‘Inschattingsfout’ 2

Op deze prachtige zonnige zondag vierden we vanmorgen de eerste Advent en ook het Heilig Avondmaal. Wat een prachtige combinatie! En in de preek ook nog een bijzondere verwijzing naar het nieuwe album van Goldplay (kijk op 11 minuten). Het gaat aan alle inschattingsfouten voorbij, de mens maakt er een potje van en ondertussen verlangt ze naar vrede en rust. Goldplay zingt er van, de wereldleiders beloven het, maar ondertussen gaan oorlog, onderdrukking, uitbuiting  en rampen gewoon door. De grote mannen van de wereld zullen net als al hun volgelingen en stemmers toch moeten luisteren naar Jesaja: “Wandel in het licht van de Heer!’

Nu ik deze eerste alinea teruglees, besef ik dat ik zo helemaal niet had willen beginnen. Overkomt mij wel vaker en dan is de gemakkelijkste oplossing meestal; de alinea selecteren en deleten. Soms moet je gewoon overnieuw beginnen, maar deze keer dus niet. De bedoeling was om gewoon een vervolg te schrijven op mijn blog over de uitslag van de rechtszaak. In de week erna kwam de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op de site te staan. (uitspraak in de zaak van agent A.) Voor iedereen die het wil is het complete verhaal dus nog eens na te lezen. Kort gezegd is het dus zo dat agent A. wel een overtreding heeft begaan die strafbaar is, maar dat de regels in de brancherichtlijnen nu eenmaal zo opgesteld zijn, dat het hem niet strafbaar maakt. [ De rechtbank is van oordeel dat achteraf kan worden vast gesteld dat verdachte vaart had moeten minderen. Dat volgt ook uit de verklaring van verdachte ter zitting dat hij langzamer zou hebben gereden indien hij zou hebben geweten dat er zich een fietsersoversteekplaats op de plaats van de aanrijding bevond. De rechtbank is echter ook van oordeel dat verdachte niet kan worden verweten dat hij dit niet wist. Van hem kan niet worden verwacht dat hij tevoren op de hoogte is van de aanwezigheid van alle risicovolle plaatsen op de door hem gekozen aanrijroute. De oversteekplaats op de plaats van de aanrijding was ten tijde van het feit bovendien zo slecht zichtbaar dat verdachte evenmin een verwijt kan worden gemaakt dat hij deze niet tijdig heeft gezien. Dat het niet tijdig zien van de oversteekplaats waarschijnlijk ook in de hand is gewerkt door de hoge snelheid waarmee verdachte reed, maakt het voorgaande niet anders. Het illustreert naar het oordeel van de rechtbank dat hetgeen op grond van de regelgeving van een politieman wordt verwacht in situaties als de onderhavige, te weten enerzijds dat hij zo snel mogelijk op de melding af gaat en anderzijds dat hij de veiligheid van andere weggebruikers niet in gevaar brengt, met elkaar op gespannen voet staat. Naar het oordeel van de rechtbank legt dit een bijna onmogelijke taak bij de politieman in kwestie. Ook valt moeilijk in te zien waarom op grond van de BVP in een situatie als de onderhavige het gebruik van sirene en zwaailichten niet is toegestaan, nu dit de kenbaarheid voor de fietser van de met hoge snelheid naderende politiebus uiteraard zou hebben vergroot. Naar het oordeel van de rechtbank valt dit verdachte echter niet aan te rekenen. De rechtbank is ervan overtuigd dat hij de situatie naar beste vermogen heeft beoordeeld. Dat hij daarbij toch een fout heeft gemaakt, is gelet op het voorgaande niet in strafrechtelijke zin aan hem te wijten.]  citaat uit punt 8.

Inmiddels is, twee weken na de uitspraak, duidelijk dat geen van de partijen in hoger beroep gaat. Het OM (openbaar ministerie) niet en ook de politieagent niet. Natuurlijk geeft dit hele verhaal een toch min of meer dubbel gevoel, maar juridisch gezien is het klaar. Wat we nu nog kunnen doen is de verantwoordelijken aanspreken en vragen of ze op een of andere manier de regels kunnen aanpassen. Blijkbaar geeft de regelgeving een vrijbrief aan agenten om ver boven de toegestane snelheid door de stad te scheuren, omdat de betreffende agent zelf moet inschatten of hij het nodig acht. Jammer dan voor de burger die dat niet op tijd in schat. Wie ons kan helpen om dit probleem op de juiste plek te adresseren en hoe we het voor elkaar kunnen krijgen dat de huidige regelgeving in discussie wordt gebracht; laat hij of zij zich gerust melden.
Laat duidelijk zijn, er is berusting, we kunnen de hele rechtsgang afsluiten. Dat laatste geeft ook opluchting. Maar er zijn dus ook nog open eindjes…

We houden Jesaja 2 maar in gedachten, inschattingsfouten zullen er blijven, totdat er een dag komt waarop mitrailleurs, pistolen en bommen, worden omgesmeed tot ploegscharen. Tot die dag ligt er dus de opdracht; “Wandel in het licht van de Heer!’