Maand: maart 2014

slavernij / 12 years a slave

12-Years-a-Slave-posterDe eerste keer dat ik een bioscoopzaal van binnen zag, was in 1976 in Amersfoort, samen met mijn zus. Van huis uit was de bioscoop verboden gebied. Eén van de argumenten was: ‘stel je voor dat Jezus terugkomt, en jij zit in de bioscoop…’ . Ik kan me nog herinneren, dat ik het best opwindend vond,  ook al was ik inmiddels 19. Trouwens, we gingen naar de film die Fons Rademakers gemaakt had naar aanleiding van de Max Havelaar van Multatuli. In die dagen een spraakmakende film over koloniale misstanden in de tweede helft van de 19e eeuw in Indonesië (voormalig Nederlands-Indië). Bijna 40 jaar later ben ik wel wat filmervaringen rijker, alhoewel ik geen fervent bioscoopbezoeker ben. Meestal is het een aansprekende recensie die maakt een kaartje te kopen. Toen ik terugreed langs Amstel, na het bekijken van “12 years a sleve” spookte hoofdrolspeler Peter Faber van de Max Havelaar film door mijn hoofd. Daarmee kwam opeens ook die bioscoop in Amersfoort weer in gedachten. Een vreemde gedachtenkronkel misschien…

De met Oscars bekroonde film die ik met mijn zoon bezocht bracht me dus haast als vanzelf terug bij het koloniale verleden van Nederland. Maar dat laatste eerst maar even terzijde. “12 years a slave” is een film die je compleet door elkaar schudt en beslist niet onbewogen kan laten. Ik kan me nog herinneren dat destijds in Amersfoort mensen zo geraakt waren dat hun gesnik duidelijk hoorbaar was. Inmiddels zijn we wel wat gewend in films, maar ook nu werd het in Pathe de Munt heel erg stil. De film is gebaseerd op het gelijknamige boek dat in Amerika in 1853 verscheen. Nu de film overal in Nederlandse bioscopen vertoond wordt is er voor het eerst een Nederlandse vertaling verschenen. Een schokkend relaas, zo mag je het best noemen. Schokkend omdat het laat zien hoe indertijd het systeem van slavernij diep geworteld was in een samenleving die beweerde ‘vrijheid’ hoog in het vaandel te hebben. Steve McQueen heeft het verhaal dicht op de huid gefilmd. Je wordt bijna vermalen tussen de schoepen van de raderboot op de Mississippi en je voelt de pijn van de ijzeren kettingen en de zweepslagen onder je eigen huid kruipen. Tegelijkertijd zet het je aan het denken over goed en kwaad en alles wat daar tussen zit. Hoe zou ik zelf gehandeld hebben met een geweer op het hoofd gericht en een zweep in de handen geduwd? Solomon Northup heeft, eenmaal terug in vrijheid, niet kunnen zwijgen. Daarmee ook zijn eigen handelen tegen het licht gehouden en de toenmalige samenleving aan het denken gezet. Gaat dat zien!

de zwarte met het witte hartOp ons leesclubje hebben we het afgelopen jaar, min of meer toch toevallig, het thema slavernij in verschillende boeken voorbij zien komen. Dat was met “Een keukenmeidenroman” van Katryn Stockett een goed begin, maar het speelde nog ver weg in Amerika.  Eind vorig jaar bespraken we “De zwarte met het witte hart” van Arthur Japin. Toen kwam het al dichterbij. Twee jonge zwarte prinsen meegenomen naar Holland als een soort onderpand. Japin schets het leven van Akwasi en Kwame  in Delft op meesterlijke wijze. Volwassen geworden gaan de twee neven elk hun eigen weg. De een wordt uiteindelijk mijnbouwkundig ingenieur in Nederlands-Indië en de ander gaat terug naar Ghana. Een donkere pagina uit de vaderlandse geschiedenis wordt door Japin mooi ingekleurd. Onze voorouders bedoelden het misschien  o zo goed, maar wat gingen ze voorbij aan de kern van het evangelie terwijl ze ’s zondags toch keurig ter kerke gingen. Afgelopen januari bespraken we de inmiddels ook verfilmde roman van Cynthia Mc hoe duur was de suikerLeod over de slavernij in onze voormalige kolonie Suriname. Hoewel als hoogstaande literatuur misschien wat minder geslaagd, is deze roman wel een inkijk in het slavernij verleden van de Hollandse kooplieden in de 19e eeuw. Liefde, overspel en ook moord; het komt allemaal voorbij. En opnieuw krijg je een plaatsvervangend schuldgevoel wanneer je bedenkt dat in die tijd een gedeelte van onze economie alleen kon bestaan dankzij de slavenhandel. Het zou de blanke Nederlander sieren wanneer hij in de omgang met Surinamers en Antillianen daar ook rekening mee hield. Onze schuld houdt niet op bij het zelfstandig worden van die landen met achterlating van een stapel miljoenen.

 

Edmund de Waal in het Rijksmuseum

In het najaar van 2013 maakte een klein berichtje in de krant er melding van. Edmund de Waal had een werk aan het Rijksmuseum geschonken. De Engelse schrijver van “De haas met de amberkleurige ogen” is in het dagelijks leven keramist en maakt hele bijzondere kunstwerken. Wanneer je die alleen maar kent van plaatjes op een website, heb je eigenlijk geen idee hoe ze er in het echt uitziet. Daarom is het geweldig dat de kunstenaar een schenking, om niet, aan het Rijksmuseum heeft gedaan.

de waal 1In het vernieuwde Rijksmuseum is het even zoeken naar de Aziatische afdeling en voor je het weet loop je de ‘de Waal’ voorbij. Gelukkig is dat helemaal niet erg want op deze afdeling zijn prachtige voorwerpen te zien. Het indrukwekkendst zijn twee Japanse tempelwachters; reuzen. Bij die twee beelden bekruipt mij wel de vraag waarom die twee overweldigende beelden niet gewoon in Japan een tempel staan te bewaken. Bij het verlaten van de afdeling Azië zie je opeens het werk van de Waal hangen. Op een hele vreemde plek (tegenover het kunstwerk) is een beschrijving van het kunstwerk te vinden. De Waal maakt van klei allemaal hele kleine vaasjes en bordjes. Door de hoeveelheid worden het verzamelingen, die de kunstenaar vervolgens ordent in prachtig vormgegeven vitrines. Soms gaat het om honderden vaasjes. In zijn kunstwerk ‘An idea (for the journey)’ in het Rijksmuseum bevatten twee vitrines een rij vaasjes, min of meer verstopt achter speciaal glas. Hoe verder je weg staat, des te helder de vaasjes worden. Dichtbij worden ze opeens heel vaag. Zo werkt ons geheugen vaak ook, wil de Waal ons duidelijk maken. Neem maar eens afstand van gebeurtenissen, het wordt misschien wat eendimensionaler, maar je ziet wel het grotere geheel scherper.

de waal 4Een prachtig werk om bij weg te dromen en het achterliggende idee goed tot je door te laten dringen. Iedere keer wanneer je weer dichter bij het kunstwerk komt wil je je ogen scherpstellen, maar het lukt niet om de vaasjes scherp te krijgen. Hoe dichterbij hoe waziger, maar toch kun je de verschillende vaasjes in de vitrine beter zien. Gaat het zo ook niet heel vaak met gebeurtenissen in ons leven? Wat is je perceptie en hoe scherp staat het op je netvlies? Kijk je na verloop van tijd terug dan ontdek je opeens de grote lijnen, je ontdekt beter wat de context is. Met het boek van Edmund de Waal is eigenlijk hetzelfde aan de hand. Door zijn geërfde verzameling netsukes te bestuderen en hun herkomst te achterhalen krijgt het een prachtig en scherper beeld van zijn familiegeschiedenis. Daarmee verandert ook zijn perceptie en het zicht op zijn leven vandaag.

de haas met de amberklaurige ogen japansRegelmatig komt zijn boek nog ter sprake, en ik  beveel het aan. Het boek vertelt niet alleen het verhaal van de familie Ephrussi, maar ook de grote omwentelingen in Europa komen ongemerkt scherp in beeld. Inmiddels is ‘de haas met de amberkleurige ogen’  in vele talen verkrijgbaar. In het Japans is de omslag van het boek werkelijk schitterend. Dat komt naar mijn idee door prachtige Japanse karakters die mooi aansluiten bij haas-netsuke. Het Engelse amber is trouwens in het Nederlands; barnsteen en barnsteen is geelbruin (de kleur van barnsteen) en niet grijs zoals het Nederlandse amber. Een ‘betere’ titel zou dan “de haas met de ogen van barnsteen” zijn.