Sodom en Gomorra

Jaren geleden werd ons wel eens gevraagd waarom we toch perse in Amsterdam wilden blijven wonen en werken. Amsterdam was in de ogen van veel gereformeerden een soort Sodom en Gomorra. Maar ja, Sodom en Gomorra werden uiteindelijk omgekeerd en Amsterdam nog steeds niet. Trouwens er zijn naar mijn idee nog genoeg gerechtvaardigden in de hoofdstad van ons land. Het boekje Sodom en Gomorra, we stappen toch maar even van Amsterdam af, stond al heel lang bij mijn ouders in de kast. Een curiositeit, getypt en gestencild denk ik. Na het verdelen van de erfenis heb ik het in de boekenkast staan bij de afdeling Drenthe. Het is een boeiend verhaal waar met een soort ouderwetse bijbelse taal, het verhaal over een volksgericht wordt verteld. Mevrouw L.Cavaljé-de Boer, de schrijster, wil in dit boekje haar versie en haar kijk op de gebeurtenis vertellen. Negentig jaar geleden waren zij en haar man, hoofd van de openbare lagere school in Stuifzand, het slachtoffer van dat volksgericht.

Prachtige taal gebruikt ze in haar korte werkje. Enkele citaten daarom om dat te verduidelijken.

‘En de niets kwaad vermoedenden, die niets anders beoogden, dan Eva evenals Abel het verblijf te Sodom en Gomorra te veraangenamen, gingen voort met gastvrijheid te bewijzen aan Abel, zoals zij dat aan vele anderen gewend waren en er ontstond vriendschap.’

‘En hij wendde zich tot de geldschieters en de wisselaars, en de stenen die Abel gekocht had werden niet op tijd geleverd wat hem in zijn werk zeer bemoeilijkte.’

‘En tegen de avond was een grote menigte van Sodom naar Gomorra gekomen met allerlei voertuig. En het volk te Sodom had zich verkocht, te doen wat kwaad was. En de trompet heeft getrompet, dat er feest zoude zijn. En in het wijnhuis is men tezamen gekomen en allen, die den sterken drank najagen hebben zich opgemaakt. Er was veel geld gegeven door Dictevale en Adam en Sokke en Speni en vele anderen. En Kaïn had een grote som uitgeloofd, om de familie Cajé te verderven.’

Omkoping en roddel, ingrediënten voor een droevige afloop. Egbert Brink een medewerker van het Drents Archief heeft een uitgebreid onderzoek gedaan naar deze historische gebeurtenis. Toen we een paar weken geleden in Hoogeveen waren voor de begrafenis van mijn tante Kla, vond ik het boek van Brink bij boekhandel Pet aan de Hoofdstraat. Een boeiend beeld krijg je van het Hoogeveense en zijn omgeving zo’n honderd jaar geleden. Veel armoe, maar ook een uitgebreide middenstand en gegoede klasse en overal rond deze veenkolonie ontwikkeling. Een jonge aannemer had de opdracht in de wacht gesleept om een verharde weg van Hoogeveen naar Stuifzand aan te leggen. Daardoor raakt hij bevriend met het schoolhoofd die ook iets te maken had gehad met de aanbesteding.

Het beeld wat ooit Thomas Roosenboom schetste in zijn roman ‘Publieke Werken’ over Hoogeveen, was al eerder fors bekritiseerd. In ‘De zaak Cavaljé’ komt echt wel een ander beeld naar voren. Leerzaam en ook boeiend dus. Voor het boekje van de vrouw van het schoolhoofd hoef je nu niet meer naar stoffige antiquariaten, want het is integraal opgenomen in Brinks boek.