Slavernij

Deze week waren er verkiezingen in Suriname. Nu interesseer ik mij niet erg voor de verkiezingen aldaar, maar dat Bouterse genoemd wordt als grote winnaar vind ik wel interessant. Door de jaren heen heb ik wel veel mensen gesproken die afkomstig waren uit Suriname. Lang geleden had Suriname iets paradijselijks voor mij. Dat zal zijn geweest door het boekje ‘Dagoe, de kleine bosneger’. Ik heb daar echt zeer goede herinneringen aan. Bepaalt dus ook natuurlijk mijn beeld van land. Vreemd waren wel trouwens de verhalen over oom Henk, een broer van mijn moeder, die een plantage in Suriname had gehad. Zijn verhalen waren anders dan in Dagoe en Panokko. Later heb ik wel wat bijgeleerd. Inmiddels ook veel boeken over de slavernij gelezen, waaronder het geweldige boek van Cynthia Mc Leod (‘Slavernij en memorie’). Door al die verhalen heen blijkt het wel dat wij in Nederland een zeer ingewikkelde relatie hebben met dat verre land in Zuid-Amerika. Nog hoor ik de meester vertellen op de lagere school hoe dom het was dat de Nederlanders Nieuw-Amsterdam ruilden voor Suriname. Hoe dom kon je zijn, klonk daar in door. Maar ook dat was wel zeer gekleurd door een zeer foute beeldvorming.

Om dus ach en wee te roepen over Bouterse gaat mij te ver. Ik besef dat het een boef is, waarschijnlijk zelfs verantwoordelijk voor de december moorden en ook drugs smokkel. Maar de geschiedenis leert echt dat we ons in Nederland echt heel bescheiden moeten opstellen. De laatste week ben ik de biografie over Anton de Kom aan het lezen. Een zeer leesbare autobiografie over een zwarte verzetsstrijder. Zeer aan te bevelen voor een ieder die iets wil leren over de geschiedenis van Suriname. Het schaamrood komt soms gewoon spontaan op. En tegelijkertijd de vraag; en ik dan, hoe zou ik gereageerd hebben en hoe reageer ik vandaag op onrecht?

NB Ik hoop dat Bouterse wel veroordeeld wordt, maar dan in Suriname, door een Surinaamse rechtbank.