In quarantaine II

Ons stapeltje boeken. In ons appartementje stonden ook boeken, maar helaas allemaal Noors. Als we hadden moeten blijven, dan waren we misschien een cursus Noors begonnen.

Zondagmiddag, een strakblauwe hemel en mijn hoofd tolt nog steeds een beetje van het boek dat ik las op de terugvlucht van onze vakantie. Gelukkig was het onze normale terugvlucht en verliep het eigenlijk heel normaal. Op het vliegveld van Las Palmas, de hoofdstad van Gran Canaria waren alle winkels dan wel gesloten, maar we konden nog water uit een automaat laten rollen. De Global bus bus 91 had ons keurig afgezet, na een toch wat vreemde rit van een uur. We hoefden niet te betalen, de bussen hebben geen betaalautomaten en contant geld was not done.  Amadores, Puerto Rico, Patalavaca en Arguineguin, anders één al bruin van zonaanbidders, nu verlaten stranden met stapels zonnebedden en hier en daar nog een enkeling op een balkon van een appartement of hotel.
Twintig graden kouder stonden we zondagmorgen heel veel vroeg te kleumen op een toch niet eens uitgestorven Schiphol. En zondagmorgen waren daar gelukkig weer de vertrouwde stemmen van OPK broeders en zusters uit de computer. Een online-kerkdienst heeft toch ook zo zijn eigen charme. Het verhaal van de ‘De bekeerlinge’ bleef gisteren maar door mijn hoofd spoken. Wat een geweldig goed boek, had een paar jaar geleden de eerste hoofdstukken gelezen, maar toen sloeg het niet aan. Maar nu opnieuw begonnen, eerst op het dakterras en ’s avonds ook in bed, het verhaal bleef trekken. Mijn oudste dochter had gelijk; “Je moet het lezen, pap!” De vier uur durende vliegreis vloog voorbij, omdat ik zo gegrepen was door de belevenissen van Sara Hamoutal Vigdis Adelaïs. De roman van Stefan Hertmans neemt ons mee naar het eind van de 11e eeuw, wanneer de wereld ‘in brand’ komt te staan door de oproep van Franse paus Urbanus II, om het Heilige Land te bevrijden. Ook toen waarden besmettelijke ziektes en antisemitisme door Europa. Tegen die achtergrond wordt een Normandisch meisje in Rouen verliefd op een Joodse rabbi-leerling. Wat een geweldige en heerlijke leeservaring! In quarantaine zitten was wat dat betreft dus niet zo erg… En van veel Franse plaatsnamen weet je, ooh ja, daar zijn we ook geweest. Monieux in de Provence hebben we wel eens op wegwijzers zien staan en zoveel andere plaatsen die Hertmans noemt hebben we wel eens verkend.

Een helemaal leeg strand, strakblauwe lucht, gemiddeld 25 graden, maar geen zonaanbidders. Alle restaurants van de één op andere dag dicht. Weg voorjaarsseizoen voor de middenstanders. Geen aanvoer van voorraden meer, en de bediening zonder werk. Een Italiaans restaurant heeft nog een dag bezorgd, maar toen was het ook ook over. Toeristen kwamen niet meer aan en de dakterrassen werden dag na dag stiller. De schoonmaakster was erg bezorgd, geen werk; geen inkomen, hooguit een hele kleine steun van de overheid.

De Guardia Civil of de Policía Local kwamen elke dag wel een keer voorbij om iedereen op te roepen binnen te blijven. Dat ging natuurlijk in rap Spaans, met een korte samenvatting in het Engels en Duits. Het enige wat we opvingen was: “Stay at home!”. Je mocht alleen de straat op voor bezoek aan apotheek of supermarkt. De supermarkt werd gaande de week strenger. Niet meer met z’n tweeën naar binnen, maar eentje per familie. En, wat ons opviel, geen gehamster! Nu was het dan ook een SPAR en geen AH die van hamsteren een reclamestunt maakt. Het was uitgestorven op straat. Donderdagmiddag hadden we een rondje haven gedaan en zaten bij te komen op een bankje maar werden we door de groene agenten naar binnen gebonjourd; of we geen televisie keken?!

Het was verbazingwekkend om vandaag zomaar weer naar de Middenweg te kunnen fietsen. De slager aan de Pretoriusstraat was gewoon open, niet meer dan drie klanten tegelijk in de winkel. Ook onze hofleverancier nootjes aan de Hogeweg hoopt maar dat ze tot de essentiële levensbehoeften blijven behoren en dus open mogen blijven. Maar bij de supermarkt met het blauwe logo lopen toch wel erg veel mensen die zich niet storen aan 1,5 meter afstand en verbaasd kijken als je steeds opzij springt. Een week in quarantaine maakte ons nederig, bang waren we niet. Ik denk dat het thuisfront zich meer zorgen maakte of we terug konden komen. Het was jammer dat we niets konden ondernemen en dat past niet bij onze Nederlandse aard. Op een avond, het is in Mogan vroeg donker, liepen we nog even langs de haven. Her en daar zaten mensen op hun zeilschepen met een glas wijn nog lekker buiten. Opeens hoorden we Nederlands achter ons praten en ik zei: “Toch weer die Nederlanders hè, die zich niet aan de regels houden… ” We kwamen in gesprek en al snel ging het over de corona-crisis en de erbij horende maatregelen van de Spaanse overheid.  Wij vonden het in ieder geval moeilijk om opgesloten te zitten. Het oudere Noorse echtpaar dat naast ons in een appartement zat liep regelmatig de trappen op en neer om in beweging te blijven, ze durfden niet de straat op. Opvallend was ook dat zo’n Spaanse koning zijn volk anders toespreekt, hij deed het woensdag al trouwens. Staand voor een vlag van Spanje en Europa. Onze koning deed het vrijdag pas, zat rustig achter zijn bureau in zijn werkkamer, geen vlag te zien. De medewerkers op het verhuurkantoor waren ook echt van slag en angstig.

Het voorjaar was op Gran Canaria al duidelijk gestart en ook hier is er al meer groen te zien. Nieuw leven is op komst en we hopen maar dat we ons volgende kleinkind over enkele maanden niet alleen maar door het raam mogen bekijken. Gelukkig beseffen we ook dat er een God is die zorgt en troost en hoop geeft . Naar mijn idee zitten we niet ergens midden in de zeven plagen zoals sommige mensen beweren, maar mogen we eenvoudig leven uit genade. In de tijd van Hamoutal stierf soms een derde van de bevolking aan de pest, wij mogen dankbaar zijn voor een zeer geavanceerde gezondheidszorg. Daarnaast is er ook een zeer goed werkend systeem van voedselvoorziening met ook heel veel hardwerkende mensen. Zo is er dus veel om dankbaar te zijn! Vervolgens mogen we niet vergeten dat het ‘Kyrie eleison’ nu hard nodig is.