Maand: januari 2018

‘Visages villages’: een geweldige film!

Een prachtige poster! En dan de titel, klinkt toch prachtig in het Frans…. Visages Villages…, in het Nederlands lijkt het namelijk nergens op; Gezichten Dorpen. In de krant las ik begin december een positieve recensie. Ergens in mijn achterhoofd ging toen een lampje branden, maar langzaam doofde het ook weer. Kende ik mevrouw Varda ergens van? Had ik die foto bij de recensie ergens gezien? Inmiddels hebben we de film gezien in onze plaatselijk theater, annex bioscoop. Na enig zoeken en terugbladeren klopte het, waar Blendle al niet goed voor is. Op de voorkant van de PS (dagelijkse bijlage van het Parool) stond een prachtige foto van de postbode van Bonnieux (midden in de Provencaalse heuvels, met vlakbij het geweldige Château La Canorgue!). Vanaf het terras van madam Sylvie, waar we een heerlijke salade nuttigden, konden we hem zien, een huizenhoge uitgeknipte postbode, afgedrukt in zwart-wit, geplakt op een huismuur. Ik weet dat we het erover gehad hebben; wie doet zoiets en waarom is het gedaan? Een bijzonder statement, maar we legden op dat moment geen verband met de portretfoto’s die het marktplein van Reillanne sierden. Een mooi eerbetoon aan de plaatselijke postbode, dachten we. Bijzonder was wel dat er in Bonnieux op een andere plek nog zo’n grote foto was geplakt. In Reillanne, twintig minuten rijden oostelijker, was ons door de eigenaar van ons vakantieappartement verteld dat die grote portretfoto’s door een bijzondere fotograaf waren gemaakt, “een project of zo..”.

Door de prachtige film ‘Visages Villages’ werd opeens het hele verhaal duidelijk. De jonge Franse fotograaf JR maakte enkele jaren geleden kennis met de inmiddels 89-jarige filmmaakster Agnes Varda. Samen hebben ze deze film bedacht en gemaakt. Gewone mensen opgezocht, ver van de grote stad, en gepeild wat deze mensen bezield. Prachtige portretten zijn het geworden, van ‘gewone’ mensen in verschillende Franse dorpen. Tegelijkertijd maakte de fotograaf ook zijn beelden, vergrootte ze uit en plakte ze op. Als studio gebruikte hij regelmatig zijn busje, dat er van de buitenkant uit ziet als een groot fototoestel. De poster van de film laat een oog van Agnes Varda zien, geplakt op een treinwagon. In de film verdwijnt het oog langzaam in de verte, symbolisch voor het zicht van de filmmaakster, dat ook langzaam achteruit gaat. Zo zit de film vol met persoonlijk verhalen van de beide makers en van gewone, vaak optimistische mensen. De film zet aan tot glimlachen en ook tot nadenken over het leven, het naderende einde en het nut van kunst. Schitterend hoe verbanden worden gelegd door mensen en dieren uit te vergroten. Voor Coos en mij waren verschillende beelden extra treffend, omdat we ze gezien hadden. Maar ook voor diegene die nog nooit in Frankrijk is geweest is de film een must. Gelukkig draait hij her en der nog in ons vlakke Nederland.

Aan de rand van het marktplein in Reillanne, anno zomer 2015.

Goede voornemens… | In memoriam Harm 1982 – 2016 (70)

Heel veel mensen hebben er last van. Bij het begin van het nieuwe jaar wil je op een of andere manier een goed voornemen formuleren. Ik heb het idee dat veel voornemens trouwens nooit worden uitgesproken. Dan weten anderen het niet, en kun je er ook niet aan gehouden worden. Ik heb het ook niet gehad over mijn goede voornemen, maar inmiddels wel uitgevoerd. Onze boekenkast in de woonkamer werd veel te vol en uitbreiding was helaas niet mogelijk. Gelukkig hebben we boven ook nog een flinke kast, maar tja, die zat inmiddels ook overvol. Er zat dus niets anders op om gewoon te gaan ruimen. Ik hou er helemaal niet van om boeken weg te doen, het doet pijn. Het was dus een heftige klus, maar het moest wel, ook ook al zag ik er als een berg tegenop. Zoals met veel goede voornemens, vragen ze dus een soort discipline van je.

De wijk Jeruzalem in Watergraafsmeer

Altijd heb ik bedacht dat je boeken niet weg doet. Maar nu moest ik het bijstellen, helaas. En wanneer je een plank gaat sorteren, kom je tot ontdekking dat er ook boeken zijn waarvan je zeker weet dat je ze nooit meer zult openslaan. Dan nog wil je ze nog steeds niet kwijt trouwens. Terwijl ik boven bezig was, kwam regelmatig wijlen broeder Kuperus in mijn gedachten. Hij woonde in de wijk Jeruzalem van Watergraafsmeer samen met zijn vrouw, op een bovenwoning. Broeder Kuperus was een echte lezer en daardoor ook liefhebber van boeken, een zijkamer vol! Het echtpaar Kuperus had geen kinderen en daarom gebeurde het regelmatig dat ik na een bezoek met een plastic zak met boeken naar huis ging. Soms waren het geschiedenisboeken, maar vaak ook allerlei werken op theologisch gebied. Onze broeder had de gewoonte om tijdens het lezen regelmatig zijn pen te gebruiken, hele bladzijden waren onderstreept. Nu bij het opruimen kwam ik er weer verschillende tegen. Boeken die je tegenwoordig aan de straatstenen niet meer kwijtraakt. Toen broeder Kuperus was overleden, zijn vrouw leefde toen al niet meer, moesten we alles opruimen. Dozen vol, honderden boeken, we kregen er bij een tweedehands boekenwinkel een habbekrats voor.
Die habbekrats heb ik maar laten zitten, de kringloop was er blij mee. Uiteindelijk had ik zoveel planken leeg dat ik, wat beneden te veel was, boven netjes kon inruimen. Overzichtelijk en keurig op onderwerp gesorteerd en… genoeg ruimte over om de stapels boeken die uit Harm zijn boekenkast zijn gekomen ook een plek te geven. Ook Harm mocht graag boeken verzamelen. Vooral architectuur, ontwerpen literatuur en koken hadden zijn aandacht. Sinds het opruimen van zijn etage stonden de stapels boeken bij ons boven, gewoon om es een keer op te ruimen. Vaak hadden we het er over gehad, maar zoals met zoveel, het heeft tijd nodig. Het ‘goede voornemen’ was er, maar ook deze had meer tijd en ruimte nodig. Harm zijn stapels heb ik geselecteerd en een gedeelte een mooie plek gegeven, een “gedachtenisrij” boeken. Om nog eens door te bladeren; dit vond hij dus mooi, dit interesseerde hem. Ook in 2018 is Harm elke dag in onze gedachten en die speciale rij boeken dragen daar aan bij, zal soms treurig stemmen, maar ook vaak een glimlach te voorschijn toveren.

Eén boek kon ik (nog) niet weg doen. De huisbijbel van mijn ouders, tot op de draad versleten. Voor zover ik me kan herinneren lag hij de laatste jaren in hun keuken op een plank. Wanneer we er als gezin waren mochten Harm en later onze dochters ook, na het eten de Bijbel bij opa brengen. Een fors exemplaar en in het begin kon Harm hem nauwelijks vasthouden. Mijn vader hield met een potloodje bij tot hoever hij had gelezen. Voor het gemak was het potloodje tegelijk bladwijzer. Maar bij een volgende ronde voldeed een streepje niet meer, kruisjes en nog weer later v’tjes volgden. Een Boek met veel herinneringen, ik kan er nog geen afstand van doen. Op zolder hadden we vroeger een oud kastje waar van alles in lag, de cursus Engels die mijn vader een tijdje gevolgd had en ook stapeltje tot op de draad versleten kerkbijbeltjes. Kapotte kaften, veel scheuren in de dundrukblaadjes en hier en daar zelfs bladzijden verdwenen. Weggegooid werden ze niet, dat deed je niet met de Bijbel. Geen idee waar ze gebleven zijn trouwens toen mijn ouders een nieuw huis hadden laten bouwen.