waar komen wij vandaan?

Een kerk in het Roomse zuiden volgepakt met stoere mannenbroeders en struise zusters. Begin jaren 60 vorige eeuw. Voor in de kerk een tafel met daarachter VU professoren. Zij leggen uit hoe de VU omgaat met wetenschap in moderne tijden. De bioloog en hoogleraar Jan Lever houdt op gedragen toon een voordacht over het probleem rond de evolutietheorie. Vanuit de VU achterban komen allerlei vragen. Bijvoorbeeld hoe het moet met Adam en Eva, als de aarde volgens de geleerden miljoenen jaren oud is. Het voorgaande was een fragment uit een tv-documentaire van de NCRV. Op een VU-symposium over ‘anderhalve eeuw evolutiedebat in protestants-christelijk Nederland’, werd het getoond. Het symposium ging vooral over die 150 jaar. Eén van de inleiders, Ab Flipse, toonde duidelijk aan dat het creationisme niet is geïntroduceerd vanuit de VS, door de EO, maar vooral de streng gereformeerden van voor de oorlog. Na de oorlog waren het vooral vrijgemaakte gereformeerden die de deze lijn voortzetten. Gelukkig kregen dezen ook in eigen kring wel weer tegenwind. Met name noemde hij dr. C.Smits en Nico Rupke (zoon van ds. Rupke). Op het lyceum in Groningen werd zelfs min of meer creationistisch onderwezen. Zo leerde ik ook begin jaren 70 alles over ”polystrate dendrolieten’. Die laatste waren bijvoorbeeld het bewijs van de zondvloed.

Naar mijn idee was het debat schepping versus evolutie in de 21e eeuw niet meer relevant in de kerk. Intelligent design was enkele jaren geleden in discussie, maar verdween ook snel weer naar de achtergrond. Toch is er nog steeds een grote groep creationisten die serieus probeert christenen te overtuigen van hun gelijk. Ook tijdens de forumdiscussie lieten ze van zich horen. Naar mijn idee mag er wel wat meer aandacht voor deze discussie komen. En dan vooral veel luisteren en proberen elkaars argumenten te doorgronden en te begrijpen. De meerderheid van de bezoekers was de zestig al wel gepasseerd. Maar de gemiddelde leeftijd van het forum was onder veertig. Dat laatste mag veelbelovend heten.

Een oude grijze dame (met rollator), kwam met een mooie uitspraak. ‘Zolang hypotheses kunnen worden bewezen is het leuk, maar het blijven vaak hypotheses.’ Ze was vroeger scheikundige geweest, hoorde ik haar zeggen bij het verlaten van de zaal. Een paar dagen voor het symposium was op het nieuws dat men in Genève de snelheid van een deeltje had gemeten. En… sneller dan het licht. Volgens Einstein onmogelijk, dus moet er opnieuw worden gemeten en ook op andere plaatsen. Wanneer het uiteindelijk toch waar is, gaan veel natuurkundewetten de prullenbak in. Grappig vind ik, vaststaande zaken opeens overhoop. Terug in de tijd, waar sommigen op hopen, kan trouwens niet. Maar da ga ik nu niet op in.