Maand: april 2020

Nog een keer: Ho llan d

Een beetje raar om voor een tweede keer iets over een boek te zeggen. Maar toch doe ik het, omdat Rodaan Al Galidi mij voor de tweede keer in de ban hield met zijn verhaal. In zijn eerste boek, ‘Hoe ik talent voor het leven kreeg’, vertelde Rodaan over de belevenissen van Semmier in een AZC. Waren het Rodaans eigen belevenissen? In het voorwoord van zijn eerste boek zei hij het volgende:  “Dit verhaal zat me dwars. Erover schrijven lukte nooit goed, zelfs er openhartig over spreken vond ik moeilijk. Ook jaren later kon ik het er niet echt over hebben. Ik wilde verder. Ik begon het onderwerp te mijden, om niet weer meegesleurd te worden door herinneringen aan toen. [ … ] Misschien zal mij gevraagd worden of dit mijn verhaal is. Dan zeg ik: nee. Maar als mij gevraagd wordt: Is dit ook jouw verhaal? zeg ik volmondig: ja. Dit boek is fictie voor iemand die het niet kan geloven, maar non-fictie voor iemand die ervoor open staat. Of nee, laat dit boek non-fictie zijn, zodat de wereld waarin ik jarenlang heb moeten verblijven, verandert van fictie in non-fictie.”

De ruim negen jaar in het AZC leverde een geweldig verhaal op, ontroerend, hilarisch, maar ook vaak triest. Onze vaderlandse omgang met asielzoekers wordt uiteindelijk genadeloos aan de schandpaal genageld. Misschien verdween dat wel eens wat te veel achter het prachtige taalgebruik van Rodaan, zijn glimlach en relativerende opmerkingen. In het vervolg van ‘Hoe ik talent voor het leven kreeg’ gaat Semmier de Nederlandse samenleving in. Hij wil eindelijk zichzelf kunnen zijn, kunnen genieten van de vrijheid en wil onder andere daarom geen uitkering. Her en der vindt Semmier onderdak en zo nu en dan verdient hij zijn kostje met werk waar Nederlanders hun neus voor ophalen. Schoonmaken, kippen vangen, verhuizen… Ook nu levert het vermakelijke situaties op en evenzovele misverstanden. Maar de schrijver laat ook op heel subtiele manier uitkomen hoe Nederlanders met asielzoekers omgaan. Een mooi voorbeeld is hoe mensen praten tegen Semmier. Zeker wanneer men denkt dat Semmier nauwelijks iets kan volgen, gaat men in lettergrepen praten. En dat laatste komt zo stupide over dat ook Semmier niet weet waar de ander het over heeft. De vondst van omslagontwerper Steven van der Gaauw (ook vormgever van het literair tijdschrift Liter) voor de cover is dan ook prachtig; Ho llan d. Geen Hol land, maar juist een verbastering daarvan.

De taal van Rodaan Al Galidi is nog intenser geworden. Wanneer je hem hoort spreken, denk je niet gelijk dat het gaat om een schrijver met een geweldig taalgebruik. Op internet is een mooi interview met Rodaan te vinden over het toneelstuk dat van ‘Hoe ik talent voor het leven kreeg’ is gemaakt (zie VPRO). Dat toneelstuk zou nu in de theaters te zien moeten zijn, maar helaas heeft corona roet in het eten gegooid. Rodaan weet zijn waarnemingen in prachtige zinnen te gieten en daarvoor moet je het boek echt lezen. Een paar voorbeelden wil ik wel geven, maar eigenlijk is het schier eindeloos. Wie verzint het om oude fotoalbums te gaan verzamelen en te kijken of je al terugbladerend de mensen van vandaag herkent in mensen die al lang niet meer leven? Semmier sjouwt de albums mee van het ene adres naar het andere, om ze uiteindelijk …. Nee, lees het verhaal zelf maar.

[pg 30] Daniëlle was een vrouw die tussen haar veertigste en het jaar dat ik haar ontmoette, ze was toen zesenvijftig, in een herfst leefde waar ze eigenlijk nog niet aan toe was.
[pg 52/53] In Irak is wat je voelt een ballon, en wat je zegt de lucht. Soms ontploft je gevoel en verdwijnt het door de hoeveelheid woorden die je er in hebt gepompt. In Nederland is wat je zegt je eigen bankpasje en je gevoel de pincode. Als die niet kloppen, komt er niets uit.
[pg 274]   Kijk, als je voor een Nederlander werkt, dan geef je hem werk en hij geeft je geld. Werk je voor een Irakees, dan word je deel van zijn leven.
[pg 361] Eigenlijk is het hard om alleen te zijn, maar harder om niet alleen te kunnen zijn.

2 X Holland

Er zijn van die momenten dat ik voor het slapen gaan een nieuwe blog bedenk. Mijn boek heb ik dan weggelegd, het bedlampje uitgeknipt en mijn wederhelft sluimert weg. Prachtige zinnen borrelen op en blijven voor dat moment ronddwalen in mijn hoofd. Helaas zijn ze de volgende morgen het raam uitgedreven of ze zijn ten onder gegaan in een warrige droom.  Vandaar dat ik ze nu niet meer weet en het moet doen met goedbedoelde nieuwe zinnen. Deze week heb ik opnieuw CORONACRISIS in de kantlijn van mijn agenda gezet. Ik wil voor jaren later toch vast leggen in wat voor vreemde en bijzondere tijd we op dit moment leven. Mocht de lezer denken dat ik een week abuis ben, dat klopt. Maar in de eerste coronacrisis-week zaten we in quarantaine en kwam dat in de kantlijn terecht.
In eerste instantie kreeg deze blog als titel: ‘Laat het nog maar een tijdje duren’. Er hoeft opeens heel veel niet, vergaderen gaat lekker snel en de lucht boven Amsterdam en Diemen is vrijwel volledig verstoken van vliegverkeer. Vorige week moest Coos midden in de nacht naar een bevalling in de Jordaan. Tegen drieën, dus midden in de nacht, reden we door een compleet uitgestorven stad; heel vreemd en zelfs een beetje beangstigend. Dan merk je opeens de keerzijde van deze crisis. Geen enkele toerist meer, vrijwel alle hotels donker, de horeca weet niet hoe ze deze periode gaat overleven. Op zaterdag gaan grote bossen tulpen voor een prikkie van de hand, dat kan niet normaal zijn. Het zijn dus werkelijk vreemde tijden.
Afgelopen vrijdag moest ik in het centrum van Amsterdam zijn,  ik kon overdag gewoon fietsen door de Kalverstraat. Probeer dat in “normale” tijden op een zonnige dag te doen; volstrekt onmogelijk. En helaas was de mooiste boekhandel van Amsterdam aan het Rokin op slot. Toen maar via de Nieuwe Hoogstraat richting de Antoniebreestraat, daar was gelukkig de boekhandel wel open. Je moet wel weten wat je wilt hebben, want je mag de winkel niet in. Gelukkig hadden ze ‘Heerschappij’ liggen en ik kreeg het van veilige afstand aangereikt. In de etalage zag ik nog een ‘Holland’ boek liggen. Pasen werd zo een Hollands feest. Tom Holland, een Engelse wetenschapper, schreef een bijzonder boek over de invloed van het christendom op onze westerse cultuur. Bijzonder boeiend en gelukkig heb ik het nog lang niet uit. Wie weet leert het mij ook iets over de rol van religie in tijden van een pandemie.
Rodaan Al Galidi schreef zijn tweede roman. Ruim twee jaar geleden schreef ik over zijn eerste boek. ‘Hoe ik talent kreeg voor het leven’ is een prachtig hilarisch boek van en over een asielzoeker uit Irak. Haarscherp wist Rodaan daarin zijn kennismaking met Nederland neer te zetten. In zijn boek ‘Holland’ beschrijft Rodaan hoe het Semmmier vergaat als hij na ruim negen jaar het AZC mag verlaten. Inmiddels is Rodaans taal nog rijker geworden en het lijkt er op dat doordat hij zich nog beter kan uitdrukken, nog dieper inzicht in onze cultuur heeft gekregen. Semmiers tocht van het ene goedkope adres naar het andere lijkt haast ongeloofwaardig, maar uit ervaring weet ik inmiddels dat het voor veel asielzoekers een vaak harde en bittere werkelijkheid is. ‘Holland’ is een fantastisch boek, dat je doet schamen en blozen, maar ook laat lachen en relativeren van veel aangeleerde Hollandse gekkigheden.

Het maakt nieuwsgierig naar Rodaans mening over hoe onze overheid maatregelen neemt vanwege een rondwarend virus. In de verschillende talkshows heb ik zijn visie nog niet gehoord, maar wel die van de zoveelste viroloog en econoom. Waarschijnlijk zal Rodaan met humor en gevoel voor understatement zijn visie geven op alle maatregelen en hoe de bevolking van Holland daar op reageert. Waarschijnlijk zou hij wel blij worden van de prachtige papegaaien die inmiddels de groene zuil onder de A10 sieren. Ook vandaag was de schilderes weer druk bezig. Vanaf de andere kant van de Weespertrekvaart heb ik poosje toe staan kijken hoe fietsers reageren op de schilderingen. Sommigen kijken niet op of om, terwijl anderen afstappen en bewonderend blijven kijken. Een prachtige eyecatcher in deze bijzondere tijd. Nu maar hopen, dat wanneer de hekken weg zijn, iedereen er met zijn graffitivingers vanaf blijft.

Coronazondag, Palmpasen

De eerste zondag van april werd vanmorgen als een hele zonnige aangekondigd door weerman Jan Visser op Radio 4. Visser kreeg gelijk, misschien zou het in de Bilt wel de 20 graden aantikken en werd het daarmee een record. De zon verwarmt het onrustige lijf in deze vreemde dagen. Gelukkig kunnen we ook deze zondag weer online onze kerkdienst meemaken. En vandaag wel een heel bijzondere. Als het coronavirus er niet tussen was gekomen, dan waren we van alle kanten uit Amsterdam vanmorgen naar de Zuiderkerk gegaan om daar als Nederlands Gereformeerde Kerk, Christelijke Gereformeerde Kerk en Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) samen Palmzondag te vieren. Helaas ging dat niet door, maar de drie predikanten staken de koppen bij elkaar en zorgden ervoor dat er een gezamenlijke onlinedienst kon worden gehouden. Op het You Tube kanaal van de Amstelgemeente werd vanuit De Duif de dienst uitgezonden. De Amstelkerk, waar de Amstelgemeente (CGK) normaal gesproken op zondag samenkomt, is op dit moment niet beschikbaar  vanwege groot onderhoud en men is daarom uitgeweken naar de andere kant van de Prinsengracht. De ruim 130 volgers (en er zullen op de verschillende computers meerdere huisgenoten meegekeken hebben) zagen en hoorden onze eigen dominee op de piano en dominee Jan van Helden van de NGK op gitaar. Dominee Rein den Hertog leidde de dienst, hartverwarmend!
Juichen voor Jezus = lijden met Jezus! Willen we werkelijk achter Jezus aan? Dat is een indringende vraag, ook in deze coronacrisis. Zijn we bereid om ons leven te verliezen, om het daardoor te behouden? Maar gelukkig gloort er ook HOOP! Achter Golgotha gloort de Paasmorgen en achter wanhoop gloort hoop! Met deze hoopvolle woorden sloot onze dominee Marinus de Jong zijn preek af en in de chat naast het beeld verschenen verschillende Amens! Zo’n chat is voor herhaling vatbaar trouwens. Mooie korte berichtjes kwamen voorbij, felicitaties, bemoedigingen en aanwijzingen met betrekking tot de geluidskwaliteit. En ook een enkele grappenmakers lieten even van zich ‘horen’.

Waar de Weespertrekvaart de Ringweg-Oost en de Gooische weg kruist schildert een kunstenares de pilaren in felle kleuren om er vervolgens prachtige vogels op de schilderen!

In onze tuin genoten we van de zon en na het middaguur was het tijd om binnen de huidige regels te genieten van een fietstochtje. Tot de Amstel ging het goed, maar zelden was het zo druk aan de ‘stille kant’. Joggers, wielrenners, zonaanbidders, motorrijders; een drukte van belang. Anderhalve meter is toch meer dan de meeste mensen beseffen. Na de brug in Oudekerk aan de Amstel ging het gelukkig iets beter. De ingang van Zorgvlied stond op een ‘kiertje’ en iemand van een bewakingsfirma hield in de gaten dat de begraafplaats niet opeens een overbevolkt stadspark werd. Het was er rustig met hier en daar iemand die een graf verzorgde. Bomen en struiken beginnen groen te worden en zullen over enkele weken al vol met bladeren zitten. En zelfs vandaag was het niet stil tussen de graven, ook nu hoorde je de A10 brommen en enkele keer zelfs sirenes er boven uit komen.

Kyrie Eleison [voor de liefhebber; op de Bach-site (All of Bach) is de laatste aanwinst BWV 242, een prachtig Kyrie!]

AANRADER: zondagavond VPRO Tegenlicht, met Dirk de Wachter en Lidewij Edelkoort. Terug te zien op Uitzending Gemist. Om over na te denken en door te praten……