365

Dwars door de vijver achter ons huis loopt de gemeentegrens van de gemeente Diemen. Wanneer je het bruggetje overgaat staat er dan ook een blauw bord met daarop ‘Duivendrecht – gem. Ouder-Amstel’. Aan de andere kant van het bruggetje groeit op dit moment een flinke bouwplaats. Wat ooit een ‘verzinkbedrijf’ was, met flink wat bodemverontreiniging, was later een aannemersbedrijf en opslagruimte. Vorig najaar zijn de oude gebouwen gesloopt en nu is men bezig om er een bedrijfsverzamelgebouw te realiseren. De laatste weken wordt er flink geheid. Ik heb geteld, na 365 slagen was de buis in de grond. Een mooi procedé trouwens, men slaat een holle buis de grond in, laat er een passende bewapening in zakken en men giet vervolgens beton in de buis. Vervolgens trilt men de buis weer naar boven en de betonnen paal zit in de grond; vierentwintig meter, is mij uitgelegd. Canadese familie die hier een paar weken geleden logeerde snapte er helemaal niets van. Gelukkig was mijn steenkolen Engels net voldoende om uit te leggen dat een ‘iron tube’ de grond in werd gestampt, ‘and after that: they do cement with steel in the tube’. Gelukkig is men met het laatste gedeelte bezig en zal eerstdaags het heien wel over zijn. Ook vanmorgen werden we er wakker van, ondanks het feit dat ons raam dicht was in verband met een overvloed aan boom-pollen. Half wakker probeerde ik mee te tellen, het lukte niet en ik dommelde weer in. Al snotterend achter mijn laptop probeer ik het opnieuw, maar weer raakte ik de tel kwijt; totdat ik ging turven. Driehonderdvijfenzestig? Te mooi om waar te zijn, zoveel als dagen in een jaar. Je voelt zo nu en dan ons huis meetrillen. De dagen van een jaar, zo zijn ze weer voorbij. Hetzelfde getal en een paal in de grond, tientallen zijn er inmiddels ingestampt. Mooi om te zien is dat na een meter of tien de buis opeens snel uit zichzelf zakt. Daar moet ondergronds toch flink wat veen zitten.

In december heb ik bij de gemeente Ouder-Amstel eens mijn licht opgestoken. Het is dan wel niet onze gemeente, maar dat verzinkbedrijf heeft ooit onze vijver en de oevers daarvan behoorlijk vervuild. Bodem en oevers werden ruim twintig jaar geleden afgegraven en ook veel tuintjes werden opgeschoond. Veiligheid voor alles! Nu geen schoonmaakwerkzaamheden, na de sloop werd er een soort net gespannen en daarover heen kwam een afdeklaag. De afdeklaag bestaat voor een groot gedeelte uit vermalen puin van de oude fundering.  Hoe veilig dit allemaal is, geen idee. Mijn vraag daarover werd niet beantwoord door gemeente, hoe vriendelijk men ook was bij het opsturen van de bouwtekeningen. Maar wie weet komen er op het dak van het ‘bedrijfsverzamelgebouw’ allemaal zonnepanelen en worden er alternatieve energievoorzieningen geïnstalleerd. Dat maakt dan misschien iets goed.

Dat ‘heien’ hield me trouwens wel bezig. Terwijl op de achtergrond de machine zijn werk deed, las ik in de krant van alles over die vermaledijde politicus Baudet. Stamp toch die hele partij de grond in, was één van de foute gedachten die bij opkwam. Net zoals ik zou willen dat na die 365 slagen mijn verdriet om Harm er niet meer zou zijn. Maar zoals je verdriet niet de grond in kunt stampen, kan dat ook niet met een politieke partij, hoe irritant ik de leider en zijn secondanten ook vind. Baudet kwamen we een aantal jaren geleden nog wel eens tegen in het Concertgebouw, dat pleit dan weer voor hem. Maar te laat binnen komen en dan heel verwaand achter in de zaal je plaats zoeken….. Vorig jaar stapte hij met een vriendin opeens binnen bij een schilderijenveiling in ‘De Eland’, aan de Weespertrekvaart. Al giechelend schafte Baudet een aantal slaapkamertafereeltjes aan. Van die zoet, flauw romantische schilderijen van rond de vorige eeuwwisseling. Terwijl de vriendin tegen Baudet aan kroelde, kwamen de andere bieders niet meer aan bod en Baudet was een verzameling blote dijbenen en borsten rijker. Wanneer ik hem op tv voorbij zie komen, staan gelijk die schilderijen op mijn netvlies. Waar zouden ze nu hangen?

Verdriet valt dus niet weg te stampen, maar met de Canadese tak van Coos haar familie (nicht Carolyn en haar man John), konden we ons verdriet om Harm delen. Een jaar na het verongelukken van Harm kwam hun tweede zoon om met een motorongeluk. Ik heb indertijd de ‘uitvaartdienst’ via internet terug gezien. Goed was het, om nu te kunnen delen, te huilen, elkaar vast te houden. John tipte mij een mooie Amerikaanse website. Stephen Ministry is genoemd naar één van de eerste diakenen; Stefanus. Hem komen we tegen in Handelingen 6: ‘Ze kozen ​Stefanus, een diepgelovig man, die vervuld was van de ​heilige​ Geest‘. En in vers 8: ‘Stefanus​ verrichtte dankzij Gods ​genade​ en kracht grote wonderen en tekenen onder het volk.’ Voor sommige Joden een reden om ontzettend boos te worden, de tijden zijn nog niets veranderd, uiteindelijk moet diaken Stefanus het met de dood bekopen. Zijn naam zij dus met ere genoemd. Een mooi item op de site van Stephen Ministry is een klein pakketje dat de naam “Journeying through Grief” draagt (Reis door verdriet). Het zijn vier kleine boekjes die je op gezette tijden en in de juiste volgorde stuurt naar iemand die een groot verlies in zijn leven heeft geleden.
Citaat: “Journeying through Grief is a set of four short, easy-to-read books that offer words of comfort and hope to those grieving the loss of a loved one. Individuals and organizations send each of the Journeying through Griefbooks to grieving people at specific, crucial times during that first year after a loved one dies. Each book focuses on what the person is likely to be experiencing at that time and provides care, assurance, encouragement, and hope. Journeying through Grief is a simple yet powerful way to extend care again and again during that difficult first year. Although the books are designed to help those in the first year of grief, people whose loss was more than a year ago have also found them extremely helpful. Each set includes four mailing envelopes and a tracking card to help you know when to send the books.”
Ook een jaar rond, 365 dagen. De hei-installatie wordt inmiddels afgetakeld, 189 keer is de buis de grond ingegaan en gevuld met beton. Hopelijk een stevig fundament voor 21 bedrijfsunits. Journeying through Grief” is misschien ook wel een fundamentje voor treurenden, zoals wij “Klaaglied voor een zoon” gebruikten en de verhalen van Manu Keirse en de columns van Femke van der Laan. Erkenning van verlies, wat tegelijkertijd ook gewoon weer het leven is.