograaf, bedankt! Vooral de series over de eerste aanzet van een muur en Rawabi zijn indrukwekkend. Rawabi is een Palestijnse stad, gebouwd door een Amerikaans-Palestijnse multimiljonair. De vraag is alleen of er ooit mensen gaan wonen en het een volwaardige stad wordt

Portrait Leaders – Somun Street – Pyongyang

Het tweede gedeelte van ‘Huis Marseille’ hangt vol bijzondere foto’s van Eddo Hartman. Hij is verschillende malen naar Noord-Korea geweest en probeert met zijn foto’s te peilen wat de ziel van dit land is, als er al een ziel is… Nu zowel Noord als Zuid-Korea deze weken zo in het nieuws staan vanwege de winterspelen is dit beeld inzichtgevend. Op de Spelen lopen enkele Noord-Koreaanse wintersporters rond, met in hun kielzog een peleton ‘juichmeisjes’. Ik zag een reportage voorbijkomen over deze uitverkorenen; bizar. Deze groep van ruim tweehonderd waanzinnig getrainde meisjes, is volledig afgeschermd door bewakers. Geen presentje mogen ze aannemen van een vriendelijke Nederlandse journalist en met z’n allen gaan ze tegelijk naar het toilet. Toch kijken ze vrolijk en blij de camera in. Volledig afgericht, zoals de meeste bewoners van Noord-Korea. Toen Hartman de foto van hiernaast wilde maken, werd hij opeens aangevallen door een bewaker/soldaat. De lijnen van de elektriciteitskabels voor de trolleybus dreigden op de foto door de hoofden van de grote leiders te lopen en dat was natuurlijk streng verboden. Zijn eigen begeleider en vertaler moesten tussenbeide komen om de kwestie te sussen.
Bijzonder zijn ook de filmopnamen die Hartman maakte. Je ziet de dag verglijden en het langzaam donker worden in Pyongyang. Muziek klinkt door de straten, afgewisseld met staatspropaganda. Om twaalf uur ’s nachts klinkt de muziek langer, als afsluiting van de dag. Het stuk is een verkorte versie van het lied ‘geliefde generaal, waar bent u?’ Bijzonder beelden, intrigerend, maar ook vol eenzaamheid. Hoe zouden die mensen, volledig afgericht, zich werkelijk voelen? De lachende gezichten van de gestorven leiders suggereren een vredelievende heilsstaat, maar helaas de harde werkelijkheid is totaal het tegenovergestelde.

Tegenover de balie in onze plaatselijke bibliotheek is een tafel waar recent aangeschafte boeken liggen om uitgeleend te worden. Zonder stil te staan bij de tentoonstelling in ‘Huis Marseille’, had ik een boek over Noord-Korea meegenomen, getriggerd door een recensie die ik erover had gelezen. Na de fotobeelden ben ik gaan lezen in ‘Over de Grens’. Het boek begint met een korte inleiding van Remco Breuker. Breuker is  hoogleraar Koreastudies aan de Universiteit Leiden en verschijnt regelmatig in diverse actualiteitenprogramma’s als de spanning weer op loopt tussen Trump en Kim Jong-un. Hij geeft een paar prachtige understatements mee in zijn inleiding: “Macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut. De absolute macht van de enkeling en het recht op een menswaardig bestaan van velen gaan slecht samen. Literatuur vormt dan een eenzame tegenstem tegen het overdonderende geweld van de propagandakoren.”(pg 12) En een paar bladzijden verder over het indringende verhaal van Jang Jin-Sung: “Het is wellicht een cliché, … Over de grens houdt de lezer een spiegel voor. Het laat zien hoe noodzakelijk de vrijheid van geest is, om ook daadwerkelijk te kunnen leven.” En wanneer je dan de proloog van het boek in één adem uitleest, blijf je als verbijsterd zitten en lees je en herlees de laatste zin van deze proloog nog eens: “Geschrokken realiseerde ik me dat de tranen die ik tijdens de audiëntie had gezien (de schrijver mocht plotsklaps op audiëntie bij de vader van Kim Jong-un; Kim Jong-il) niet de tranen van een mens waren, maar de bloedige tranen van iemand die wanhopig mens wilde worden.”
Dat laatste geeft ook goed de sfeer weer van de foto’s van Eddo Hartman. Het lijkt wel of in dat bijzondere land geen echte mensen leven, dat alles een groot decor is, met alleen maar gemaskerde toneelspelers. Foto’s die je niet zomaar weer uit je hoofd krijgt, zeker in combinatie met het verhaal van een gevluchte hofdichter.

Goede voornemens… | In memoriam Harm 1982 – 2016 (70)

Heel veel mensen hebben er last van. Bij het begin van het nieuwe jaar wil je op een of andere manier een goed voornemen formuleren. Ik heb het idee dat veel voornemens trouwens nooit worden uitgesproken. Dan weten anderen het niet, en kun je er ook niet aan gehouden worden. Ik heb het ook niet gehad over mijn goede voornemen, maar inmiddels wel uitgevoerd. Onze boekenkast in de woonkamer werd veel te vol en uitbreiding was helaas niet mogelijk. Gelukkig hebben we boven ook nog een flinke kast, maar tja, die zat inmiddels ook overvol. Er zat dus niets anders op om gewoon te gaan ruimen. Ik hou er helemaal niet van om boeken weg te doen, het doet pijn. Het was dus een heftige klus, maar het moest wel, ook ook al zag ik er als een berg tegenop. Zoals met veel goede voornemens, vragen ze dus een soort discipline van je.

De wijk Jeruzalem in Watergraafsmeer

Altijd heb ik bedacht dat je boeken niet weg doet. Maar nu moest ik het bijstellen, helaas. En wanneer je een plank gaat sorteren, kom je tot ontdekking dat er ook boeken zijn waarvan je zeker weet dat je ze nooit meer zult openslaan. Dan nog wil je ze nog steeds niet kwijt trouwens. Terwijl ik boven bezig was, kwam regelmatig wijlen broeder Kuperus in mijn gedachten. Hij woonde in de wijk Jeruzalem van Watergraafsmeer samen met zijn vrouw, op een bovenwoning. Broeder Kuperus was een echte lezer en daardoor ook liefhebber van boeken, een zijkamer vol! Het echtpaar Kuperus had geen kinderen en daarom gebeurde het regelmatig dat ik na een bezoek met een plastic zak met boeken naar huis ging. Soms waren het geschiedenisboeken, maar vaak ook allerlei werken op theologisch gebied. Onze broeder had de gewoonte om tijdens het lezen regelmatig zijn pen te gebruiken, hele bladzijden waren onderstreept. Nu bij het opruimen kwam ik er weer verschillende tegen. Boeken die je tegenwoordig aan de straatstenen niet meer kwijtraakt. Toen broeder Kuperus was overleden, zijn vrouw leefde toen al niet meer, moesten we alles opruimen. Dozen vol, honderden boeken, we kregen er bij een tweedehands boekenwinkel een habbekrats voor.
Die habbekrats heb ik maar laten zitten, de kringloop was er blij mee. Uiteindelijk had ik zoveel planken leeg dat ik, wat beneden te veel was, boven netjes kon inruimen. Overzichtelijk en keurig op onderwerp gesorteerd en… genoeg ruimte over om de stapels boeken die uit Harm zijn boekenkast zijn gekomen ook een plek te geven. Ook Harm mocht graag boeken verzamelen. Vooral architectuur, ontwerpen literatuur en koken hadden zijn aandacht. Sinds het opruimen van zijn etage stonden de stapels boeken bij ons boven, gewoon om es een keer op te ruimen. Vaak hadden we het er over gehad, maar zoals met zoveel, het heeft tijd nodig. Het ‘goede voornemen’ was er, maar ook deze had meer tijd en ruimte nodig. Harm zijn stapels heb ik geselecteerd en een gedeelte een mooie plek gegeven, een “gedachtenisrij” boeken. Om nog eens door te bladeren; dit vond hij dus mooi, dit interesseerde hem. Ook in 2018 is Harm elke dag in onze gedachten en die speciale rij boeken dragen daar aan bij, zal soms treurig stemmen, maar ook vaak een glimlach te voorschijn toveren.

Eén boek kon ik (nog) niet weg doen. De huisbijbel van mijn ouders, tot op de draad versleten. Voor zover ik me kan herinneren lag hij de laatste jaren in hun keuken op een plank. Wanneer we er als gezin waren mochten Harm en later onze dochters ook, na het eten de Bijbel bij opa brengen. Een fors exemplaar en in het begin kon Harm hem nauwelijks vasthouden. Mijn vader hield met een potloodje bij tot hoever hij had gelezen. Voor het gemak was het potloodje tegelijk bladwijzer. Maar bij een volgende ronde voldeed een streepje niet meer, kruisjes en nog weer later v’tjes volgden. Een Boek met veel herinneringen, ik kan er nog geen afstand van doen. Op zolder hadden we vroeger een oud kastje waar van alles in lag, de cursus Engels die mijn vader een tijdje gevolgd had en ook stapeltje tot op de draad versleten kerkbijbeltjes. Kapotte kaften, veel scheuren in de dundrukblaadjes en hier en daar zelfs bladzijden verdwenen. Weggegooid werden ze niet, dat deed je niet met de Bijbel. Geen idee waar ze gebleven zijn trouwens toen mijn ouders een nieuw huis hadden laten bouwen.

Blinde vlekken… van 2017 naar 2018

Afgelopen zondag preekte de dominee van de Noorderkerk aan de Prinsengracht, Paul Visser, bij ons in de OPK. Hij vond het heel bijzonder om voor de eerste keer echt voor te gaan in een ‘vrijgemaakte’ kerk. “Het is heel goed dat dit gebeurt!”, zei hij vooraf in de consistorie. Het werd een soort kerst-oudejaarspreek over Openbaring 21; “Zie, ik maak aller dingen nieuw!” Als mensen zijn we zo bezig om ons leven te verbeteren, om nog meer spullen om ons heen te vergaren, nog harder werken voor vrede… Maar ondertussen gaat het nog zo vaak mis, maar dan en daar begint God juist. Het liep mis in ons eigen hart, wat trouwens tussen je oren zit volgens dominee Visser. “Maar”, zegt God tegen ons, vanuit dat bijbelboek Openbaring: “Ik ben bezig alle dingen nieuw te maken bij jou. In Christus mag je beseffen, God heeft met mij iets gedaan!” Dat relativeert heel veel, je eigen fouten, je gebreken en je gekkigheden…”

“Zoooo… opa is sterk hè!”

Ik moest mijn aantekeningen er nog eens rustig op na lezen, nog eens weer een hele poos voor de spiegel gaan staan. Weten dat je geliefd bent, maar dan ook langzaam gaan beseffen dat het niet een zoethoudertje is, om jezelf maar een beetje in balans te houden. Wanneer je echt in de spiegel kijkt, besef je ook dat het tussen je oren begint (omdat daar je hart is), maar dat het tegelijkertijd compleet genade is. Alleen dan kunnen we verder, ook met ons verdriet om Harm, het gemis en alles wat daar bij hoort. Hoe vaak heeft ons dat ook de afgelopen weken niet weer door het hoofd gespeeld. Elke keer als ik zijn foto zie staan en in mijn hoofd nog zijn stem hoor, wanneer je vrienden van Harm spreekt. Dan kan het je zo maar naar de strot grijpen en branden er tranen achter je ogen. En tegelijkertijd koesteren we de mooie momenten en herinneringen. Ook als 31 december straks voorbij is en de vuurwerkdampen zijn opgetrokken zal het gemis en verdriet niet voorbij zijn. Zo vergaat het ons en zo veel anderen die een geliefde moeten missen.

Radio, tv en ook de kranten, ze staan deze dagen bol van het terugblikken en vooruitkijken. De bekende doden worden nog eens breed herdacht, rampen en aanslagen worden in herinnering gehaald. En zoals het velen zal vergaan, overdenk je ook eigen persoonlijke gang door een jaar. De mooie dingen, maar ook de zaken waar je liever niet meer aan herinnerd wilt worden. Dat wanneer je voor de spiegel staat je als het ware opnieuw het schaamrood ziet opkomen. Waar zouden onze ‘blinde vlekken’ het afgelopen hebben gezeten? Vorige week, dus alweer bijna twee weken geleden, was ik in Vriezenveen bezig met het leggen van een mooie houten vloer in het nieuwe huis van onze dochter en haar gezin. Prachtig werd het! Maar toch overheerste de pijn op een zeker moment, in mijn knieën.  Al kruipend over de vloer en iedere keer weer overeind komen, toen ik uiteindelijk terugreed had ik een blaar op op mijn linkerknie zitten. Achteraf verdween een beetje de vreugde over de prachtige vloer en het mooie resultaat en dat de oudste kleinkinderen trots waren op hun opa. Een ‘blinde vlek’ was zomaar geboren.
Zo gaat het maar al te vaak, de mooie en feestelijke dingen worden zomaar weer overschaduwd door het vervelende en de rauwe werkelijkheid. Op zo’n moment is het de kunst om het eerlijk naast elkaar te zetten en de lelijke blaar maar even te vergeten. Of andere mensen kunnen zo maar af doen, we gaan ze negeren en willen ook geen meningen meer met ze uitwisselen. Argumenten doen er niet meer toe en onze ‘blinde vlek’ wordt in onze eigen ogen een ‘heldere ster’. In je eigen huis kan het zo gaan, in je familie en ook in je buurt en straat en in het groot gaat het ook vaak zo. We voegen er een hashtag aan toe en zenden het de wijde wereld in. Ook in de kerk gaat het soms zo maar op die manier. We willen allemaal zo graag leven zoals Jezus het ons verteld heeft en voorgeleefd. We willen zo graag, maar hoe vaak breekt het ons niet bij de hand af? En hoe vaak beseffen we dat niet eens en en zien we zelfs achteraf de blinde vlekken niet, ook al zetten anderen er grote schijnwerpers op!  Dat is onze plaatselijke gemeente zo, maar ook in het verband van kerken waar we in leven. De GKv waar de OPK bij hoort veranderde afgelopen jaar op de synode zijn standpunt over ‘de vrouw in het ambt’. Eigenlijk was de discussie al voorbij voordat we er erg in hadden. Maar hoe voelden al die zusters en broeders zich, die al jaren met steekhoudende argumenten dit bepleit hadden? Hoevelen zijn er niet verketterd om dit standpunt? Kregen ze achteraf nog een excuus? Onze GKv is trouwens toch al niet zo goed in het aanbieden van excuses, in de eenwording met de NGK worden die ook nog niet echt van harte gegeven.

Blinde vlekken, we hebben er vele vandaag de dag. En steeds weer is het een opgaaf om ze te ontdekken, door te lezen, het verleden te bestuderen en heel veel samen in gesprek te gaan. ‘Elkaars nieren proeven’, werd er vroeger wel gezegd.  Donderdagavond zat ik met vriend Marco in zaal 1 van het Eye. Première van de film “THE LONG SEASON”, Marco had via zijn werk twee vrijkaartjes. De film had in november al gedraaid op de IDFA en zelfs twee prijzen gewonnen. Nu draait de film gelukkig in een groot aantal bioscopen, een aanrader! De maker, Leonard Retel Helmrich, heeft een boeiend beeld geschetst van het leven in een vluchtelingenkamp in de Bekavallei (Libanon). Je voelt haast de kou en de blubber wanneer de beelden van het scherm spatten. Schamele plastic tenten als onderkomen en verstoken van de meest elementaire voorzieningen.  En de dagelijkse onrust over hoe het de familie in Raqqa, in handen van IS, vergaat. Korte lontjes, huwelijksperikelen, haat en nijd, maar ook veel liefde; het komt allemaal voorbij. Wat een spiegel houden Helmrich, Huystee en de Syrische Ramia Suleiman ons voor!

Een huis…

Stel je voor dat mijn oudste broer op een dag zijn huis gaat verlaten. Dan verdwijnt er een stuk van onze familiegeschiedenis. Voor zover ik weet is mijn vader er geboren in 1916, maar zeker weten doe ik het niet. Hij heeft er in ieder geval bijna zijn hele leven gewoond. Opgegroeid op de keuterboerderij van zijn ouders Fake en Liebigje, nam hij als vanzelf het bedoeninkje over. Mijn vader trouwde in de oorlog (1942) met mijn moeder en bleven er wonen met de oudelui en kregen er in totaal negen kinderen. Na de oorlog bouwde hij het bedrijfje verder uit. Met de kennis die hij had opgedaan op de landbouwschool begon hij wat tuinbouw, bouwde schuren om kippen te houden en ging ‘loonweken’. Ook kocht hij een paard en verschillende landbouwmachines. Van lieverlee verdween het boerenbedrijf naar de achtergrond en werd de boerderij steeds meer woning en opslagruimte voor de ‘houthandel’. Toen ik tien jaar was, hadden we nog ongeveer vijftien koeien en heb ik zelfs melken geleerd!
Zo’n verhaal zou in vele hoofdstukken een boeiende inkijk geven in het huis en zijn bewoners door de afgelopen honderd jaar. De Engelse schrijver Thomas Harding heeft zo’n boek geschreven over het zomerhuis van zijn familie. Het zomerhuis werd ooit gebouwd door zijn overgrootvader Alfred Alexander aan een meer buiten Berlijn. In de weekenden en zomers reed het gezin Alexander naar hun zomerhuis en genoten dan van de landelijke rust en de schone lucht. Een boeiende familiegeschiedenis komt tot leven. De Joodse familie Alexander weet net op tijd te ontvluchten om zo te ontkomen aan de gaskamers van Hitler en zijn trawanten. Het huis aan het meer blijft leeg achter, maar wordt al snel daar de nazi’s onteigend en zo komt het dat er achtereenvolgens nog vier families in het huis komen te wonen. Door de Koude Oorlog komt het huis in DDR-gebied te liggen, verstopt achter de Muur. Pas wanneer de Muur gevallen is, keert op een dag de oma van Thomas naar het ‘zomerhuis’ terug. In de zomer van 2013 gaat de schrijver het huis weer opzoeken. Het is verlaten en vervallen en niemand weet eigenlijk wie nog de eigenaar is. Uiteindelijk gaat Harding met behulp van de plaatselijke bevolking het huis opknappen.
Een knap geschreven boek, dat ook een mooi een overzicht geeft van honderd jaar Duitse geschiedenis. Het bijzondere is trouwens dat de geschiedenis doorgaat. Harding vertelt dat hij op een dag een bordje op het zomerhuis mag spijkeren: ‘Denkmal’. Het dak is inmiddels gerestaureerd en er zijn plannen om ook de rest aan te pakken. Op de site https://alexanderhaus.org/ is heel veel informatie te vinden, fotoreportages, oude filmpjes en ook de toekomstplannen.

nogmaals de Arabier

Congo, 2016 © Jamie Hawkesworth

Eind vorige week was het al prachtig weer. Vrouwlief was een lang weekend de deur uit en had ik dus het rijk alleen. Voor je het weet zitten ook dit soort dagen vol met van alles en nog wat, maar gelukkig kon ik na mijn wekelijkse sportschooluurtje rustig mijn gang gaan. Ik had gezien dat in ‘huis marseille’ een prachtige fototentoonstelling liep van Jamie Hawkesworth. Alleen al het wandelen door de prachtige panden aan de Keizersgracht is een belevenis, maar ook het fietsen er naar toe, langs de Amstel en de grachten. De vorige keer was ik er met Harm geweest, ook toen een prachtig mooie verzameling foto’s van Hanne van der Woude; Emmy’s World. Wat hebben we genoten toen, ergens najaar 2015. Ook daar kende hij trouwens zomaar weer een stagiaire, een vriendin van een vriendin ofzo.
Na mijzelf heerlijk te hebben ondergedompeld in de wereld van fotograaf Jamie, met onder andere een serie prachtige foto’s over een af te breken busstation, verder gefietst naar de mooiste boekhandel van Amsterdam.
Opeens zag ik hem liggen bij de afdeling ramsj; het eerste deel van Arabier. Wanneer ik zoiets zie vind ik dat voor zo’n geweldig boek toch vervelend. Riad Sattouf zal er heus niet minder om eten, maar je boek in de uitverkoop….?! Waarschijnlijk heeft de drukker er gewoon te veel van gedrukt, of de uitgever heeft verkeerd gecalculeerd, maar het voelt als een soort heiligschennis. Een paar maande geleden zag ik een bundel met allemaal prachtige gedichten, die waren verzameld door Arie Boomsma, ook in de ramsj liggen. Voelt ongemakkelijk, ook voor de schrijver, of zoals in dit geval voor Arie Boomsma. Loop je de boekhandel binnen en zie je daar stapels van jouw werk liggen, maar dan in uitverkoop. Trouwens waar maak ik me druk over, ik had immers net reclame gemaakt voor ‘de Arabier’ deel 3! Prachtig toch, voor €7,50 ligt deel 1 nu in de winkel!
In dit eerste deel gaan de vader en moeder van Riad verhuizen naar land van Moammar al-Qadhafi, Libië, omdat vader daar een baan heeft gevonden na zijn studie in Frankrijk. Fantastisch hoe Sattouf het leven in deze voor ons volstrekt vreemde wereld tekent. Het geeft ook prachtig de waanzin weer van een land dat zucht onder de grillen van een alleenheerser. En dat voor maar zevenvijftig.
Bij de afdeling strips en graphic novels vond ik het boek van Liesbeth Labeur, ‘Een lamp voor mijn voet’. Een graphic novel, met nadruk op het laatste, over de reformatorische wereld. In een prachtig ’tale Kanaäns’ vertelt hoofdpersoon Neeltje over haar jeugd in Zeeland en haar studietijd in Antwerpen; ontroerend en indrukwekkend. Zondagmiddag wilde ik eigenlijk nog een stuk fietsen, prachtig weer immers! Maar in de tuin was het ook heerlijk. En terwijl in de verte de trommels de laatste deelnemers van de Amsterdam Marathon nog een flinke boost gaven, verkeerde ik tussen ‘zulke verdorven aard’ en ‘gevallen in een jammerstaat’. Wat een indringend verhaal, met veel vermakelijke zinnen, gecombineerd met tale Kanaäns. ‘Neeltje zag de poorten van Sions tempelzalen wijd openstaan, er stroomde licht uit’. ‘Neeltje vluchtte weg. Haar nek was tot een voetbank Hunner voeten geworden’. Het boek gaat ook over misbruik en incest.

Al googelend vond ik een kort bericht in de PZC (de krant van Zeeland), ik citeer: “Liesbeth Labeur zegt over haar hoofdpersoon: ,,We zouden Neeltje tekort doen, als ze één op één op mijn eigen leven gelegd zou worden. Wat misbruik betreft hoeven mensen zich over mij geen zorgen te maken. Maar ik blijf in het verhaal wel dicht bij mezelf. De herdenking van Luther dit jaar inspireerde me tot dit boek. Eigenlijk is het een droevig verhaal met incest, dood, en heb ik medelijden met Neeltje zoals ik haar geschapen heb. Misbruik is een niet erkend probleem in de reformatorische kring. Het is goed dat we er met elkaar over praten. Ik hoop dat de meisjes in de calvinistische zuil via Neeltje erkenning krijgen. Het is niet mijn bedoeling om de reformatorische wereld in een kwaad daglicht te zetten maar hoop wel dat het gesloten karakter opener wordt.”  Misbruik gebeurt niet alleen in Hollywood of Hilversum en zeker niet alleen ook in de RK-kerk. Nee, ook in gereformeerde en reformatorische kerken komt het voor en het boek van Labeur kan een aanzet zijn tot meer openheid.
Heel indrukwekkend zijn de tekeningen van Labeur, zij geven extra diepgang aan het verhaal. Wanneer je haar website bezoekt, raak je onder de indruk van haar kunstwerken.
En gelukkig voor Liesbeth, niet in de ramsj, maar gewoon de volle prijs!

advies opgevolgd

Voor ik het terugbreng naar de bibliotheek, wil ik het in ieder geval aanbevelen. Een kleurrijke autobiografische graphic novel: ‘De Arabier van de toekomst’. Inmiddels is het derde deel uit van dit boeiende levensverhaal. Riad Sattouf heeft op een prachtige manier zijn jeugd als peuter en opgroeiend ventje vastgelegd. Zijn vader komt uit Syrië en studeert in Frankrijk, waar hij trouwt met de moeder van Riad. Op een geweldige manier tekent Riad het jongetje dat hij geweest is en alles waarneemt. In deel 1 gaat zijn vader werken in Libië, maar het gezin keert later terug naar Frankrijk. In deel 3 woont het gezin inmiddels in het geboortedorp van Riads vader in Syrië. Prachtig hoe het kleine ventje zijn vader en moeder tekent in het omgaan met het dorp en de familie van Riads vader. Wie meer wil weten over Arabische cultuur, het gewone dagelijkse leven in een Arabisch land, maar ook hoe het voelt om op te groeien in een gezin met twee verschillende culturele achtergronden, pak dit boek ter hand. Een graphic novel lijkt in eerste instantie wat suf, maar dat is het bepaald niet, het is een prachtige vorm om de lezer mee te nemen in het verhaal. Zeer aanbevolen!

De eigenlijke aanleiding voor deze blog ligt echter bij een ander boek. Aan het begin van de zomer las ik van Edmund de Waal zijn tweede boek. Het heeft de prachtige titel: ‘De witte weg’, en gaat over porselein. De Waal is eigenlijk een pottenbakker, maar is inmiddels ook een bekend en geliefd schrijver. Als ik terug blader in mijn blogs, zie ik, dat ik in november 2011, al bijna zes jaar geleden dus, schreef over het eerste boek van Edmund de Waal: ‘De haas met de amberkleurige ogen’. Ik vond het een fantastisch boek en het leidde op onze leesclub ook tot een mooie en diepgravende bespreking. Aan zijn geërfde verzameling netsukes, hing de Waal een indringende familiegeschiedenis op. In maart 2014 schreef ik opnieuw over de Waal, vanwege een prachtig kunstwerk in het Rijksmuseum. Toen kwam ook opnieuw dat boek over de netsukes ter sprake. Ik verbaasde mij over de verschillende omslagen en het prachtige Japanse omslag. Ik las de blog nog eens door, omdat ik een paar weken terug alweer een nieuwe uitgave van dit uitstekende boek bij mijn boekhandel zag liggen. En… met alweer een nieuwe titel! Teruglezend in mijn blog zag ik dat ik dat in 2014 al ontdekt had, de titel klopte niet. Ik kan niet meer achterhalen waar ik die kennis vandaan haalde. Ongetwijfeld heb ik toen een hele tijd zitten googelen naar omslagen en titels. Ook nu ben ik maar eens even gaan zoeken en het eerste artikel wat ik vond gaf al uitsluitsel. ‘Het knoopjeskabinet’ werd ‘De haas met amberkleurige ogen’ en nu dus ‘De haas met ogen van barnsteen’. Ik vond een artikel in de Volkskrant  (juni 2017) en het lijkt er dus verdacht veel op dat de uitgever inmiddels mijn verhaal uit 2014 heeft opgepikt. Het boek van de Waal is opnieuw vertaald en heeft nu eindelijk een goede titel. Een aanrader dus!

Maar ook ‘De witte weg’ is een prachtig boek. Omdat de Waal pottenbakker is en gefascineerd is door porselein, wil hij weten hoe je aan het mooiste en het meest witte porselein kunt komen. Dat leidt opnieuw tot heel veel reizen, zoals naar Amerika, China, Duitsland en ook rondreizen in zijn eigen land. En opnieuw ontvouwt zich een prachtig verhaal over fabrieken, slimme zakenlieden en pottenbakkers. ‘De witte weg’ is een boeiend relaas, met ook een prachtige inkijk in de persoon van pottenbakker Edmund de Waal. Het is natuurlijk non-fictie, maar misschien juist daardoor extra boeiend. Wanneer ik “mijn” boekhandel aan de Middenweg binnenloop, kijk ik altijd even op de tafel ‘pas verschenen’. Elke keer liggen er dan weer nieuwe boeken en je vraagt je af of die allemaal verkocht worden. Zeker het segment fictie is groot, maar ook op de tafel non-fictie ligt gelukkig veel moois. Mooi is ook om te zien dat de boeken van de Waal echt bij de literatuur staan. Ik hoop maar dat Edmund de Waal nog veel mooie kunstwerken maakt. Helaas voor een werkloze schoolmeester niet te betalen. Ik hoop ook dat de pottenbakker nog weer een nieuw onderwerp vindt om over te schrijven, zodat er op een dag weer een mooie vertaling ligt in mijn boekhandel.

vier dominees boeken

de houten broek in Bloemendaal

In mijn boekenkast staan twee vergeelde boeken die aan het begin van de Tweede Wereldoorlog (1941) zijn uitgegeven. Het eerste deel is “In de houten broek” en van de hand van de journalisten Dingeman van der Stoep en Herman Felderhof (vader van televisiemaker Rik Felderhof), een aantal verslagen van bezoeken aan kerkdiensten van in die tijd bekende voorgangers. Ze gingen o.a. op bezoek bij K. Schilder, S.G. de Graaf en ook bij de bekende dominee G.H. Kersten (van de SGP). Het geeft een prachtige inkijk in de kerkdienst en de preekgewoontes van voor de oorlog.

Van der Stoep kon het niet laten en na al het luisterwerk ging hij persoonlijk bij predikanten en voorgangers op bezoek en schreef zo het vervolg, “Herder en Leeraar” (Over dominees en hun dagelijksch werk). In een inleidend exposé vertelt van der Stoep prachtig over het ambt en het dagelijksch werk van een dominé (spelling zoals toen gebruikelijk). Nog steeds zeer lezenswaardig, ondanks een verschil in taalkleed van wel 80 jaar. In het tweede deel worden allerlei aspecten van het domineeswerk onder de loep genomen; werken onder gevangenen, ziekenhuispastoraat, het maken van een preek (ds. D. van Dijk, na de oorlog een bekende GKV predikant), het geven van catechese, enzovoort. Leerzaam voor de verwende 21e eeuwse kerkganger, die op zijn mobiel een Bijbel-app heeft en verwacht dat de kerkdienst elke zondig er weer gelikt uitziet en voldoet aan het individuele en religieuze gevoel van de gelovige. Dezelfde gelovige heeft vaak geen idee wat een dominee doordeweeks allemaal moet doen om zondags fris en fruitig een gemeente toe te spreken.
Aan de boeken van Felderhof en van der Stoep moest ik denken toen ik, alweer enige maanden geleden, het boekje van Rikko Voorberg ter hand nam. Rikko, die ook nog wel eens bij ons in de Oosterparkkerk voorgaat schreef “De dominee leert vloeken”. Rikko vertelt in zijn boek over zijn leven en werk in de Pop-Up kerk in Amsterdam-West. Door de confrontatie met het ‘echte’ leven (contact met een zedendelinquent en vluchtelingen op Lesbos) probeert hij woorden te geven aan zijn woede over al het onrecht in de wereld en wijst de lezer een weg om hier op een christelijke manier mee om te gaan. En wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon. Dingeman van der Stoep vertelt over zijn bezoek aan dominé Coolsma in Groningen, die daar gedetineerden in de stafgevangenis bezoekt. Coolsma en Voorberg komen dezelfde dingen tegen en proberen beide te getuigen van Gods liefde, maar ook van Gods kracht. En alhoewel de vloekende dominee niet een compleet uitgebalanceerd programma presenteert, tot in de puntjes dogmatisch doorwrocht, houdt het de lezer een spiegel voor. Hoe reageer je op de zoveelste asielzoeker met een tranentrekkend verhaal? Hoe reageer je op de bedelende en stinkende zwerver en hoe reageer je en ga je om met die vervelende buurman of buurvrouw? Terecht stak in de huis aan huis krant de ECHO een columnist de loftrompet over het geluid van dominee Rikko. Het zet aan het denken en ook de digitale mens in de 21e eeuw kan niet een leven leiden zonder zingeving. Het is niet voor niets dat Rikko inmiddels genomineerd is voor de titel ‘Theoloog des Vaderlands’.
Een halfjaar na dominee Rikko liet een andere predikant van zich horen. De Bloemendaalse predikant Ad van Nieuwpoort figureerde als hoofdrolspeler in een documentaire onder de titel “Hier ben ik”. In de documentaire is deze dominee te zien in zijn dagelijkse werk als herder en leraar. In 2017 een boeiend gegeven voor een documentaire. Ze grijpen als het ware zo terug op Dingeman van der Stoeps werk uit 1941. Naast de documentaire verscheen van Nieuwpoorts hand een boek onder de titel “Uit de tijd”, met als ondertitel “Wat bezielt een liberale dorpsdominee?”. De predikant vertelt over het maken van preken, een sterfbed, dopen en huwelijksgesprekken. Het laat mooi zien hoe een dominee in de praktijk bezig is en geeft een inkijk in zijn worstelingen. Door de verhalen verweef Nieuwpoort zijn visie op “het aloude Woord”. Mooie verklaringen over het Scheppingsverhaal, de uittocht uit Egypte en het bijzondere verhaal over Jona. Op een vanzelfsprekende manier weet van Nieuwpoort die oude verhalen te verbinden met het vaak lastige en ingewikkelde leven van 2017. Met plezier heb ik het boek ‘ingelezen’ voor de CBB (de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en slechtzienden) en er ook veel van geleerd. Maar al inlezend bekroop me vaak het gevoel dat de visie van deze predikant teveel een verhaal bleef. Waar blijft de echte boodschap? Wat zegt sterven en opstanding van Jezus Christus ons nog? Wanneer wordt ‘het verhaal’ een levend geloof in de God, schepper van hemel en aarde?
Eind mei kerkte ik op een ochtend in de Noorderkerk. Er werden twee baby’s gedoopt en Paul Visser preekte over Johannes 14:18; “Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug.” En ik kreeg het idee dat Visser het boek van zijn collega had gelezen bij het maken van zijn preek. Letterlijk zei Visser: “Ik ga niet voor een verhaaltje de preekstoel op!” en de emotie klonk hoorbaar in zijn stem. “Gods waarheid kan niet stuk. Wat Ik met jou heb, zegt God, gaat en kan niet stuk. Daarom komt er Trooster in je wonen, Zijn Geest!” En deze boodschap mistte ik in het boek van van Nieuwpoort. Ik mistte: “dat de Geest er voor zorgt dat het Woord wortel schiet”, zo verwoordde Paul Visser het. Als predikanten, voorgangers en priesters het zo verwoorden, zijn ze werkelijk V.D.M. Verbi Divini Minister: dienaren van het Goddelijke Woord en niet alleen maar verhalenvertellers.

Kees de jongen

kees de jongenAlhoewel de echte boekhandel steeds meer verdwijnt, is aan de Middenweg in Amsterdam-Watergraafsmeer gelukkig nog zo’n boekwinkel waar je heerlijk kunt snuffelen. In het midden een tafel met recente uitgaven en achterin een kleine ramsj afdeling. Regelmatig struin ik daar even rond. Tot mijn verbazing vond ik daar een paar maanden terug de mooiste uitgave van Theo Thijssens ‘Kees de jongen’. Voor nog geen acht euro, de getekende beeldroman versie van Dick Matena. Prachtige zwart-wit tekeningen met daartussen de integrale tekst. Een plezier, om langzaam te lezen en de beelden van het Amsterdam van voor WOII tot je te nemen. Kees Bakels staat voor elke opgroeiende schooljongen, met z’n fantasieën, z’n verliefdheden en het verdriet om zijn zieke vader. Een aanrader, zeker nu het zo goedkoop is. Raak je gelijkertijd onder de indruk van het werk van Dick Matena; geweldig!

Een woord een woord

een woord een woordEen + en een , het stoorde me. Mijn krant schrijft een recensie over een boek dat ik met plezier en bewondering heb gelezen. Wat mij betreft hadden er 5 plussen onder gestaan en geen enkele min. Extra reden om uit te leggen waarom ik zo aansla op het artikel van Herman Veenhof in het ND.
Het laatste boek van schrijver/journalist Frank Westerman heeft de prachtige titel ‘Een woord een woord’. In de proloog van dit boek zet Westerman gelijk neer wat de lijn is van zijn verhaal; de geschiedenis van de treinkapingen in de jaren 70 van de vorige eeuw. Door de treinkapingen vestigden jonge Zuid-Molukkers opnieuw de aandacht op een gevoelige misstand in de omgang van de Nederlandse politiek met deze bevolkingsgroep. Westerman heeft het allemaal als jongetje, opgroeiend in Assen, van dichtbij meegemaakt. Een handenarbeid leraar die uiteindelijk treinkaper werd en gepantserde voertuigen bij hem in de straat.
Diezelfde jaren 70 was ik al wat ouder. In december 1975 (de 1e kaping, bij Wijster) zat ik in mijn eerste jaar van de Pedagogische Academie. In mei/juni 1977 (de 2e kaping, bij de Punt en de gijzeling in Bovensmilde van een lagere school) zat ik aan het eind van het tweede jaar. We maakten het van dichtbij, maar tegelijkertijd ook weer van veraf mee. Ik las er over, we gingen bidden voor de PA studente die in de trein zat. Ook ik was de mening toegedaan dat Nederland een forse schuld had ten opzichte van de Ambonezen. Dat laatste was de benaming die we in die dagen veel gebruikten. Ook in Hoogeveen hadden we een Ambonezenwijk. En de voormalige synagoge aan de Schutstraat werd ook verhuurd aan een Molukse kerk. Na de eerste treinkapingen hebben we als GPJC (de jongerenafdeling van het GPV) zelfs contacten gelegd en een keer een uitgebreide informatieavond belegd in een zaaltje achter de kerk. Achteraf bezien werd dat meer een publicitaire strijd tussen de aanhang van de RMS van ir. Manusama en de aanhangers van “generaal” Tamaela (deze laatste had zich ook opgeworpen als RMS president). Nog jarenlang kreeg ik maandelijks het blad van de stichting Door De Eeuwen Trouw door de brievenbus. Mijn mening in die tijd zal trouwens ook flink gevormd zijn door het Gereformeerd Gezinsblad. Deze krant vertolkte meestal de mening van het Gereformeerd Politiek Verbond, de enige partij die in de Tweede Kamer op kwam voor het streven van een vrije republiek voor de Zuid-Molukkers.

de trein die bij De Punt was gekaapt
de trein die bij De Punt was gekaapt

Westerman zet het in zijn laatste boek goed uiteen. En tegelijkertijd probeert hij de motieven van de jonge Zuid-Molukkers te doorgronden. Jonge mensen die met de Bijbel (Het Woord) in de hand tot deze acties kwamen. Woorden, ook bijbelse woorden, deden er toe in hun handelen. Vervolgens zet de schrijver het verhaal over een vrije Molukse republiek in een groter kader. Hoe moet je deze acties tegemoet treden?  Probeer je ‘terroristen’ met woorden te overreden? Niet voor niets geeft Westerman zo veel aandacht aan de betrokken onderhandelaars bij de kapingen. Beide waren psychiater en wisten vanuit hun vakgebied dat woorden er wel degelijk toe doen. En bij de eerste kaping was het ook min of meer opgelost met woorden. Vanuit die positie is het ook niet zo gek dat Westerman een cursus onderhandelen gaat volgen in Ossendrecht. Daarmee ook tegelijk toegevend hoe lastig en moeilijk het is om mensen die zo vast zitten in hun eigen verhaal en mening, te laten merken dat je werkelijk hun woorden hoort en dat er ook nog een weerwoord is te geven. Regelmatig heb ik bij dit boek even extra moeten ademhalen. De woorden spatten soms van de pagina’s af en zetten aan tot reflectie, ook op je eigen woorden en handelen. Het is niet voor niets dat Westerman ook andere terreuracties in dit boek aan de orde stelt. Daarbij laat hij zien wat de effecten zijn als de overheid niet meer bereid is om woorden te gebruiken en levens te redden, maar alleen de wapens laat spreken.
Enkele weken geleden stak een verwarde man een leegstaand pand in de fik. Het gebeurde in Amsterdam en Het Parool berichtte er later uitgebreid over. De verwarde man klom op de steigers rond het gebouw, al schreeuwend. De politie kwam te laat omdat het volgens de protocollen moest werken en goed bewapend ter plekke moest zijn. Tussen de regels door las je het onbegrip van de verslaggever en de ooggetuige. Was met de juiste woorden een sprong naar beneden te voorkomen geweest? Dat is ook de intrigerende vraag die Westerman opwerpt. Daarnaast vraagt hij ook aandacht voor de ontstaansgeschiedenis van het geweld. Niet voor niets heet dit boek ‘Een woord een woord’. Het hele gezegde is; een man een man, een woord een woord. Dat hele gezegde toepassen is prachtig natuurlijk. Maar het geeft tegelijkertijd de worsteling weer, moet je tegenover terroristen je woord houden? Ook in Westermans boek komt deze vraag aan de orde. En de rol van de overheid is in dit verband niet te onderschatten. De Molukkers voelden zich verraden door de overheid en hadden daar ook alle reden toe.
Het vorige boek van Westerman ‘De slag om Srebrenica’ daagde ook al uit om na te denken over de rol van de overheid. Westerman legde ook daar de vinger op de zere plek en grote woorden van ministers en kolonels kwamen opnieuw niet ongeschonden uit de strijd. Met dit boek is er opnieuw een bijzonder boek toegevoegd aan het oeuvre van Westerman. Een woord, een woord; een waardige opvolger van ‘Stikvallei’ (waarin verhalen en woorden ook centraal stonden) en het definitieve boek over Srebrenica. In het ND vond Herman Veenhof dat Westerman geen recept had tegen religieus terrorisme. Deze uitspraak is mij te negatief. Westerman legt wel degelijk uit dat je religieus terrorisme moet bestrijden door de religie van de ander heel goed te bestuderen, dit in navolging van een Franse wetenschapper. Toon aan tegenover de terrorist die zich geïnspireerd voelt door de Koran, dat hij het werkelijk bij het verkeerde eind heeft. Serieuze christenen kunnen toch ook uitleggen dat de kruisvaarders met hun “God wil het” bij het verkeerde eind hadden en dat Luther met zijn ‘Jodenhaat’ de Bijbel verkeerd interpreteerde?

+ mooi geschreven verhalen, waarbij de persoonlijke geschiedenis verweven wordt met de ‘echte wereld’
+ de schrijver durft eerlijk te benoemen dat een bijzondere bevolkingsgroep onrecht is aangedaan
+ het laat goed uitkomen dat de ene onderhandelaar, de andere niet is (Havinga versus Mulder)
+ de niets ontzeggende en keiharde politiek van Poetin wordt aan de kaak gesteld
+ er staan geen foto’s in dit boek, het woord moet het doen
+ ik denk dat Westerman veel voelt voor theedrinken (Beatrice de Graaf, Job Cohen), maar ook beseft dat de overheid het zwaard niet tevergeefs draagt
+ ‘in het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal’, een uitspraak van Groen van Prinsterer (in mijn PA tijd geleerd van geschiedenisdocent Arjo Vanderjagt), Westerman maakt deze uitspraak waar in zijn boek

Bij de literatuurverwijzingen staat een boek genoemd van Janneke Wiegers, ‘Dit is een kaping’. (Geen Wiggers dus!) Wanneer je haar naam googelt, zijn een paar bijzonder interviews terug te zien. Ze vertelt daarin over haar ervaringen in de trein bij De Punt. Janneke zat bij ons op de PA aan de Hereweg en was de boven genoemde PA studente.  Haar vader werkte bij de provincie Drenthe en kreeg later ook nog te maken met een terreuractie in het provinciehuis, maar kon op tijd ontsnappen.  (13 maart 1978)

DWDD University

IMG_1226Beatrice de Graaf begon haar collega met een citaat uit Dostojevski’s ‘Boze geesten’. Het dikke boek bleef vervolgens op tafel liggen en aan het eind van het college pakte de hoogleraar geschiedenis het nog eens theatraal als een Bijbel ter hand. Ik kende alleen de titel van dit boek; die is intrigerend. Kort geleden heb ik geprobeerd om de ‘De speler’ te lezen, maar ik vond het niet om door te komen. Ik denk daarom dat ik ‘Boze geesten’ niet zo snel ter hand zal nemen De Graaf gebruikte het boek van Dostojevski om iets te vertellen over het ontstaan en de motieven van terrorisme. Al gauw kwamen Bakoenin en vele navolgers in snel tempo voorbij. In een inleidend praatje van Matthijs van Nieuwkerk bleek dat deze aflevering van de DWDD University eigenlijk aangevraagd was door de kijkers. Veel reacties op de DWDD-redactie om Beatrice de Graaf een keer uit te nodigen. Terecht, want na de laatste aanslagen in Parijs hield de hoogleraar geschiedenis, met als specialisatie terrorisme, een uitstekende en nuchtere analyse op TV.
In haar college onderscheidde ze vier golven van terrorisme vanaf Dostojevski. Aangezien dit college werd opgenomen op donderdag 10 maart (50 jaar geleden werd het huwelijk tussen Beatrix en Claus gesloten), is de uitzending op zaterdag 12 maart om 20.30 u. op NPO1. Rijk voorzien van oude beelden wordt het vast een geweldige uitzending. Geen triest en bangmakend verhaal trouwens. De Graaf geeft een eerlijk beeld van alle verschrikkelijke gevolgen van terroristische daden, maar ook aanwijzingen om terrorisme te bestrijden. Ook al heet het terrorisme op dit moment IS, er is hoop! En dat het uiteindelijk wel goed komt, moeten we niet alleen bij de overheid neerleggen, maar ook bij de burgers. Burgers moeten gewoon in gesprek gaan met mensen van andere culturen en religies. Ga maar theedrinken! Zoek de ander op en ga elkaar leren kennen. Ook aan de huidige golf zal een eind komen, wanneer kan ook Beatrice de Graaf niet aangeven. Een gegeven is ook dat er in de toekomst ook wel weer nieuwe terroristen zullen opstaan. De mens is nu eenmaal in zonde ontvangen en geboren. Als belijdend christen weet ook Beatrice de Graaf dat als geen ander.
Gaat dat dus zien, deze zeer informatieve aflevering van de DWDD University!
de kozakkentuin Na afloop van de opnames in ‘Podium Mozaïek’ kregen de bezoekers allemaal een boekje.  De VARA/BNN medewerkers deelden die uit. Op de omslag allemaal foto’s van krantenartikelen met terroristische aanslagen. Mijn eerste gedachte was dat het college van de Graaf al in druk was verschenen. Helaas… het bleek een simpel aantekenboekje ter grootte van een Moleskine agenda. Maar ja… dat omslag, wat moet je daarmee? Plannen voor aanslagen in noteren, voor je eigen geheimschrift? Of is het gewoon een gadget? Ik noteerde de naam van Dostojevski’s boek en een vraag voor de hoogleraar. Waarom geen aandacht voor de rookbom van 50 jaar geleden? Of viel die niet onder een terroristische aanslag?
Over die schrijver van ‘Boze geesten’ verscheen eind vorig jaar een boeiend boek van Jan Brokken. In ‘De kozakkentuin’ vertelt Brokken de bijzondere vriendschap tussen Alexander von Wrangel en Fjodor Michajlovitsj Dostojevski. Een boeiend verhaal over de verbanning van Dostojevski naar het verre Siberië. Het laat mooi uitkomen wat de motieven waren van schrijver Dostojevski en tekent ook prachtig de sfeer van het Rusland onder de laatste tsaren.