vier dominees boeken

de houten broek in Bloemendaal

In mijn boekenkast staan twee vergeelde boeken die aan het begin van de Tweede Wereldoorlog (1941) zijn uitgegeven. Het eerste deel is “In de houten broek” en van de hand van de journalisten Dingeman van der Stoep en Herman Felderhof (vader van televisiemaker Rik Felderhof), een aantal verslagen van bezoeken aan kerkdiensten van in die tijd bekende voorgangers. Ze gingen o.a. op bezoek bij K. Schilder, S.G. de Graaf en ook bij de bekende dominee G.H. Kersten (van de SGP). Het geeft een prachtige inkijk in de kerkdienst en de preekgewoontes van voor de oorlog.

Van der Stoep kon het niet laten en na al het luisterwerk ging hij persoonlijk bij predikanten en voorgangers op bezoek en schreef zo het vervolg, “Herder en Leeraar” (Over dominees en hun dagelijksch werk). In een inleidend exposé vertelt van der Stoep prachtig over het ambt en het dagelijksch werk van een dominé (spelling zoals toen gebruikelijk). Nog steeds zeer lezenswaardig, ondanks een verschil in taalkleed van wel 80 jaar. In het tweede deel worden allerlei aspecten van het domineeswerk onder de loep genomen; werken onder gevangenen, ziekenhuispastoraat, het maken van een preek (ds. D. van Dijk, na de oorlog een bekende GKV predikant), het geven van catechese, enzovoort. Leerzaam voor de verwende 21e eeuwse kerkganger, die op zijn mobiel een Bijbel-app heeft en verwacht dat de kerkdienst elke zondig er weer gelikt uitziet en voldoet aan het individuele en religieuze gevoel van de gelovige. Dezelfde gelovige heeft vaak geen idee wat een dominee doordeweeks allemaal moet doen om zondags fris en fruitig een gemeente toe te spreken.
Aan de boeken van Felderhof en van der Stoep moest ik denken toen ik, alweer enige maanden geleden, het boekje van Rikko Voorberg ter hand nam. Rikko, die ook nog wel eens bij ons in de Oosterparkkerk voorgaat schreef “De dominee leert vloeken”. Rikko vertelt in zijn boek over zijn leven en werk in de Pop-Up kerk in Amsterdam-West. Door de confrontatie met het ‘echte’ leven (contact met een zedendelinquent en vluchtelingen op Lesbos) probeert hij woorden te geven aan zijn woede over al het onrecht in de wereld en wijst de lezer een weg om hier op een christelijke manier mee om te gaan. En wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon. Dingeman van der Stoep vertelt over zijn bezoek aan dominé Coolsma in Groningen, die daar gedetineerden in de stafgevangenis bezoekt. Coolsma en Voorberg komen dezelfde dingen tegen en proberen beide te getuigen van Gods liefde, maar ook van Gods kracht. En alhoewel de vloekende dominee niet een compleet uitgebalanceerd programma presenteert, tot in de puntjes dogmatisch doorwrocht, houdt het de lezer een spiegel voor. Hoe reageer je op de zoveelste asielzoeker met een tranentrekkend verhaal? Hoe reageer je op de bedelende en stinkende zwerver en hoe reageer je en ga je om met die vervelende buurman of buurvrouw? Terecht stak in de huis aan huis krant de ECHO een columnist de loftrompet over het geluid van dominee Rikko. Het zet aan het denken en ook de digitale mens in de 21e eeuw kan niet een leven leiden zonder zingeving. Het is niet voor niets dat Rikko inmiddels genomineerd is voor de titel ‘Theoloog des Vaderlands’.
Een halfjaar na dominee Rikko liet een andere predikant van zich horen. De Bloemendaalse predikant Ad van Nieuwpoort figureerde als hoofdrolspeler in een documentaire onder de titel “Hier ben ik”. In de documentaire is deze dominee te zien in zijn dagelijkse werk als herder en leraar. In 2017 een boeiend gegeven voor een documentaire. Ze grijpen als het ware zo terug op Dingeman van der Stoeps werk uit 1941. Naast de documentaire verscheen van Nieuwpoorts hand een boek onder de titel “Uit de tijd”, met als ondertitel “Wat bezielt een liberale dorpsdominee?”. De predikant vertelt over het maken van preken, een sterfbed, dopen en huwelijksgesprekken. Het laat mooi zien hoe een dominee in de praktijk bezig is en geeft een inkijk in zijn worstelingen. Door de verhalen verweef Nieuwpoort zijn visie op “het aloude Woord”. Mooie verklaringen over het Scheppingsverhaal, de uittocht uit Egypte en het bijzondere verhaal over Jona. Op een vanzelfsprekende manier weet van Nieuwpoort die oude verhalen te verbinden met het vaak lastige en ingewikkelde leven van 2017. Met plezier heb ik het boek ‘ingelezen’ voor de CBB (de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en slechtzienden) en er ook veel van geleerd. Maar al inlezend bekroop me vaak het gevoel dat de visie van deze predikant teveel een verhaal bleef. Waar blijft de echte boodschap? Wat zegt sterven en opstanding van Jezus Christus ons nog? Wanneer wordt ‘het verhaal’ een levend geloof in de God, schepper van hemel en aarde?
Eind mei kerkte ik op een ochtend in de Noorderkerk. Er werden twee baby’s gedoopt en Paul Visser preekte over Johannes 14:18; “Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug.” En ik kreeg het idee dat Visser het boek van zijn collega had gelezen bij het maken van zijn preek. Letterlijk zei Visser: “Ik ga niet voor een verhaaltje de preekstoel op!” en de emotie klonk hoorbaar in zijn stem. “Gods waarheid kan niet stuk. Wat Ik met jou heb, zegt God, gaat en kan niet stuk. Daarom komt er Trooster in je wonen, Zijn Geest!” En deze boodschap mistte ik in het boek van van Nieuwpoort. Ik mistte: “dat de Geest er voor zorgt dat het Woord wortel schiet”, zo verwoordde Paul Visser het. Als predikanten, voorgangers en priesters het zo verwoorden, zijn ze werkelijk V.D.M. Verbi Divini Minister: dienaren van het Goddelijke Woord en niet alleen maar verhalenvertellers.