Categorie: geschiedenis

50 jaar GBS in Amsterdam – juf Nijmeijer

juffrouw Nijmeijer ontvangt als
handwerkonderwijzeres “de wapens”

Deze week wordt op de gereformeerde basisschool in Amsterdam feest gevierd. Op 2 september 1963 begon aan de Molenwerf een vrijgemaakt- gereformeerde lagere school. David Leguyt heeft toen prachtige foto’s gemaakt. In zijn album is te zien dat de hele school naar de Petruskerk liep aan de overkant van het spoor. Dominee Jansen en ook het hoofd der school hielden toespraken. Twee dagen later was er een officiële openingsavond in hotel Krasnapolsky aan de Dam. De inspecteur kwam spreken en ook het personeel werd officieel geïnstalleerd. De mooiste foto van die avond toont mijn tante. Zij ging op de dr. M. B. van ’t Veerschool aan de slag als handwerkonderwijzeres. Kruissteek, flanelstreek, sokjes breien en ook naaien, het had voor de meisjes geen geheimen meer als ze les hadden gehad van juf Nijmeijer. Ze gaf ook les in Oegstgeest op de dr. K. Schilderschool. Volgens mij stond ze niet bekend als een lieve juf. Ze kon zeer streng zijn. Toen ik kwam werken in 1978 mocht ik haar ook perse geen tante noemen. Juf was het, voor de goede orde. In 1979 nam ze afscheid, omdat ze met pensioen ging. Een paar jaar later is ze met haar jongste zus verhuisd vanuit Haarlem naar Hoogeveen. Terug naar haar geboortegrond in Drenthe. Als klein jongetje weet ik nog dat ze soms met z’n tweeën op bezoek kwamen. Dan moest er flink schoongemaakt worden en werd er ‘deftig’ gegeten. Als puber van 16 werd ik een keer uitgenodigd om in de grote vakantie in Haarlem te logeren. Dat werd een gebeurtenis van formaat, rijden in een taxi, een rondvaart in Amsterdam en de Bijenkorf bezoeken! Onvergetelijk.

Op de foto van Leguyt staat ze met een paar breipennen, haar wapens. De laatste weken werd er flink gediscussieerd over de vrouw in het ambt. Mijn tante zat in het ambt, van handwerkonderwijzeres, compleet met wapens. Ik denk dat ze best een goede ouderling zou zijn geweest en tante Dinie trouwens een zeer goede diaken. Hele generaties heeft ze het sokken breien bijgebracht en het maken maken van merklappen. Nu zijn die vaardigheden bijna uitgestorven. Haar naam zij met ere genoemd bij het 50 jarig jubileum. Op 29 mei 2008 is ze gestorven, 93 jaar oud.

Gezin Nijmeijer een paar jaar voor WOII. Links vooraan, naast opa Adam, tante Lammie. Rechts vooraan, naast opoe Femmigje, mijn moeder. In het midden tante Dinie.

het begon aan de lutmastraat

Lutmastraat, Amsterdam Oud-Zuid

Wie in Amsterdam door de Lutmastraat in Oud-Zuid fietst heeft in eerste instantie geen idee waar die naam vandaan komt. Het is een lange straat met van die typische Oud-Zuid bebouwing. Voor Wereldooorlog II waarschijnlijk maar enkele auto’s, tegenwoordig is op bepaalde stukken zelfs een fietspad nodig. Heeft Lutma iets te maken met de Tolstraat? Of was het een schilder uit de Gouden Eeuw? Ongetwijfeld is er ergens op een van de straathoeken een wat uitgebreider bord dat ons kan vertellen waar de naam vandaan komt. Maar zou je het de voorbijgangers vragen, dan denk ik dat ze geen idee hebben. Voor 1896 lag zelfs een gedeelte van de deze straat in de gemeente Niewer-Amstel. Aan de overkant van de Amstel, ongeveer in het verlengde van de Lutmastraat, is dan ook nog steeds de Grensstraat te vinden.

Ets van Rembrandt: Janus Lutma

Janus Lutma (ook wel Johannes Lutma de Oude) werd geboren in 1584 en stierf in 1669. Lutma was een zeer beroemde goud en zilversmid en onder meer bevriend met Rembrandt. De laatste heeft een prachtige ets van hem gemaakt die zich bevindt in het Teylersmuseum in Haarlem, het eerste en oudste museum van Nederland. In verschillende musea is werk te vinden van deze Janus Lutma. Lutma is twee keer getrouwd geweest, eerst met Maria Roelands (Mayke) ze stierf in 1634, later trouwde hij met Sarah de Bie. Janus kreeg bij z’n eerste vrouw 4 zonen die allemaal kunstenaar werden. Johannes, de oudste ging verder in de voetsporen van zijn vader, maar is niet zo bekend geworden als zijn vader. Wel was hij veelzijdiger, hij was onder meer etser. Janus Lutma de Oude is ook de maker van het prachtige koorhek in de Nieuwe Kerk, maar begraven in de Oude Kerk. Wanneer je dit allemaal tot je door laat dringen, rijdt je in ieder geval nooit zo maar door de Lutmastraat. Van die Lutma had ik geen idee toen ik begon te lezen in het oude notulenboek van de dr.M.B. van ’t Veerschool. Broeder van Milligen schreef het allemaal op in dat boek. Op nummer 168, 2 hoog, woonde familie Bedeker. Johannes Bedeker was de eerste voorzitter van de schoolvereniging en hoofd van een evangelisatieschool, maar werd meer en meer een voorstander van vrijgemaakt-gereformeerd onderwijs. U kunt er meer over lezen in de ‘glossy’ die binnenkort verschijnt, bij het 50 jarig bestaan van VEERKRACHT. Op de site van de school kunt u hem al vast bestellen.

RIJKS MUSEUM

Voor het vernieuwde museum is een nieuwe letter ontworpen. De borden bij de lift zijn strak, duidelijk en ook nog eens heel mooi.
De Spaanse architect heeft een aanbouw ontworpen. Hier is goed te zien hoe de ‘roomse’ stijl van Cuypers uitstekend past bij een hedendaags en strak ontwerp.
De inmiddels beruchte doorgang onder het museum, vanuit het museum gezien. Je kunt er onderdoor en het is een fantastisch gezicht als je voetgangers voorbij ziet lopen. De strijd over de fietsers is nog niet voorbij. Mijn idee is dat Pijbes uiteindelijk wel zal winnen. Ik ben erg voor fietsen, maar deze doorgang is er niet voor geschikt.

Het vernieuwde RIJKS MUSEUM  heeft een spatie. Een spatie die er niet hoort, maar die er wel mooi past. Afgelopen week liep het storm. Overdag moest je uren in de rij staan. Gelukkig kon ik rond vier uur zo naar binnen lopen en nog lekker een uurtje de geur opsnuiven van het vernieuwde museum. Het is werkelijk schitterend geworden. Vandaag zag ik bij de DWDD dat de documentaire over de verbouwing een nominatie heeft gekregen voor de Nipkov-schijf. Ik hoop dat die documentaire wint, want die was indrukwekkend en wonderschoon. En wanneer je binnen rondloopt is het aardig om te beseffen dat dit van ons allemaal is. Loop dus eens binnen en bewonder en verwonder je.

Voor het eerst is de bibliotheek open voor het publiek. Hij is prachtig gerestaureerd. Je zou er zo hele dagen willen zitten aan de leestafel. Voor de boekenliefhebber is dit een eldorado. Lezen, bladeren en ruiken; sluit mij er maar op.
Honderden bezoekers verdringen zich in de eregalerij voor de schilderijen van Rembrandt, Vermeer en andere Hollandse grootmeesters.

Jan Brokken – De vergelding

“Sommige verhalen moet je met een vlindernetje vangen”, vertelde de schrijver Jan Brokken. Hij hield een lezing in een bovenzaal van Droog aan de Groenburgwal. Een groep van zo’n zeventig luisteraars volgden geboeid zijn relaas. In de lijn van Groen van Prinsterer, al noemde hij die naam niet, had ook Jan Brokken het ontdekt: “De tegenwoordige tijd kun je nauwelijks begrijpen, als je het verleden niet kent.” Zijn boek ‘de vergelding, een dorp in tijden van oorlog’, gaat over Rhoon, een klein dorp onder de rook van Rotterdam. Door een toevallige gebeurtenis (het vlindernetje), is Jan Brokken samen met een oude schoolkameraad gaan uitpluizen wat de achtergrond en oorzaak is geweest van een represaillemaatregel van de Duitsers in oktober 1944. Zeven mannen werden daarbij zonder pardon neergeknald. Zo stuitte hij op de verhalen van de ‘moffenhoeren’. Daarbij aantekenend dat vrouwen een vergeten groep zijn, als het gaat om Wereldoorlog II. Zijn studie over de oorlog leverde een onthutsend beeld op. Het leek nog het meest op de beschrijving in de ‘De donkere kamer van Damocles’ van W.F.Hermans. Daarnaast bevatten de verhalen toch ook veel tederheid; de goeden deden soms toch foute dingen, maar ook de fouten deden soms goede dingen.

Voor dat Jan Brokken begon met schrijven, had hij nog geen vastomlijnd plan. Pas na alle research ontstond er een “compleet” beeld. Hij wil de lezer een samenleving tonen. Zo komen er ook meer personen in voor dan de redacteuren van de uitgever eigenlijk wilden. Tweehonderd personen waarvan er twintig worden uitgediept. Volgens de schrijver loont het zich uiteindelijk wel, ondanks alle pijn en verdriet is het verhaal neergezet van gewone mensen onder ongewone omstandigheden. Soms voelde het als advocaat van de duivel, soms ook kwamen de vragen over het nut van al dat gespit in het verleden en al het doorworstelen van stukken en documenten. Wat mij als lezer betreft, het resultaat is indrukwekkend. Het is een ontroerend verhaal over gewone mensen. Mensen die er niet om gevraagd hebben en het ook niet bewust gezocht hebben om onderdeel te worden van een wereldoorlog. Jan Brokken is inmiddels een gelouterde schrijver, die zijn vak uitermate goed verstaat. Wat mij betreft gaat de volgende Libris-Literatuurprijs naar Jan Brokken. Literaire non-fictie doet het goed tegenwoordig. Begrijpelijk volgens Jan Brokken, want we leven in tijden van crisis. In de literatuur is weer meer werkelijkheid gekomen.

Zijn lezing eindigde hij met een mooi statement: “De werkelijkheid is vaak surrealistischer dan dat je het kunt verzinnen.”

verzamelbox met 7 CD’s

Omdat het die 16e april precies 25 jaar was geleden dat de Russische pianist Youri Egorov was gestorven, liet Jan Brokken tot slot het 4e piano kwintet van Brahms horen. Jan Brokken was bevriend geraakt met Egorov, omdat ze vlak bij elkaar op de Brouwersgracht woonden. In zijn boek ‘het huis van de dichter’ heeft Jan Brokken het levensverhaal opgeschreven van deze veel te jong gestorven meesterpianist. Jan Brokken vertelt er eerlijk bij dat Egorov euthanasie pleegde omdat hij door de gevolgen van AIDS doodziek was geworden.  In ‘het huis van de dichter’ geeft Jan Brokken een prachtige inkijk in het leven van eind jaren zeventig en begin jaren tachtig van de vorige eeuw in Amsterdam. Maar ook het boeiende verhaal van een jonge vluchteling die in Rusland doodsbang was te worden verbannen naar Siberië. Een boek wat je tot het eind in zijn greep houdt en dat je nieuwsgierig maakt naar de pianomuziek van Egorov.

Amsterdam is er klaar voor, 29 april

Bij de Stopera staan de NOS-motoren gereed, geen idee waar ze voor nodig zijn. De Amstel-Goldrace is toch al geweest?
Druk op de Dam, de perstribunes staan klaar en een ‘vliegende’ camera scheert langs de blauwe hemel.

 

 

de koningin is aanwezig, een beeld wat je zelden ziet, de koninklijke standaard op het voormalige stadhuis

 

 

 

Een koninklijk putdeksel dat alom aandacht trekt.
Duitse Polizei die met ‘bomhonden’ de huizen rondom de Dam controleert.
De baldakijn van het Paleis naar de Nieuwe Kerk. Aan de zijkanten hangen visnetten, verwijzend naar de terugkomst van de latere koning Willem I uit Engeland en ingehaald door Scheveningse vissers.
Tja… je zult je fiets maar kwijt zijn.
De koninklijke Saan uit Diemen zorgt dat de vliegende camera in de lucht blijft.
Een plastic decor op het Museumplein voor Andre Rieu en veel andere hoempa.
Prins Albert van Monaca komt aan bij het Okura hotel. Hij kan zich nog even opfrissen, om 20.00 uur moet hij voor de asperges in het Rijksmuseum zijn. Hij zwaaide even naar de paparazzi.

 

Sodom en Gomorra

Jaren geleden werd ons wel eens gevraagd waarom we toch perse in Amsterdam wilden blijven wonen en werken. Amsterdam was in de ogen van veel gereformeerden een soort Sodom en Gomorra. Maar ja, Sodom en Gomorra werden uiteindelijk omgekeerd en Amsterdam nog steeds niet. Trouwens er zijn naar mijn idee nog genoeg gerechtvaardigden in de hoofdstad van ons land. Het boekje Sodom en Gomorra, we stappen toch maar even van Amsterdam af, stond al heel lang bij mijn ouders in de kast. Een curiositeit, getypt en gestencild denk ik. Na het verdelen van de erfenis heb ik het in de boekenkast staan bij de afdeling Drenthe. Het is een boeiend verhaal waar met een soort ouderwetse bijbelse taal, het verhaal over een volksgericht wordt verteld. Mevrouw L.Cavaljé-de Boer, de schrijster, wil in dit boekje haar versie en haar kijk op de gebeurtenis vertellen. Negentig jaar geleden waren zij en haar man, hoofd van de openbare lagere school in Stuifzand, het slachtoffer van dat volksgericht.

Prachtige taal gebruikt ze in haar korte werkje. Enkele citaten daarom om dat te verduidelijken.

‘En de niets kwaad vermoedenden, die niets anders beoogden, dan Eva evenals Abel het verblijf te Sodom en Gomorra te veraangenamen, gingen voort met gastvrijheid te bewijzen aan Abel, zoals zij dat aan vele anderen gewend waren en er ontstond vriendschap.’

‘En hij wendde zich tot de geldschieters en de wisselaars, en de stenen die Abel gekocht had werden niet op tijd geleverd wat hem in zijn werk zeer bemoeilijkte.’

‘En tegen de avond was een grote menigte van Sodom naar Gomorra gekomen met allerlei voertuig. En het volk te Sodom had zich verkocht, te doen wat kwaad was. En de trompet heeft getrompet, dat er feest zoude zijn. En in het wijnhuis is men tezamen gekomen en allen, die den sterken drank najagen hebben zich opgemaakt. Er was veel geld gegeven door Dictevale en Adam en Sokke en Speni en vele anderen. En Kaïn had een grote som uitgeloofd, om de familie Cajé te verderven.’

Omkoping en roddel, ingrediënten voor een droevige afloop. Egbert Brink een medewerker van het Drents Archief heeft een uitgebreid onderzoek gedaan naar deze historische gebeurtenis. Toen we een paar weken geleden in Hoogeveen waren voor de begrafenis van mijn tante Kla, vond ik het boek van Brink bij boekhandel Pet aan de Hoofdstraat. Een boeiend beeld krijg je van het Hoogeveense en zijn omgeving zo’n honderd jaar geleden. Veel armoe, maar ook een uitgebreide middenstand en gegoede klasse en overal rond deze veenkolonie ontwikkeling. Een jonge aannemer had de opdracht in de wacht gesleept om een verharde weg van Hoogeveen naar Stuifzand aan te leggen. Daardoor raakt hij bevriend met het schoolhoofd die ook iets te maken had gehad met de aanbesteding.

Het beeld wat ooit Thomas Roosenboom schetste in zijn roman ‘Publieke Werken’ over Hoogeveen, was al eerder fors bekritiseerd. In ‘De zaak Cavaljé’ komt echt wel een ander beeld naar voren. Leerzaam en ook boeiend dus. Voor het boekje van de vrouw van het schoolhoofd hoef je nu niet meer naar stoffige antiquariaten, want het is integraal opgenomen in Brinks boek.

arm kereltje en de nieuwe paus

Vaak denk ik nog met genoegen terug aan de lessen kerkgeschiedenis op de HAVO. Dominee P.K.Keizer doceerde uit zijn eigen boekjes. Boeiend kon hij vertellen over de middeleeuwen en latere spannende episodes uit de geschiedenis van Gods kerk op aarde. Ik vergeet nooit dat hij probeerde duidelijk te maken hoe je voor jezelf de impact van het gedoopt zijn kunt beleven. In die tijd nogal ongewoon. ‘Sluit je ogen en leg je hand op je voorhoofd, bedenk dat ooit iemand daar water op sprenkelde, je doopte in de naam van de Drie-enige’. Maar dat allemaal terzijde.

Aangekomen bij het hoofdstuk ‘bedelorden’, hebben we uitgebreid stil gestaan bij Franciscus van Assisi. Geboren als Giovanni Bernardone (1182-1226) hoorde hij als baldadige jongeman, van zeer goede komaf en driftig er op los levend een preek over Matteüs 10 vers 9 en 10.  “Neem in je beurs geen gouden, zilveren of koperen munten mee, schaf je voor onderweg geen reistas aan, geen extra kleren, geen sandalen en geen stok, want een arbeider is het waard dat er in zijn onderhoud wordt voorzien.” Citaat uit de NBV. Hij bekeerde zich, werd monnik en van hem komen prachtige uitspraken als: “armoede is mijn bruid” en “alle schepselen zijn mijn vrienden”. Hij sprak met de bloemen en preekte ook tot de dieren. Hij deed mee met melaatsenverpleging en was daar zeer emotioneel bij betrokken. De toenmalige paus moest niets van deze asociale figuur hebben, terwijl Franciscus (men noemde hem zo, omdat hij zo vlot Frans sprak) een orde wilde stichten. “Ga maar in een varkenshok”, zei de paus. Franciscus deed dat en kreeg uiteindelijk zijn zin.

Franciscus van Assisi kreeg de bijnaam: Il Poverello, arm kereltje. Prachtig toch dat de nieuwe bisschop van Rome, deze naam kiest. Een prachtige verwijzing naar de stichter van de orde van de Minderbroeders. Dat belooft veel goeds voor de RK kerk. De nieuwe paus zal armoede en veel evangelie gaan preken, dat moet een gereformeerde christen toch aanspreken.

Jacob de Zoet

“De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet”; gelezen voor de leesclub. De titel was al een hele tijd geleden genoemd. Maar het bleek wel een erg dik boek te zijn. Een goede vriend vertelde zijn leeservaring, hij vond het een heel erg goed boek. Dus nog maar eens een promotieverhaaltje gehouden. De laatste leesclub bijeenkomst hebben we er flink over gediscussieerd. Het was in ieder geval een zeer boeiend en heel erg goed geschreven boek vonden de leden van onze leesclub. Toch vonden ook sommigen de ondertoon saai. Zo blijkt maar dat lezen ook steeds een subjectieve kant heeft. Zelf vond ik het verhaal, al waren de hoofdpersonen fictief, zeer spannend en boeiend. Hier en daar heeft het boek zelfs een emotionele ondertoon. Deshima, een kunstmatig eiland bij Nagasaki, was tweehonderd jaar lang een handelspost van de VOC. De Nederlanders hadden het voor elkaar gekregen dat zij alleen handel mochten drijven met Japan. Rond 1800 is het verhaal gesitueerd over Jakob de Zoet. Spannend en meeslepend; Jakob die moet dealen tussen zijn liefje op Walcheren en de intrigerende Japanse vroedvrouw Orito. Zijn verliefdheid op haar is een prachtige rode draad in het boek. Tegelijkertijd krijgen we ook in beeld hoe de VOC er in zijn nadagen voorstond. In sommige hoofdstukken is de sfeer echt Japans, met veel uitspraken die klinken als haiku’s.

De afgelopen maanden zond de NTR een prachtige serie uit over de Gouden Eeuw. In de serie werd onder andere het ontstaan van de VOC in beeld gebracht. Wanneer je dat hebt gezien in het licht van de hele serie, kun je je een beetje voorstellen hoe het er op Deshima toe moet zijn gegaan. Ik heb geen idee of er een goede documentaire over Deshima bestaat, maar “De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet” is een must voor iedereen die iets meer van handeldrijvende Nederlanders wil weten. Het stelt je ook voor vragen. Waar haalden de Nederlanders het lef vandaan? En konden de Nederlanders het wel allemaal rijmen met hun christelijke geloof? Wanneer je daar over gaat filosoferen ben je nog lang niet uitgedacht en uitgepraat. En worden we nog steeds warm van de zo geroemde ‘VOC-mentaliteit’? Nee toch?

Alle uitzendingen van DE GOUDEN EEUW zijn nog op internet te vinden. Een prachtige serie die een bijzonder inzicht geeft in de meest turbulente eeuw die ons vaderland heeft gekend.