bevorderd tot heerlijkheid

jaap zijlstraVerwachting

Als de dag begint te doven
en de zon mij niet meer ziet,
als de schemering gaat komen
en ik stil word van verdriet,
als de nacht valt en mijn vogel
niet meer opdaagt met een lied –
na mijn duisternis Uw licht,
na mijn zwijgen Uw gedicht.

 

In memoriam Jaap Zijlstra 1933 – 2015
Zat even te twijfelen of het nu met een d of een t moest. Maar het eerste lijkt met toch het meest juist. Broeder Jaap Zijlstra is bevorderd tot hemelse heerlijkheid. Volgens de laatste berichten was hij al ernstig ziek en vandaag meldt de ND-site dat hij is overleden. In mijn exemplaar van de ‘verzamelde gedichten’ heeft hij op 13 maart 2010 in Doorn zijn handtekening gezet. Het zal op een van de inmiddels helaas verdwenen cultuurzaterdagen van het ND zijn geweest dat hij met aandacht en overgave de aangeschafte exemplaren signeerde. Een klein gesprekje hoorde daarbij, waarvan ik mij kan herinneren dat het indruk maakte. Toen ik eind 2010 thuis kwam te zitten heb ik regelmatig zitten bladeren en in alle rust een gedicht tot me genomen. Het advies waar Jaap Zijlstra zijn voorwoord mee afsluit is trouwens zeer wijs:

Lees langzaam,
durf traag te zijn,
u drinkt geen limonade,
u drinkt wijn.

Wat je bij vrijwel geen  enkele verzameling gedichten aantreft, zit wel in deze bundel verzamelde gedichten; een cd met voorgelezen werk door de dichter zelf. Het gedicht VERWACHTING is daar te vinden onder nr 76 en staat op blz 409. Het is het laatste gedicht in dit boekwerk en een paar weken geleden heeft Jaap Zijlstra zijn volgers op Facebook gezegd dat hij er mee stopte. Daarbij tekende hij aan dit gedicht over te schrijven. Ik ga dat doen, vóór in mijn  2016 agenda, langzaam.  Voor de liefhebber nog een gedicht, met de titel Kerst.

Kerst

De herders, zij ruiken de stal,
zij gaan in draf op huis aan
en bekijken met grote ogen het lam
dat in hun kribbe ligt.

De wijzen gaat een licht op,
zij slaan er Bileam op na
en al hun wijze voorgangers
die weet hebben van de ster.

De bijbelkenners en kamerverhuurders,
zij slapen de slaap des rechtvaardigen,
heel Betlehem slaapt.

Wij weten van de prins geen kwaad,
dat komt nog wel,
drieëndertig jaar later.