Maand: februari 2019

Nummer 38, en nummer 100

Als ik Hans Werkman ontmoet, moet ik altijd even denken aan de ‘Bond Tegen Vloeken’. Soms heb je dat gewoon bij bepaalde mensen, een associatie die niet meer verdwijnt en meestal helemaal niet meer bij die persoon hoort. In het geval van Hans Werkman is het wel een gekke associatie. Dat zit zo, ooit op de Pedagogische Academie in Groningen moesten we voor het vak Nederlands een speciaalstudie doen. Leraar Nederlands, Bas Nap, attendeerde mij op Werkman, omdat hij alles zou weten over de dichter De Mérode. (Zie mijn blog in 2011 bij het verschijnen van de biografie van Willem de Mérode.) In 2011 schreef ik al over de envelop die ik uit Amersfoort kreeg. In de linkerbovenhoek zat een felgekleurde zegel met een papegaai en de tekst ‘wees geen na-aper’. De ‘Bond Tegen Vloeken’ verkoopt deze stickers niet meer, maar de papegaai staat nog steeds in het logo. Nu kun je trouwens grote ‘vuilnisbakstickers‘ kopen, om je buren en de vuilnisman er op te attenderen je vuile woorden weg te gooien. Die papegaai-sticker had trouwens niets te maken met de inhoud van de dikke envelop die ik kreeg, maar mijn wat vreemde associatie komt er wel vandaan.
Het was nog maar een paar dagen 2019 dat Hans Werkman zijn mailcontacten attendeerde op zijn tachtigste verjaardag. Niet dat we een uitnodiging kregen voor een groots opgezet feest in een of andere uitspanning, want daar is hij niet zo van. Afgelopen zaterdag stond er mooi interview-portret in het ND, een mooie inkijk in Werkmans leven; hij is niet zo van de feestjes. Werkmans mail ging echter over zijn te verschijnen ‘Verzamelde gedichten’, ter ere van die bijzondere verjaardag. Je kon intekenen op de speciaal genummerde editie. En al een paar weken blader ik er regelmatig in en lees en herlees. Mooie herkenbare dichtregels, maar soms ook raadselachtig en het overdenken waard. Nummer ‘achtendertig’ is het geworden, met een mooie opdracht op het schutblad.
In  mei 2015 ben ik mee geweest met de laatste ‘ND-Hogeland-tocht’ die Hans Werkman leidde. Een tocht met dichter De Mérode als leidraad. Met een bus reden we door het regenachtige Hogeland, naar Uithuizermeeden, Spijk en terug via schilder Helmantel in Westeremden. Werkman schreef er ooit een prachtige gedicht over en één van de regels uit dat gedicht levert de titel voor de ‘Verzamelde gedichten’; ‘Duizend bunder’. In het gedicht laat de dichter een wensdroom vrij: “Geef ons op de nieuwe aarde / duizend bunder nieuwe klei.” Een bunder is hetzelfde als een hectare, een veelgebruikte oppervlaktemaat door boeren. Het zette aan tot wat vreemde hersenspinsels. Leerlingen op school hadden vaak geen idee wat ares en hectares zijn, maar om een idee te geven zeiden we dat een hectare net flink wat meer is dan een gewoon voetbalveld. Twee hectare is ongeveer drie voetbalvelden. Duizend bunder klei, vijftienhonderd voetbalvelden; wie kan zich daar nog iets bij voorstellen? Waar een are 100 m² is, is een hectare of bunder dus 10.000 m². En zo maakt 100 bunder een vierkante kilometer. Duizend bunder is dus 10 km², maar dat valt best mee eigenlijk. Even googelen op Amsterdam; ruim 200 km². Hans Werkman blijft in zijn wens aan onze lieve Heer een bescheiden mens. We wensen Werkman nog vele mooie jaren, met boeken en misschien zo nu en dan een vers gedicht.

Nummer 38 bracht me bij nummer 100. Enkele dagen na het mailtje van Werkman werd op vrijdag 8 januari Cantate BWV 100 op ‘All of Bach’ gezet. “Was Gott tut, das ist wohlgetan”, een indrukwekkende cantate, met zo het lijkt een nogal aparte titel. Maar het mooie op de ‘All of Bach’-site is dat er altijd een uitgebreide uitleg is over het uitgevoerde werk. Ik citeer: “Contemplatie in de vorm van recitatieven ontbreekt; vier aria’s, waarvan één een duet is voor alt en tenor, jubelen onafgebroken en zonder enige reserve voort over Gods goedheid. Het lijkt alsof Bach een sterke behoefte voelde om, net als tekstdichter Samuel Rodigast in 1675, geen nadruk te leggen op de pijn van het lijden, maar op zijn rotsvaste vertrouwen in het goede van God. Rodigast schreef de hymne indertijd om de zieke cantor Severus Gastorius een hart onder de riem te steken. Het werkte, want de cantor knapte op en componeerde er zelfs een melodie bij, die de tand des tijds doorstond. Omdat de connectie van deze cantate met een specifieke zondag ontbreekt, kon deze lofzang op ieder moment worden uitgevoerd. Troost op alle dagen van het jaar: dat moet ook voor Bachs gezin, waarin tussen 31 augustus 1732 en 6 november 1733 drie kinderen overleden, van grote betekenis zijn geweest.”
Wat de ‘All of Bach’-site ook zo bijzonder maakt is dat naast de toelichting, ook de complete tekst er bij geleverd wordt. Je kunt dus meelezen in het Duits, met daarnaast een goede Nederlandse vertaling. En net als bij gedichten kun je nog eens teruglezen en natuurlijk terugluisteren; ter aanbeveling!
Wat God doet, is een weldaad, daar wil ik mij aan vasthouden. Ook als ik op mijn ruwe levensweg  word voortgedreven door nood, dood en ellende, zal God mij  als een goede vader in zijn armen houden; daarom laat ik hem graag begaan.
Ik eindig met een kwatrijn (blz. 110) van Werkman, het trof me bijzonder omdat wij elke dag wel even stilstaan bij de foto van Harm.

FOTO

Gezichtsrondingen achter glas geplet,
derde dimensie in kader bijgezet,
keer warm en haastig uit de dood weerom!
O Christus met uw zesde zintuig, kom!

‘De brand in het landhuis’ – podcast

Aangezien wij thuis zonder tv opgroeiden, was er alleen de radio. Een grote houten kast met vooraan een prachtig geel luidsprekerdoek en een groen oog. Onder de bovenklep zat een platenspeler, een fantastisch en vernuftig apparaat. Natuurlijk kwam er zo nu en dan muziek uit, maar hoe en wat kan ik me niet echt herinneren. Ik denk niet dat mijn moeder overdag bij het huishouden veel radio luisterde. Wel luisterden we soms naar een hoorspel, Jan Borkus en Donald de Marcas zijn namen die ik nooit vergeet. Maar misschien was dat ook wel een paar jaar later, toen ik op mijn eigen kamer radio luisterde. Van mijn eerst verdiende geld had ik een radio met een ingebouwde cassetterecorder gekocht. En wat was er nu heerlijker om gekluisterd aan het toestel te luisteren naar een hoorspel; Paul Vlaanderen, Biels en Co, de Koperen Tuin, Havank…
Helaas is het een verdwijnend genre en wanneer er nog een hoorspel op de radio is, dan is het in de kleine uurtjes. Natuurlijk kun je die terugluisteren, maar dat zit niet in mijn systeem. Tegenwoordig is de podcast erg in. Je schijnt dat zelfs via je mobiel te kunnen doen, maar daar ben ik niet van. Het is toch gewoon radio luisteren wanneer het uitgezonden wordt. Doordeweeks vaak Radio 4 en zo nu en dan Radio 1. Op zaterdag zijn Peter de Bie en Mieke van der Weij natuurlijk favoriet.

Maar ook de zaterdagmiddag heeft een fantastisch programma; Argos van de VPRO. Dit programma stelt op een zinvolle manier misstanden aan de kaak, goed journalistiek werk over achtergronden van het nieuws. Afgelopen januari werd een eerste deel van een podcast uitgezonden; ‘de brand in het landhuis’. Die uitzendingen, gewoon te vinden op internet en misschien ook wel via een app-je op je telefoon, zijn eigenlijk gewoon ouderwetse hoorspelen. Fantastisch gedaan door theatermaker  Simon Heijmans. En eigenlijk is het meer dan een hoorspelverhaal. Heijmans keert terug naar de plaats waar hij is opgegroeid, Vught, en verdiept zich in de brand van het landhuis Zionsburg waarbij de excentrieke eigenaar Ewald Marggraff om het leven kwam. Het luistert als een spannende detective en is ondertussen doorspekt met de persoonlijke kanttekeningen van podcastmaker Heijmans. Een intrigerend luistergenoegen, want elke aflevering heeft wel een forse cliffhanger. Verdwenen miljoenen, een verzameling schilderijen en de huisvriend van Marggraff die jaren tegen onrecht heeft gevochten. Luister en huiver!

https://www.nporadio1.nl/podcasts/de-brand-in-het-landhuis