Als de man verliest

 Het had veel geregend, maar gelukkig was het droog en misschien wel warmer dan het overdag was geweest. Ik fietste terug van ‘Pakhuis de Zwijger’; Piet Heinkade, Czaar Peterstraat, Pontanusstraat en via de Oostpoort de Middenweg op. Windstil en de batterij verbruikte nauwelijks stroom. De hele weg voelde ik de ‘hug’ van Tim Overdiek en de vreemde sensatie dat hij me aansprak met Harm, want dat was me nog nooit overkomen. Een volle avond was het, eerst naar de Oosterkerk waar een jong echtpaar van onze Oosterparkgemeente stralend aanhoorde wat dominee Marinus over het huwelijk had te zeggen. Net voor de zegen sloop ik de kerk uit en fietste door naar de boekpresentatie van ‘Als de man verliest’. Een volle zaal, een vol programma en heel veel mannen.
Het verschrikkelijke feit dat Tim Overdieks vrouw tien jaar geleden werd omvergereden door een meer dan haastige motoragent en het niet overleefde, maakte ons tot lotgenoten. Eerst een aftastende mailwisseling en daarna een paar mooie ontmoetingen en nog steeds contact. Tim Overdiek is oud-journalist en was adjunct-hoofdredacteur van het NOS-journaal, maar is inmiddels al weer een paar jaar therapeut. In interviews op radio en tv is hij te horen als het gaat over ‘verlies in het leven van mannen’. De EO ging bij hem op bezoek met ‘De Kist’ en een tijdje geleden gaf hij in het Nederlands Dagblad antwoord op de vraag, “Wat is uw houvast in leven en sterven?”

Aanbieding eerste exemplaren

Op de fiets naar huis bleef het maar door mijn hoofd spelen, “Heeee.. Harm!” Natuurlijk was het snel hersteld en keken we elkaar nog eens diep in de ogen; “Tja wat schrijf ik er nou voor in….., maar niet over die 31 oktober hè?!” De boekpresentatie had aan het denken gezet, over hoe je als man omgaat met verlies, verdriet, rouw… Er klonken grappen van Marc de Hond over zijn dwarslaesie en zijn omgang met blaaskanker en veel vragen over verhoudingen tussen vader en zoon, het gemis van liefde en het toch op elkaar lijken. Een ontroerende column van Femke van der Laan was een goede afsluiter. Van alles dwarrelde al fietsend door mijn gedachten, mijn vader bij de open haard en al ernstig ziek door longkanker. Eigenlijk wilde ik een gesprek van hart tot hart, maar beiden vonden we op een of andere manier niet de woorden. “Het zit wel goed”, zei mijn vader en voor dat moment was dat genoeg. Jaren later probeerden we met Harm in gesprek te komen over zijn leven met God. Het leek wel of ik mijn vader hoorde: “Het komt wel goed!”
Vandaag regende het weer pijpenstelen en ik ben al op pagina 97. Tijd om even te stoppen en opnieuw oude beelden weer tot leven laten komen. Ik ben denk ik zes en ga niet naar de kleuterschool, het leven op het erf van onze boerderij en houthandel was onderwijzend en uitdagend genoeg. Van mijn vader mocht ik mee naar Amsterdam in de trailer van Jan Luiten. Jan Luut’n (op z’n Drents) was een goede kennis van mijn vader en woonde in Stuifzand, aan de andere kant van Hoogeveen, vlak bij de sloperij van Jan Bork. Jan ging regelmatig naar Amsterdam om daar op het Waterlooplein tweede-hands meubels te kopen. Zo nu en dan ging mijn vader mee en kocht onder andere prachtige dressoirs, hij maakte daar ‘boerenkeukens’ van. Veel weet ik er niet meer van, wel dat we Diemen voorbij kwamen, omdat Abraham daar de mosterd haalde. Van de Waterloopleinmarkt kan ik me alleen nog de bergen kleding en schoenen herinneren en dat ik van mijn vader een prachtige blikken hijskraan cadeau kreeg. Ook die was hoogstwaarschijnlijk tweedehands, maar het plezier was er niet minder om.
Spraken we ooit wel van hart tot hart, ik kan me daar niet veel van herinneren. Toch verstonden we elkaar wel denk ik, helpend in de houtzaak en later toen we in Amsterdam woonden deelden we in ieder geval onze liefde voor de kerk. Mijn vader was opgegroeid voor de Tweede Wereldoorlog en was actief geweest op de Knapen en Jongelingsvereniging. Ongetwijfeld had hij daar een bestuursfunctie omdat hij ‘gestudeerd’ had op de Landbouwschool. Wanneer hij vandaag nog geleefd had, ongetwijfeld had hij kunnen uitleggen hoe het zat met de stikstofuitstoot in relatie tot landbouw en het houden van koeien. Op diezelfde Landbouwschool had hij leren kalligraferen en in examentijd kreeg hij de diploma’s van die school en zat hij op zaterdagmiddag in zijn kantoor met prachtige krulletters de namen van de geslaagden in te vullen. Mijn liefde voor mooie letters en kalligraferen is daardoor ontstaan denk ik. Zo hield ook Harm van verschillende lettertypes en kon zich opwinden over verkeerd gebruik. Wat een hug en een fietsrit naar huis allemaal weer oproept; warme herinneringen en veel gemis.

In memoriam Harm 1982 – 2016                     Kyrie eleison

PS   Aanbevolen trouwens dat boek!