Categorie: geschiedenis

waanzee

Op de uitverkooptafel in onze bibliotheek zag ik een boek van David Grossman liggen. Aangezien we op de leesclub een boek van hem hadden behandeld, was ik geintresseerd. Ik vond nog een Grossman en vervolgens ook ‘Waanzee’. Van dit boek had ik gezien dat het in de canon van de christelijke literatuur staat. Ook had ik er wel iets over gelezen in het ND. Met een fietstas vol boeken keerde ik huiswaarts. Vijftig eurocent per afgeschreven boek. Dat wordt ook in de vakantie genieten.

Waanzee intrigeerde me. Gelijk zondag opengeslagen. Het verhaal gaat over een Katwijkse (in het boek Zeewijkse) logger die tijdens WOI gaat vissen op de Noordzee. Hoofdpersoon Arend is een zeer bevindelijke matroos, die steeds meer gaat beseffen dat God hem in dromen verschijnt en waarheden in zijn hart legt. Er wordt door de schrijver Robert Haasnoot ruimschoots geciteerd uit de Heilige Schrift, met name de Psalmen en ook uit Smytegelt. De matroos Arend en zijn ‘volgelingen’ worden zeer levend neergezet. Overtuigende karakters, ondanks hun godsdienstwaanzin. Uiteindelijk  leidt de ‘gekte’ van Arend tot schokkende gebeurtenissen. Een pakkend verhaal dat je tot en met de laatste bladzijde in de greep houdt. Ondertussen leer je begrijpen waar ver doorgevoerde bevindelijkheid toe kan leiden.

kameraad baron

Vorig jaar verscheen van Jaap Scholten ‘Kameraad baron’. Ik had hem een paar gezien in een VPRO documentaire over Hongarije en Roemenië. November vorig jaar kocht ik de 7e druk. Het boek liep dus goed. Scholten schreef een documentaire over, zoals voor op het boek staat in de ondertitel; “een reis door de verdwijnende wereld van de Transsylvanische aristocratie”. Een boeiend verslag van gesprekken, reizen, feesten en persoonlijke indrukken. Scholten woont al jaren in Hongarije en heeft ook een Hongaarse vrouw. Zij is van aristocratische afkomst. Het communistische bewind heeft na WOII geprobeerd de complete aristocratie uit te roeien. Ze werden verdreven  uit hun huizen. Kwamen terecht in werkkampen, krotten, en velen overleefden het niet. Ook vluchtten duizenden naar het vrije westen. Dat alles heeft er toe geleid dat een complete laag als het ware uit de hele bevolkingsopbouw is weggesneden. Er is nog een klein gedeelte over en hun verhalen staan in ‘kameraad baron’. Boeiend, aangrijpend en soms ook verdrietig makend. Een boek om eens rustig lezen. Een paar citaten:

Zsigmond Mikes (1977) vertelt over de veranderingen in zijn Roemenië en eindigt dan aldus: “Het Transsylvanië van mijn grootmoeder bestaat niet meer. Die atmosfeer, die traditie, waarden en multi-etnische samenstelling bestaan niet meer. Ik ben bang dat hier dezelfde mens zal ontstaan als in Hongarije, en dat er daarom geen beter leven te verwachten is. Ook hier laten steeds meer mensen zich door materialisme leiden en hebben ze minder tijd voor elkaar, en wordt er meer en meer tijd besteed aan geld verdienen. In de dorpen zijn er gelukkig nog mensen die tijd hebben. De mens moet het middelpunt van het leven zijn. Ik wil omringd zijn door mensen die tijd hebben. Als men geen tijd heeft voor zinloze zaken, zal het niet beter zijn in Tokyo of New York.” (p. 363)

Ongetwijfeld kleefden er nadelen aan het semifeodale systeem – dat de kansen je te ontwikkelen en vooruit te komen in het leven ongelijk waren verdeeld bijvoorbeeld, een systeem dat in het nepotistische Oost-Europa overigens min of meer ongewijzigd in stand is gehouden -, maar het diepgewortelde besef dat men vóór alles een rentmeester diende te zijn leefde en is met de komst van het communisme verloren gegaan. Met de verdwijning van de aristocratie is de wereld kortademiger geworden. (Jaap Scholten op p. 375)

 

een insigne? nee toch!

Al van jongs af aan heb ik sympathie voor de Molukse zaak. Ik heb daar eerder over geschreven.  In Hoogeveen woonden veel Ambonezen, zoals trouwens in meer Drentse plaatsen. De treinkapingen bij Wijster en De Punt heb ik van nabij meegemaakt in de jaren 70 van de vorige eeuw. (december 75 en mei 77) Een paar weken geleden was er sprake van dat de minister van defensie alsnog de soldaten die hebben meegedaan om de trein in 1977 te ontzetten, nu nog te onderscheiden met een insigne. Inmiddels de zoveelste misser van minister Hillen. Het getuigt naar mijn idee van geen enkel respect voor de gevoelens van de in Nederland wonende Molukkers. Natuurlijk moest er destijds een oplossing geforceerd worden. Maar achteraf zijn er vele vraagtekens gezet bij de wijze waarop dit gebeurde. De treinkapers zijn koelbloedig “geofferd”, waarbij ook 2 gegijzelden het leven lieten. Ook al moest er toen iets gebeuren om de gijzelaars te ontzetten, het is redelijk gevoelloos om de betreffende militairen na zoveel jaren nog te onderscheiden. In de pers is indertijd veel geschreven over de goede afloop, maar hoe de Molukse kapers in feite werden afgeknald, dat bleef toch buiten beeld.

Al met al, is door de jaren heen de zaak van de Molukkers eigenlijk nog nooit goed op de politieke agenda komen te staan. Het zou de minister van defensie sieren wanneer hij zich daar vanuit zijn CDA achtergrond druk over zou maken. Ondanks de crisis in Europa, zou het mooi zijn wanneer in een nieuwe kabinetsperiode partijen zich buigen over het koloniale verleden en de onbetaalde rekeningen uit die periode. Een aantal rekeningen mogen heus wel een keer betaald worden!

weg uit Kampen?…. welkom in Amsterdam!

Anderhalf jaar geleden filosofeerde prof. Ad de Bruijne van de Theologische Universiteit in Kampen in een Reformatie-hoofdartikel over een eventuele verhuizing van zijn universiteit. Weg uit Kampen, de wijde wereld in. Waarschijnlijk was dat een opmaat voor de huidige plannen, die via een persbericht werden verspreid. Toen vond ik het al een verfrissende gedachtegang. Afgelopen week werd ik helemaal blij van het feit dat er echt verder over doorgedacht is. De synode van de GKV wordt dan ook gevraagd om verder onderzoek te doen. Er blijkt zelfs een keuze te kunnen worden gemaakt uit Groningen, Amsterdam en eventueel Utrecht.

Naast allerlei andere overwegingen die je bij dit voorstel kunt hebben, wil ik graag een lans breken voor Amsterdam als eventuele nieuwe vestigingsplaats. Dat zeg ik niet alleen als inwoner van één van de voorsteden van Amsterdam, maar ook als christen die lid is van een gereformeerde kerk in Amsterdam. En zonder al te veel gekheid, er zijn echt heel veel redenen voor te bedenken. Voor de vuist weg een aantal, in willekeurige volgorde:

  • Amsterdam is de hoofdstad van Nederland en zeer goed bereikbaar en ook vanuit de hele wereld zeer goed aan te vliegen.
  • Er zijn in Amsterdam goede partners in UvA en VU te vinden. Studenten kunnen daar bv. bijvakken studeren of ook vervolgstudies doen. Over een eventuele samenwerking zal zeker nog meer worden geschreven en nagedacht.
  • Amsterdam heeft voor studenten veel te bieden aan een breed scala van culturele uitingen; musea, theaters enzovoort! (tegen de tijd dat er daadwerkelijk gaat worden verhuisd, zijn alle grote musea wel weer open)
  • Ook een reden is dat Amsterdam heden ten dage nog maar 3% serieuze kerkgangers heeft. Het zal een geweldige stimulans zijn voor de meer dan 200 kleine christelijke gemeenten in Amsterdam wanneer een gereformeerde, bijbelgetrouwe universiteit zijn tenten zou opslaan in Amsterdam.
  • Voor het samenwerkingsverband van de kleine gereformeerde kerken in de hoofdstad (Amsterdam In Beweging) zou het eveneens een geweldige opsteker zijn.
  • Zeker onder gereformeerden is er sinds de jaren 60 van de vorige eeuw een trek de stad uit geweest. Dit zou weer een tegenbeweging op gang kunnen brengen.
  • Studenten kunnen wanneer ze gestudeerd hebben in Amsterdam zich nooit meer een wereldvreemde houding aanmeten.
  • Er zijn in een stad als Amsterdam voor studenten mogelijkheden te over voor bijbaantjes, die gelijk kunnen dienen als maatschappelijke stages.
  • Daarnaast kunnen studenten, wanneer ze zich daadwerkelijk vestigen in Amsterdam, er niet om heen de kerkelijke gemeenten met hun aanwezigheid te versterken.
  • Huisvesting voor de TU moet geen enkel probleem zijn. Vanwege de economische crisis staan er zoveel kantoorgebouwen leeg, dat je je daar nu al op zou kunnen oriënteren.

Er zijn vast nog wel meer redenen te bedenken. Ik hoop in ieder geval dat in de kerken (GKV) er een serieuze discussie over gaat ontstaan.

kapitein Westerling

Historicus Willem Bouwman gebruikt in de krant van zaterdag 12 mei j.l.(http://www.nd.nl/digitale-editie/20120512/8), een aantal argumenten om aan te tonen dat het nog niet zo gemakkelijk is om excuses over de misdaden van kapitein Westerling te maken. Naar mijn bescheiden mening gaan alle argumenten die hij gebruikt mank aan een behoorlijke portie eenzijdigheid.

kapitein Raymond Westerling, alias de Turk

Er vallen grote vraagtekens te zetten bij het voortgezette kolonialisme door Nederland, van na de tweede wereldoorlog. Zeker de wijze waarop de politiek in Den Haag probeerde de opstand in Indonesië te beperken en neer te slaan, mag achteraf best bekritiseerd worden. En dat ondanks alle goede daden die generaal Spoor, gouverneur van Mook en veel goedwillende militairen, óók verricht hebben. Een van Mooklaan en een Spoorkazerne zijn nog geen argumenten om geen vraagtekens te mogen zetten bij hun optreden. En ook een bijna honderdjarige weduwe is geen argument. Al die vrouwen die weduwe werden op Celebes, door het optreden van kapitein Westerling hebben hun hele leven pijn moeten lijden. En pijnlijk voor Nederlanders die hebben gebeden voor kapitein Westerling? Werd er op Celebes  en in heel Indonesië in veel huizen, niet in de naam van dezelfde God gebeden om vrijheid voor Indonesië? Westerling een held? Ik raad de lezers aan om nog eens wat oude uitzendingen van Andere Tijden (2007) terug te kijken! Ooit woonde bij ons in de straat een oud-Indiëganger die gediend had onder Westerling. Deze oud-NAVOmilitair schaamde zich voor wat er zich toen allemaal heeft afgespeeld onder het bevel van deze kapitein en karakteriseerde Westerling als een SS-er.

Je verleden onder ogen zien, ook de koloniale geschiedenis is nog niet zo slecht. En vandaag toegeven dat er door het kolonialisme van onze voorouders ontzaglijk veel is misgegaan in Indonesië (en bijvoorbeeld ook in Suriname), wat is daar mis mee? Als het door Bouwman aangehaalde lied meer dan gebral was; wat was het dan nog meer? Koloniale geschiedenis bestuderen (en dan niet uit schoolboekjes), ik stem dat met Willem Bouwman in, is leerzaam, maar vaak niet onderhoudend. Heel vaak leidt het tot plaatsvervangende schaamte.

P.S. bovenstaande blog werd gedeeltelijk opgenomen in het ND als INGEZONDEN. Natuurlijk heeft een krant het recht om het wel of niet volledig te plaatsen. Maar opvallend is dat juist het door mij rood gemaakte gedeelte is weggelaten. Waarvan acte!

 

In memoriam Rients Wietsma 1935 – 2012

Dinsdag 27 maart overleed in Putten meester Rients Wietsma. Van 1970 tot en met 1995 was meester Wietsma de directeur van de dr. M.B. van ’t Veerschool. (Dit is de oude naam van Veerkracht.) Hij heeft dus 25 jaar aan het roer van onze school gestaan. Toen ik in 1978 kwam werken in Amsterdam was hij het ‘hoofd der school’. Hij gaf gewoon les in klas 6, zoals groep 8 toen genoemd werd. Soms gaf zijn vrouw les en had hij tijd om wat administratie te regelen en vertegenwoordigers te ontvangen. De school was toen nog een eenmansbedrijf zou je kunnen zeggen. In het oude 19e eeuwse gebouw tegenover voormalig station Sloterdijk kwamen leerlingen uit de wijde omtrek gereformeerd onderwijs volgen. Uit Haarlem, Zaanstad, Hoofddorp, maar ook uit IJmuiden en Beverwijk en natuurlijk uit heel Amsterdam kwamen de leerlingen naar de Molenwerf. Meester Wietsma was in 1970 in Amsterdam komen werken. Na allerlei kerkelijke perikelen had men het hoofd der school van de GBS in Schildwolde gevraagd naar Amsterdam te komen. Voor hem en zijn gezin een geweldig grote stap natuurlijk, maar het voelde als een roeping, gaf hij later aan. Op onze school heeft meester Wietsma echt de grote onderwijsontwikkelingen meegemaakt en vorm gegeven. Terwijl hij toch eigenlijk het lesgeven het leukste vond, gingen allerlei andere zaken steeds meer de aandacht vragen. Omdat begin jaren 80 van de vorige eeuw, het oude gebouw bijna instortte, moest er een nieuwe locatie gevonden worden. Toen dat eenmaal gevonden was aan de Slotermeerlaan moest er verhuisd worden. Al vrij snel na de verhuizing moesten verbouwingsplannen gemaakt worden. De school werd uitgebreid met een kleuterafdeling en dat bracht heel wat geregel met zich mee. Halverwege de jaren 80 werd het hele gebouw gerenoveerd en ook daarin dacht meester Wietsma, zelf een verdienstelijk klusser, volop in mee. Op het hoogtepunt telde de school toen zo’n 250 leerlingen. Eind jaren 80 volgde de afsplitsing van de gereformeerde school in Velserbroek. Meester Wietsma was een meester van orde en regelmaat. Onder de huidige oudergroep zullen een aantal zich dat ook herinneren. Nooit het werk van leerlingen on-nagekeken teruggegeven bijvoorbeeld. Met ook altijd een cijfer voor het schrijven daarbij, naast een cijfer voor rekenen of taal.  Meester Wietsma was een meester die vond dat leerlingen voorop stonden. Ook voor ouders had hij altijd een open oor. Het belangrijkste voor hem bleef toch de gereformeerde identiteit van het onderwijs. Hij wilde de leerlingen wat dat betreft zoveel mogelijk bagage voor de toekomst meegeven. Huiswerk voor Bijbelse geschiedenis was dan ook heel gewoon. Hij zorgde ervoor dat we allemaal huiswerklessen maakten en met stencilschrijver en stencilmachine kon je elke leerling zijn blaadjes meegeven. Toen computers hun intrede deden, liep hij voorop en volgden we met het hele team een computer cursus op de MAVO in Bloemendaal. In meester Wietsma gedenken we een schoolmeester met liefde voor de Heer en zijn kerk. Toen hij met een koninklijke onderscheiding in 1995 afscheid nam, vertrok hij kort daarna met zijn vrouw naar Putten. Daar heeft hij zich nog uitgebreid bezig kunnen houden met zijn hobby schilderen (aquarelleren). Boven aan het overlijdensbericht stonden uit Hebreeën 13 de volgende woorden: “Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige.” Dat was ook wat hij in het leidinggeven zijn team en leerlingen meegaf.

in memoriam

Een paar weken terug verscheen een boek van Guus Luijters met daarin een lijst van bijna 18.000 kinderen die in de oorlog zijn vermoord. Gelukkig werd dat omgeven met flink wat publiciteit in de pers. Daarnaast wordt er een tentoonstelling gehouden in het Stadsarchief van Amsterdam. Van 3.000 kinderen is een foto tentoongesteld. Bij de foto is natuurlijk hun naam vermeld met geboorte-en sterfdatum en hun woonplaats. Dat levert dus rijen en rijen foto’s op. In een aparte tentoonstellingsruimte staan op de wanden de bijna 18.000 namen vermeld en zijn  15 Amsterdamse kinderen uitgelicht.

In de geschreven reacties komt het woord indrukwekkend vele malen voor. Logisch vind ik. Maar er is meer. Het is niet alleen maar een indrukwekkend In Memoriam voor al die Joodse en ook Roma en Sinti kinderen. Het doet je ook stilstaan bij al die broertjes en zusjes, vaders en moeders. Maar ook; deze kinderen hadden buren, vriendjes en vriendinnetjes, klasgenootjes en ga zo maar door. Wat is er toen toch gebeurd, dat het gebeuren kon? Wie de geschiedenis een beetje kent, weet ook dat gewone Nederlandse ambtenaren de lijsten van Joodse Nederlanders maakten. Dat ze hun uitstekende best deden om het zo compleet mogelijk te maken. Ook werd er zelfs een Amsterdamse plattegrond gemaakt met daarop aangegeven waar de Joden woonden. Nederlandse agenten werden vervolgens ingezet om Joden te verzamelen in de Hollandse Schouwburg. Gewone trams werden gebruikt en ook de spoorwegen werkten mee. Wat zou er toch gebeurd zijn wanneer al die mensen in opstand waren gekomen? En het mag ook best aan het denken zetten over het huidige Nederland wanneer groepen mensen worden wegzet en afgeserveerd. Een oproep dus om dit gedenkteken in het Stadsarchief te gaan bezoeken en ook voor jezelf te bepalen welke lessen je uit dit stuk geschiedenis kunt leren.

jodendom in de nieuwe kerk

In AVRO-kunstuur had ik al een keer een reportage gezien over de directeur van de Nieuwe Kerk, die op ‘strooptocht’ was in Israël. Hij probeerde daar zoveel mogelijk stukken voor zijn tentoonstelling binnen te halen. En zoals Ernst Veen veel gelukt is, lukte ook dit. Met zijn charmante voorkomen flikte hij ook dit weer. Het resultaat mag er zijn; een indrukwekkende tentoonstelling over het Jodendom. Voor wie een beetje bekend is met de Bijbel en hoe het Jodendom zich na Christus heeft ontwikkeld is dit een feest van herkenning. Een groot aantal onderwerpen komt voorbij. Van synagoge tot jad en van diaspora tot sjabbat. Ook de bijbehorende catalogus is fraai van opzet. Hierin komen 100 Joodse begrippen kort aan de orde die worden vergezeld van voorwerpen uit de tentoonstelling. Helaas komen de prachtige banieren wat mindere tot hun recht. Wil je die namelijk lezen, dan hou je er een hernia aan over. Gaan dus; om het kleine stukje Dode Zeerol te bewonderen en ook het prachtige schilderij van Marc Chagall van een treurende rabbijn met een Thora-rol.  Alleen die twee voorwerpen al, maken de tentoonstelling tot een must.

Een groot compliment tenslotte aan de scheidende directeur Ernst Veen. Wanneer je de audio-tour beluistert houdt Veen bij nummer een 1 een afscheidstoespraakje. Deze man heeft zoveel betekend voor de Nieuwe Kerk en de Hermitage; geweldig. Dit soort mensen hadden ze ook nodig bij het Rijks en het Stedelijk Museum.

abraham kuyper in de uitverkoop

Altijd is het weer opwindend om door stapels afgeprijsde boeken te neuzen. Kom ik misschien iets tegen, waarvan ooit dacht; oooh, dat boek wil ik graag kopen. Alleen de opwinding al is een leuk gevoel. Zeker wanneer ik al enige tijd niet bij Scheltema aan het Koningsplein ben geweest, is het altijd weer spannend om bij de vers aangevulde ramsj te snuffelen. Een paar weken terug kwam ik de biografie over Abraham Kuyper tegen. Eigenlijk te geef: € 7,80. Toen het boek in 2007 verscheen, bracht het onder historici, zeker de gereformeerde historici, nogal wat opschudding te weeg. Dat laatste wekt natuurlijk extra belangstelling. Achterop het boek staan dan ook een aantal uitspraken uit de pers om het boek extra te verkopen. De mooiste daarvan is van de in november 2011 overleden historicus A.Th. van Deursen. Hij had in het Nederlands Dagblad geschreven dat het een ‘Een misselijk boek’ is. Op Wikipedia is te lezen dat andere historici als Harinck en Schutte, het niet met van Deursen eens waren. Al met al een mooie aanbeveling om het forse boek van 672 pagina’s ter hand te nemen. Aanbevolen dus!

leve de koningin!

De laatste dag van januariwerd onze vorstin HKH Beatrix van Oranje vierenzeventig. Vandaag trouwens is het weer feest in huize Oranje. Tien jaar geleden trad Willem-Alexander in het huwelijk met Maxima. Als Oranje-fan is mijn week weer goed! In het TV-programma ’twee-vandaag’ toonde men dat ook dit jaar weer de populariteit van de jarige was gestegen. Er werd zelfs een soort quasi wetenschappelijk betoog bij gehouden. Een van de redenen dat Hare Majesteits populariteit was gestegen, zo werd beweerd,  was onder andere de VPRO serie ‘Beatrix, Oranje onder vuur’. Deze vierdelige serie, waar ik trouwens alleen maar een enkel fragment van heb gezien is, zo zeggen de makers; fictie. Nou ja, men probeert de werkelijkheid zo goed mogelijk te benaderen. De schrijver van de serie is Tomas Ross.

Ross voert in deze laatste 'Schaduw' een vierde geheime dochter van prins Bernhard ten tonele

Tomas Ross is in ons land een bekende schrijver op het gebied van spannende detectives. Niks mis mee, zou je denken. Maar Tomas Ross is echter een complot(be)denker. En in dat laatste zit hem de kneep. Je kunt dus werkelijk de genoemde VPRO serie niet serieus nemen. En dan de grap, dat een gedeelte van ons volk onze koningin sympathieker is gaan vinden door deze fictieve serie. Wat mij betreft worden dit soort series verbannen van de publieke omroep.  Wanneer Wilders moeilijk doet over een hoofddoek, valt heel weldenkend Nederland over hem heen. Laten ze dan ook dit soort majesteitsschennis in de vorm van een fictieve serie over het leven van onze zeer gewaardeerde koningin verwijzen naar de prullenbak.