Maand: november 2015

God in de oorlog

gee duimbreed k.schilderHet zaaltje van de PThU aan de Boelelaan zat afgelopen dinsdag afgeladen vol. Eigenlijk was ik te laat met aanmelden, maar Wim Berkelaar zegde toe stoelen bij te plaatsen. Het HDC van de VU hield een symposium over het eerder dit jaar verschenen God in de oorlog. De rol van de kerk in Europa, 1939-1945 van Jan Bank. In het dagblad TROUW was er nogal wat ophef over geweest en het onderwerp blijft tot op vandaag natuurlijk actueel. Een vijftal sprekers reflecteerde op de lijvige pil van professor Bank. Ik vond vooral de bijdrage van dagvoorzitter George Harinck boeiend omdat hij het Nederlandse verhaal nog een keer extra belichtte, in het bijzonder de situatie binnen de Gereformeerde Kerken. Nieuw was voor mij het gegeven dat kerken in die tijd, zeker voor Wereldoorlog II, eigenlijk geen openbare uitspraken deden. De rol van de kerken in Nederland was beperkt wat dat betreft. Abraham Kuyper (soevereiniteit in eigen kring) had de kerk omringd met een grote groep organisaties en daarmee was het zicht op de rest van samenleving min of meer verdwenen. Kerken waren dan ook verlegen met de hele situatie toen de oorlog uitbrak. Er waren theologen en dominees die reageerden via brochures en ook in zondagse preken. K. Schilder schreef in 1936 al een felle aanklacht tegen het nationaalsocialisme (Geen Duimbreed), in de oorlog werd hij zelfs een tijd gevangen gezet. In hervormde kring was het dr.J.Koopmans (predikant van de Noorderkerk in Amsterdam) die in het begin van de bezetting een fel betoog schreef tegen de bezetter, ook in brochurevorm. [De Belgische schrijver Geert van Istendaal eerde Koopmans met een geweldig essay in de bundel ‘Mijn Nederland’.] Maar dit waren individuele kerkleden die van zich lieten horen, niet een heel kerkgenootschap. Er waren genoeg anderen die vonden dat de bezettingsmacht de overheid was die gediend moest worden.
Helaas is over de rol van de kerken nog veel te weinig onderzoek gedaan volgens Harinck. Er is veel verzet van gereformeerden geweest. Er waren gereformeerden die in knokploegen zaten, er waren gereformeerden die onderduikers verborgen hielden. Er zijn veel gereformeerden gesneuveld en vermoord in de concentratiekampen, onder hen ook predikanten. Verhalen te over. Na de oorlog leek het soms wel of alle gereformeerden in het verzet hadden gezeten. Maar niets is minder waar. Ik dacht het ook, na het lezen van ‘Snuf de Hond’ en ‘Reis door de nacht’ en zeker ook door de verhalen in het ouderlijke huis. Mijn ouders trouwden in 1942, kregen de eerste twee van de negen kinderen in de oorlog, terwijl ze inwoonden bij opa en opoe. Voor zover ik weet zijn er zeker twee onderduikers geweest. Oom Gijs, de onderduiker, kwam na de oorlog nog wel eens op bezoek. Mijn idee was dat vrijwel iedereen uit de kerk wel iets gedaan had. Helaas was de werkelijkheid anders.
Vooral dat laatste wordt wel heel erg duidelijk uit het boek van professor Bank. Het waren minderheden die zich daadwerkelijk verzetten en dat ook durfden vol te houden met gevaar voor eigen leven. Logisch dat na zoveel jaren, met meer afstand kijkend naar de jaren 40-45, het soms ook wel een ontluisterend beeld geeft. Dat doet echter niets af aan alle inzet en gedrevenheid van al die mensen die wel iets deden. Het is maar te hopen dat er nog eens een bredere studie over de kerken in Nederland ten tijde van WOII wordt gedaan. Al met al een leerzaam congres met aan het eind een pittige discussie. Dr. Jan Ridderbos die een boek schreef over gereformeerde dominees in de oorlog schreef was het wel heel erg oneens met professor Bank. Dat smaakt naar meer discussie en onderzoek.
son of saulWat zouden we er van kunnen leren voor vandaag? Hoe moeten kerken reageren op oorlog? Het lijkt wel een beetje dat veel kerken (als instituut) daar nog niet eens veel verder mee gekomen zijn. Ook daarom zou onderzoek naar het verleden, nuttig kunnen zijn voor het heden. Ondertussen moeten kerkmensen het verleden echt onder ogen durven zien. Een goed voorbeeld is naar mijn idee het aanbod in de bioscoop. Een kaskraker op dit moment is de laatste James Bondfilm. Niks mis mee, aardige verstrooiing maar agent 007 beweegt zich wel heel erg buiten de bestaande werkelijkheid. Christelijke James Bondfans zouden ook ‘Son of Saul’ moeten bezoeken. Een film die in veel dagbladen vijf sterren kreeg van de critici. De Hongaaarse film gaat over een lid van een sonderkommando in een concentratiekamp. Deze kommando’s bestonden vaak uit Joodse mannen en ze moesten het vuile werk voor de kampbewakers in de uitroeiingskampen in WOII opknappen. Vaak overleefden ze het niet en hadden ze ook geen enkel uitzicht op de vrijheid. In de film komt alle barbaarsheid van de kampen naar voren. Een aangrijpende verbeelding van de concentratiekamphel. Op het bovengenoemde congres zat ik ’s middags bij toeval naast David Barnouw. Hij heeft heel lang gewerkt bij het NIOD (oorlogsdocumentatie centrum) en was natuurlijk geïnteresseerd in de discussie over boek van Bank. We kwamen aan de praat, onder andere over ‘Son of Saul’. Barnouw vond de film erg overgewaardeerd, maar daarin verschilden we toch van mening. Barnouw is volgens zijn website een professioneel kijker naar films en documentaires over de oorlog. Een gemiddelde bezoeker kijkt anders denk ik. Ik zit wat dat betreft meer te wachten op een kritische beschouwing van Willem Jan Otten. De laatste ziet er ongetwijfeld een indrukwekkende ‘rite de passage’ in. Een film die je aan het denken zet, over hoe je zelf zou reageren in zo’n uitzonderlijke situatie. Een film die nederig maakt.

Voel je je ook deel van een plaag? (2)

Storm HET PAROOLOp donderdag heeft HET PAROOL altijd een cultuurbijlage. Het brengt je op ideeën en het laat ook zien hoe critici aan kijken tegen bepaalde kunst en boeken. Maar ook CD’s, concerten en films worden meestal op een prettige manier besproken. Al jaren is Arie Storm een van de literatuurcritici. Toen hij vorig jaar de presentatoren van het zaterdagochtendprogramma NIEUWSUUR in een roman op een rare manier bespottelijk maakte, was zijn commentaar op boeken, rond half elf, niet meer te horen. Hij was beslist niet gedroomde vervanger van Martin Ros. Al vaker liet Arie Storm merken niet zoveel op te hebben met moraal en zeker niet de moraal van het christendom. Toen Willem Jan Otten, de man Vonne van der Meer, de P.C. Hooftprijs kreeg, vond Storm dat ook maar niets. In zijn kritiek op ‘Winter in Gloster Huis’, op zich zijn goed recht natuurlijk, maakt Storm duidelijk dat schrijfster Vonne van der Meer geen goede schrijfster is. Daarna vindt Storm dat van de doodwensen die beschreven worden, een karikatuur wordt gemaakt. Volgens Storm gaat dit boek over ‘euthanasie’ niet serieus met de kwestie om. Tja, over smaak valt te twisten, maar over lichtzinnigheid wordt het wat moeilijker. In een uitgebreid interview legde Vonne van der Meer uit dat haar zorgen wel degelijk terecht zijn. Ze wil de lezer daarover aan het denken zetten en steekt daarbij tussen de regels door, niet onder stoelen of banken waar haar sympathie ligt. Over de vraag van het hoe en waarom voor de zelfgekozen dood na een voltooid leven heeft de schrijfster wel degelijk nagedacht. En het mooie is dat ze weet van mensen die opeens door een voorval of gebeurtenis toch afzagen van hun voornemen. Haar boek is onder meer een oproep om eenzame ouderen uit hun isolement te halen en daarmee te behoeden voor een dodelijke keus. Ook wil ze de lezer duidelijk maken dat de dood nier perse mooi en pijnloos hoeft te zijn. Er is nu eenmaal ziekte en aftakeling. Arie Storm wil dat allemaal blijkbaar niet weten of houdt zich onwetend. Een gemiste kans!

Voel je je ook deel van een plaag?

winter in gloster huisHet heeft niet de boekentafel van DWDD gehaald. Soms is dat maar goed ook. Alhoewel, het boek van Vonne van der Meer zou toch minstens het boek van de maand geweest kunnen zijn. Jaren geleden had deze schrijfster veel succes met Eilandgasten en De Avondboot. Verhalen die zich afspeelden op één van de Waddeneilanden. Verhalen over gewone mensen, waarin prachtig onderhuidse verlangens en gevoelens getekend werden. Van der Meers nieuwste roman, Winter in Gloster Huis, speelt in de toekomst, het jaar 2024. Ik dacht; voor je het weet is het zover. Twee broers hebben een heel bijzondere erfenis in de schoot geworpen gekregen. Een miljoenenerfenis en in eerste instantie weten ze niet wat ze er mee aan moeten. Na veel wikken en wegen, de broers zijn erg op elkaar gesteld, vinden ze een bestemming. De ene broer start een Vaarwelhuis en de andere start het Gloster Huis. In het Vaarwelhuis kun je op ‘waardige’ manier sterven, wanneer je denkt dat het leven voor jou genoeg is. Aan de andere kant van het meer wordt het Gloster Huis gebouwd, daar kunnen spijtoptanten terecht.
Laat je verrassen door deze subtiel geschreven roman. Her en der mooi vleugjes humor en een prachtig plot. Een verhaal wat je aan het denken zet, wanneer is het voor de mens genoeg? Achterop, onder de foto van de schrijfster, staat een soort motto ter overdenking.

Wie steeds maar hoort
dat hij deel uitmaakt van een plaag
gaat dromen van zijn eigen einde.