Categorie: muziek

Qatar دولة قطر

Wanneer je het boek dwars legt is het de vlag van Qatar

De bibliotheek bij ons in Diemen is gelukkig een onderdeel van de OBA (Openbare Bibliotheek Amsterdam). Dat betekent een zeer divers aanbod en personeel dat de tafel met ‘pas’ verschenen boeken steeds weer aanvult. Opeens zie je boeken liggen die je nog niet zo lang geleden in een recensie tegenkwam. Zo viel mijn oog op het boek van Kees Wieringa, ergens had ik er over gelezen.
Ik nam het boek uit nieuwsgierigheid mee. Ergens was er een herinnering aan een vraaggesprek op de radio met de auteur. Meestal lees ik dan het eerste hoofdstuk en als het niet interessant genoeg is, kan het zo weer terug naar de biep.

Wieringa heeft echter een intrigerend verhaal te vertellen in dit boek. Hij is pianist, organisator en ook museumdirecteur. Nogal gefrustreerd schrijft hij over zijn tijd bij museum Kranenburgh in Bergen (NH). Zijn vertrek daar heeft in ieder geval voor een geweldig boek gezorgd. Want op zoek naar een nieuwe uitdaging solliciteert Wieringa naar de functie van museumdirecteur in Qatar. En je verzint het niet; hij krijgt die baan. Daarom alleen al is het een intrigerend verhaal. Wieringa komt als directeur van het Sheikh Faisal Bin Qassim Al-Thani Museum in Qatar terecht een volstrekt andere wereld, met totaal andere gewoontes en verwachtingen.

Het meest boeiende in dit boek is dat het inzicht geeft in een Arabisch land en cultuur die volstrekt anders is dan de onze. Wieringa tekent hoe dit kleine land politiek is opgebouwd en hoe het zich verhoudt tot zijn  grote buur Saudi-Arabië, Iran en ook Irak. Wanneer in het najaar de wereldkampioenschappen voetbal gaan plaatsvinden in het Golfstaatje Qatar en we op tv zeker beelden krijgen voorgeschoteld van hoge wolkenkrabbers en prachtige voetbalstadions, dan is het verhaal van Wieringa inzicht gevend in de vele schaduwkanten die aan dat evenement kleven. Uitbuiting zit in Qatar ingebakken in het systeem. De bovenlaag van oorspronkelijke bewoners, heeft alles uitbesteed aan managers. Die tweede laag regelt alles in Qatar, heeft wat betreft politiek en bestuur niets in te brengen, maar zorgt er wel voor dat alles reilt en zeilt. Zij zijn ook verantwoordelijk voor alle arbeiders die min of meer als slaven worden gebruikt. Die onderlaag houdt de economie van Qatar draaiende. Zij bouwen, onderhouden, bemensen de winkels, enzovoort, enzovoort. Als buitenlander blijf je altijd een buitenstaander en heb je niets in te brengen.

Ergens in een reclameblokje op de radio hoorde ik een oproep om te gaan adverteren rond het wereldkampioenschappen voetbal. Iedereen die daar serieus over denkt zou eerst het boek van Wieringa moeten lezen. En zij die moeten beslissen of we vloeibaar gas gaan kopen van de Qatarese handelaren moet zich afvragen of dat nu veel beter is dan gas kopen van Poetin.

Een gedeelte van het Sheikh Faisal Bin Qassim Al-Thani Museum

stemhulp

Het leverde mooie meditatieve momenten op achter de speeltafel van het Maarschalkerweerd-orgel in de Oosterparkkerk. Links beginnen en wanneer de orgelmaker “jaaaahh” roept, een toon overslaan en de volgende indrukken. Rechts aangekomen beginnen we overnieuw, maar beginnen we met een  zwarte toets. “Aanslaan…. volgende…. jaaahh…” en dat met Drents accent, want de orgelmaker woont nog steeds vlak bij onze geboortegrond. Halverwege sluit ik mijn ogen en droom weg, op de achtergrond het getik tegen de orgelpijp. Flarden psalmzinnen resoneren door mijn hoofd en schrik op van een volgende uitroep van de orgelmaker en druk snel de volgende toets in. Bij sommigen registers mag ik een loodblokje gebruiken, anders krijg ik kramp. “Laat zich ’t orgel overal – Bij het juichend vreugdgeschal, – Tot des HEEREN glorie, paren.” De oude berijming van psalm 150 zingt door mijn hoofd en ik probeer te bedenken wat toch ’tot glorie paren’ betekend. Tegelijkertijd besef ik dat de psalmdichter, die waarschijnlijk honderden jaren voor Jezus van Nazareth dit dichte, nog nooit van een orgel had gehoord of laat staan er één had gezien.
Twee dagen ben ik ‘stemhulp’ geweest en ga niet googelen op dat woord, want je verzeild in een eindeloze reeks sites met kieskompassen. En van Dale vermeldt alleen maar stemhoorn en stemijzer (waar stemhulp tussen zou passen), twee instrumenten die de orgelmaker meenam de orgelkast in. Maar zoek je stemhulp in combinatie met orgel, dan komen er allerlei sites voorbij die adviseren over het stemmen van orgels. Wanneer de orgelmaker zoiets in zijn eentje zou moeten doen, zou het hem weken kosten om een orgel te stemmen; stemhulpen zijn onmisbaar, in tegenstelling tot kieskompassen.

Het linker registerblok

De fase 1 renovatie van onze kerk loopt op z’n eind. Op dit moment moet hier en daar nog een druiper en een deukje worden weggewerkt. De lift voor rolstoelen functioneert, maar een onverlaat heeft wel drie tegels stuk gereden. Het orgel is het laatste project van fase 1. Twee weken geleden hebben we de gerestaureerde blaasbal en de grootste reguleerbalg weer in hun hok geplaatst; prachtig gerestaureerd in de werkplaats van de orgelmaker.  Na alle aansluitperikelen moesten hier en daar nog verschillende registers lekvrij worden gemaakt en de aansluiting van meerdere pijpen worden hersteld. Net als het kerkgebouw, dateert ook het orgel uit 1904. Het werd gebouwd door de bekende Utrechtse orgelbouwer Michaël Maarschalkerweerd. Deze orgelbouwer had in1890 het orgel voor het Concertgebouw, aan het Museumplein, gebouwd voor ruim 20.000 gulden. Ons orgel kostte volgens de archieven 7000 gulden. Echte orgelkenners beweren dat ‘ons’ orgel een kleine kopie is van het Concertgebouworgel. Uniek dus en waarschijnlijk heeft de toenmalige organist Louis Robert veel invloed gehad op de dispositie.

De klavieren, met daarboven knopjes voor de zwelkast.

De oorspronkelijke tekeningen van het orgel vertellen dat het echt een symfonische opzet had. Dwars door het orgel was een ‘zwelkast’ aangebracht om bepaalde stemmen harder en zachter te laten klinken. Verschillende onderdelen bevinden zich nog in het orgel, maar helaas is er veel gesloopt en is in 1958 een aantal stemmen vervangen. Er werd rigoureus gesloopt en vervangen, inmiddels hadden organisten een ‘modernere’ en andere muzieksmaak. Natuurlijk zou het fantastisch zijn om het instrument weer in oorspronkelijke staat terug te brengen, we zouden in Nederlands orgelland dan een uniek instrument in ons kerkgebouw hebben. Maar u zult begrijpen dat aan een dergelijke restauratie een fors prijskaartje hangt, wat al gauw richting de 200.000 euro loopt. Ideeën zijn welkom natuurlijk. Misschien moeten we maar eens beginnen een ‘Stichting tot Restauratie van het Maarschalkerweerdse OPK orgel’ op te richten.

Voor de orgelleken onder ons, de registerknoppen worden niet uitgetrokken, maar naar beneden gedrukt. Dat laatste zorgt er voor dat via verdeelkastjes en loden pijpjes er lucht in de betreffende orgelpijp komt als je een toets indrukt. Uiterst gevoelig en het het geeft ook windverlies. Op de laatste foto een kijkje in de speeltafel, waar je alle loden buisjes ziet lopen. Al met al een ingewikkeld systeem en tegenwoordig wordt pneumatiek in de orgelbouw niet meer gebruikt. Later is men overgestapt op elektrische schakelingen, maar voor de echte orgelbouwer is dat vloeken in de kerk. Tegenwoordig probeert men weer zoveel mechanische orgels te bouwen.

Blinde ramen

Eindelijk is het zover, de twee blinde ramen in ons kerkgebouw zijn klaar.  Ik had niet gedacht dat het zo goed zou lukken. Mijn idee was in eerste instantie om beide raamvlakken gewoon dicht te maken en ze dan te stuken. Je zou dezelfde soort vlakken kunnen maken als links en rechts van het podium. De monumentenmeneer ging daar niet in mee en achteraf is dat maar goed ook. Het effect is echt overweldigend.
Afgelopen vrijdagochtend was ik in het kader van de ‘open ochtenden’ in de kerk en er keek op een gegeven moment een ouder echtpaar om de hoek. Ze wilden niet verder komen en alleen maar even een blik werpen. De meneer zou terugkomen voor een orgelconcert, zegde hij toe. En de ramen vonden ze fantastisch. Later kwam Alex, de Russische pianist, binnengewandeld. Hij installeerde zich en begon zachtjes te spelen terwijl ik aan de laatste hoofdstukken van het leesclubboek bezig was. Aan het eind van een hoofdstuk dwaalden mijn gedachten weer naar dat orgelconcert. Ruim honderd mensen in de zaal, de kroonluchters gedimd of misschien wel uit en langzaam gloeien de twee blinde ramen op, ze zijn te bedienen met een app. Door de kerk golft muziek van Buxtehude, Bach, Händel,  Mendelssohn, Franck of Widor. Luisteraars wiegen zacht hun hoofd of tikken zachtjes mee op hun stoelleuning. Nog even dromen, de pandemie laat helaas geen volle zalen toe en ook moet er nog een keurige koffiegelegenheid komen, voor na het concert. Het orgel doet het trouwens nog niet, want de grote blaasbalg is nog in Drenthe om luchtdicht gemaakt te worden. Eind maart komt hij trouwens terug.

Uit de oude doos foto’s heb ik een mooie foto opgediept van het echtpaar Visser (met dank aan Nel Dijkstra). Zij werden in 1939 koster van de Oosterparkkerk, toen nog de Doopsgezinde Gemeente. Ze woonden in de kosterswoning, toen nog zonder de kamer die nu dienst doet als soos. Na wat gepuzzel kan het niet anders dan dat ze in de ‘kerkenraadskamer’ (consistorie)  staan, in de hoek waar de deur naar keuken en kerk is. Boven hun hoofd zijn boekenplanken en daarboven kijk je door het glas-in-lood raam de kerk. Het onderste gedeelte van de huidige blinde ramen waren dus ‘open’ naar de kamer er naast. Door het bovenste gedeelte keek je dus tot 1970, toen de kosterswoning werd uitgebreid, gewoon naar buiten.

NB Dominee Marinus ontdekte afgelopen vrijdag dat er in ‘blinde’ glas-in-lood ramen iets ontbreekt. Het was mij nog niet opgevallen, maar nu het led-licht van binnen uit de ramen verlicht, valt het opeens op. De bouwcommissie gaat uitzoeken of het alsnog aangepast gaat worden.

PS
Aanstaande woensdag zijn er verkiezingen. Voor wie nog niet weet hij of zij moet gaan stemmen; morgen of overmorgen zet ik nog een stemadvies online.

‘loodpest’

Rini Wimmenhove – al 12½ jaar orgelmaker

Het was een beetje een omweg, dat geconstateerd werd dat ook het orgel van de OPK een forse onderhoudsbeurt nodig had. Jacob Lekkerkerker vroeg of hij orgelgeluiden mocht opnemen in de Oosterparkkerk, hij is improvisator en verbonden aan de Oude Kerk in de rosse buurt van Amsterdam. Orgelgeluiden uit alle stadsdelen moeten een Corona-compositie gaan vormen. Ook het Maarschalkerweerdorgel in de Oosterparkkerk was geschikt om een aantal tonen op te nemen. Op 28 augustus was het orgel nog niet ‘ingepakt’ tegen het bouwstof en kon hij dus nog zijn gang gaan. Na een bijzondere performance, constateerde hij dat het orgel zo vervuild was dat het echt een grote beurt nodig had. Omdat we toch met het opknappen van ons kerkgebouw bezig zijn besloot de bouwcommissie dat er naar gekeken moest worden. Offertes werden opgevraagd en vergeleken. Mijn jongste broer kreeg de opdracht, maar bedong er wel bij dat er een slaapadres zou zijn en een helpende hand. Na twee weken orgelpijpen omlaag en omhoog brengen (de grootste houten pijpen zijn nauwelijks te tillen) pijpen schoonmaken en poetsen, voel ik mij inmiddels een beginnende orgelmakers leerling.  Ik weet nu iets meer over soorten pijpen en ken inmiddels ook het verschil tussen manuaal en pedaal. Gisteren hebben we het schoonmaakwerk afgerond en nu moet er alleen nog voor gezorgd worden dat het orgel weer lucht krijgt. De grote blaasbalg is samen met een reguleerbalg meegenomen naar Drenthe en wordt na de Kerstvakantie opnieuw ‘beleerd’. We zijn benieuwd of alle pijpen weer hun goede plekje hebben, want anders hebben we een probleem natuurlijk. Organist Jacob Lekkerkerker vertrouwde mij toe dat we een prachtig orgel in onze kerk hebben. Wanneer het is opgeknapt wil hij een keer komen spelen!
De voorzitter van ‘Stichting Klinkend Erfgoed Nederland’ stuurde vorig weekend een mail en schreef: “Het werk van Maarschalkerweerd was vaak Duits georiënteerd, maar het orgel in de Oosterparkkerk was duidelijk meer in Franse stijl. De oorspronkelijke dispositie leek veel op een ‘orgue de salon’, zoals die in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog werden gebouwd in Parijs. Je zou het ook een zakformaatversie kunnen noemen van het orgel in het Concertgebouw.  Kortom: uit oogpunt van cultuur- en muziekhistorie bezit u een interessant instrument.”  Waarschijnlijk weet hij niet dat het orgel in 1958 behoorlijk is veranderd. Zouden we het in oorspronkelijk willen herstellen, zoals het gebouwd werd door Maarschalkerweerd in 1904, dan moet we denken aan 150 à 200.000 euro. Dat laatste hebben we niet, we hoeven ons daar dus ook niet druk over te maken. Verschillende registers zijn in 1958 vervangen, omdat men toen een andere smaak had waarschijnlijk. Ook de jaloezieën midden in het orgel zijn er uitgehaald, daarmee kon je bepaalde stemmen zachter of harder laten klinken. Maar nog steeds is het een mooi instrument, waard om gebruikt en goed onderhouden te worden.
Helaas bleek dat veel oude pijpen uit 1904 zijn aangetast door loodcorrosie; ‘loodpest’. De corrosie kan verschillende oorzaken hebben; de lucht in kerkgebouw, vocht, stoffen die in het leer van de blaasbalgen hebben gezeten… Vaak is er niet één enkele oorzaak aan te wijzen. Aan de buitenkant van de pijpvoeten was het ook goed te zien. Allemaal bobbeltjes en daardoor zijn ze verzwakt. Sommige voeten waren in de loop van de jaren al vernieuwd, maar 300 van de in totaal 818 pijpen zijn dus ‘ziek’. De orgelmaker heeft een looddeskundige geconsulteerd en die adviseerde om te gaan patineren. De ‘zieke’ pijpen zijn gedompeld in patineerolie en we hopen dat zo de corrosie stopt.

De verbouwing gaat ondertussen door. De laatste hand wordt nu gelegd aan de toiletten en de blinde ramen. Wanneer de lockdown voorbij is kunnen we genieten van een prachtig opgeknapte kerkzaal. Uit betrouwbare bron weet ik dat er heel veel geld is opgehaald met de fundraising. Geweldig! Op steundeopk.nl is zichtbaar hoeveel er nog bij moet om ook de keuken te kunnen verbouwen.

Coronazondag, Palmpasen

De eerste zondag van april werd vanmorgen als een hele zonnige aangekondigd door weerman Jan Visser op Radio 4. Visser kreeg gelijk, misschien zou het in de Bilt wel de 20 graden aantikken en werd het daarmee een record. De zon verwarmt het onrustige lijf in deze vreemde dagen. Gelukkig kunnen we ook deze zondag weer online onze kerkdienst meemaken. En vandaag wel een heel bijzondere. Als het coronavirus er niet tussen was gekomen, dan waren we van alle kanten uit Amsterdam vanmorgen naar de Zuiderkerk gegaan om daar als Nederlands Gereformeerde Kerk, Christelijke Gereformeerde Kerk en Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) samen Palmzondag te vieren. Helaas ging dat niet door, maar de drie predikanten staken de koppen bij elkaar en zorgden ervoor dat er een gezamenlijke onlinedienst kon worden gehouden. Op het You Tube kanaal van de Amstelgemeente werd vanuit De Duif de dienst uitgezonden. De Amstelkerk, waar de Amstelgemeente (CGK) normaal gesproken op zondag samenkomt, is op dit moment niet beschikbaar  vanwege groot onderhoud en men is daarom uitgeweken naar de andere kant van de Prinsengracht. De ruim 130 volgers (en er zullen op de verschillende computers meerdere huisgenoten meegekeken hebben) zagen en hoorden onze eigen dominee op de piano en dominee Jan van Helden van de NGK op gitaar. Dominee Rein den Hertog leidde de dienst, hartverwarmend!
Juichen voor Jezus = lijden met Jezus! Willen we werkelijk achter Jezus aan? Dat is een indringende vraag, ook in deze coronacrisis. Zijn we bereid om ons leven te verliezen, om het daardoor te behouden? Maar gelukkig gloort er ook HOOP! Achter Golgotha gloort de Paasmorgen en achter wanhoop gloort hoop! Met deze hoopvolle woorden sloot onze dominee Marinus de Jong zijn preek af en in de chat naast het beeld verschenen verschillende Amens! Zo’n chat is voor herhaling vatbaar trouwens. Mooie korte berichtjes kwamen voorbij, felicitaties, bemoedigingen en aanwijzingen met betrekking tot de geluidskwaliteit. En ook een enkele grappenmakers lieten even van zich ‘horen’.

Waar de Weespertrekvaart de Ringweg-Oost en de Gooische weg kruist schildert een kunstenares de pilaren in felle kleuren om er vervolgens prachtige vogels op de schilderen!

In onze tuin genoten we van de zon en na het middaguur was het tijd om binnen de huidige regels te genieten van een fietstochtje. Tot de Amstel ging het goed, maar zelden was het zo druk aan de ‘stille kant’. Joggers, wielrenners, zonaanbidders, motorrijders; een drukte van belang. Anderhalve meter is toch meer dan de meeste mensen beseffen. Na de brug in Oudekerk aan de Amstel ging het gelukkig iets beter. De ingang van Zorgvlied stond op een ‘kiertje’ en iemand van een bewakingsfirma hield in de gaten dat de begraafplaats niet opeens een overbevolkt stadspark werd. Het was er rustig met hier en daar iemand die een graf verzorgde. Bomen en struiken beginnen groen te worden en zullen over enkele weken al vol met bladeren zitten. En zelfs vandaag was het niet stil tussen de graven, ook nu hoorde je de A10 brommen en enkele keer zelfs sirenes er boven uit komen.

Kyrie Eleison [voor de liefhebber; op de Bach-site (All of Bach) is de laatste aanwinst BWV 242, een prachtig Kyrie!]

AANRADER: zondagavond VPRO Tegenlicht, met Dirk de Wachter en Lidewij Edelkoort. Terug te zien op Uitzending Gemist. Om over na te denken en door te praten……

 

‘Inschattingsfout’ 2

Op deze prachtige zonnige zondag vierden we vanmorgen de eerste Advent en ook het Heilig Avondmaal. Wat een prachtige combinatie! En in de preek ook nog een bijzondere verwijzing naar het nieuwe album van Goldplay (kijk op 11 minuten). Het gaat aan alle inschattingsfouten voorbij, de mens maakt er een potje van en ondertussen verlangt ze naar vrede en rust. Goldplay zingt er van, de wereldleiders beloven het, maar ondertussen gaan oorlog, onderdrukking, uitbuiting  en rampen gewoon door. De grote mannen van de wereld zullen net als al hun volgelingen en stemmers toch moeten luisteren naar Jesaja: “Wandel in het licht van de Heer!’

Nu ik deze eerste alinea teruglees, besef ik dat ik zo helemaal niet had willen beginnen. Overkomt mij wel vaker en dan is de gemakkelijkste oplossing meestal; de alinea selecteren en deleten. Soms moet je gewoon overnieuw beginnen, maar deze keer dus niet. De bedoeling was om gewoon een vervolg te schrijven op mijn blog over de uitslag van de rechtszaak. In de week erna kwam de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op de site te staan. (uitspraak in de zaak van agent A.) Voor iedereen die het wil is het complete verhaal dus nog eens na te lezen. Kort gezegd is het dus zo dat agent A. wel een overtreding heeft begaan die strafbaar is, maar dat de regels in de brancherichtlijnen nu eenmaal zo opgesteld zijn, dat het hem niet strafbaar maakt. [ De rechtbank is van oordeel dat achteraf kan worden vast gesteld dat verdachte vaart had moeten minderen. Dat volgt ook uit de verklaring van verdachte ter zitting dat hij langzamer zou hebben gereden indien hij zou hebben geweten dat er zich een fietsersoversteekplaats op de plaats van de aanrijding bevond. De rechtbank is echter ook van oordeel dat verdachte niet kan worden verweten dat hij dit niet wist. Van hem kan niet worden verwacht dat hij tevoren op de hoogte is van de aanwezigheid van alle risicovolle plaatsen op de door hem gekozen aanrijroute. De oversteekplaats op de plaats van de aanrijding was ten tijde van het feit bovendien zo slecht zichtbaar dat verdachte evenmin een verwijt kan worden gemaakt dat hij deze niet tijdig heeft gezien. Dat het niet tijdig zien van de oversteekplaats waarschijnlijk ook in de hand is gewerkt door de hoge snelheid waarmee verdachte reed, maakt het voorgaande niet anders. Het illustreert naar het oordeel van de rechtbank dat hetgeen op grond van de regelgeving van een politieman wordt verwacht in situaties als de onderhavige, te weten enerzijds dat hij zo snel mogelijk op de melding af gaat en anderzijds dat hij de veiligheid van andere weggebruikers niet in gevaar brengt, met elkaar op gespannen voet staat. Naar het oordeel van de rechtbank legt dit een bijna onmogelijke taak bij de politieman in kwestie. Ook valt moeilijk in te zien waarom op grond van de BVP in een situatie als de onderhavige het gebruik van sirene en zwaailichten niet is toegestaan, nu dit de kenbaarheid voor de fietser van de met hoge snelheid naderende politiebus uiteraard zou hebben vergroot. Naar het oordeel van de rechtbank valt dit verdachte echter niet aan te rekenen. De rechtbank is ervan overtuigd dat hij de situatie naar beste vermogen heeft beoordeeld. Dat hij daarbij toch een fout heeft gemaakt, is gelet op het voorgaande niet in strafrechtelijke zin aan hem te wijten.]  citaat uit punt 8.

Inmiddels is, twee weken na de uitspraak, duidelijk dat geen van de partijen in hoger beroep gaat. Het OM (openbaar ministerie) niet en ook de politieagent niet. Natuurlijk geeft dit hele verhaal een toch min of meer dubbel gevoel, maar juridisch gezien is het klaar. Wat we nu nog kunnen doen is de verantwoordelijken aanspreken en vragen of ze op een of andere manier de regels kunnen aanpassen. Blijkbaar geeft de regelgeving een vrijbrief aan agenten om ver boven de toegestane snelheid door de stad te scheuren, omdat de betreffende agent zelf moet inschatten of hij het nodig acht. Jammer dan voor de burger die dat niet op tijd in schat. Wie ons kan helpen om dit probleem op de juiste plek te adresseren en hoe we het voor elkaar kunnen krijgen dat de huidige regelgeving in discussie wordt gebracht; laat hij of zij zich gerust melden.
Laat duidelijk zijn, er is berusting, we kunnen de hele rechtsgang afsluiten. Dat laatste geeft ook opluchting. Maar er zijn dus ook nog open eindjes…

We houden Jesaja 2 maar in gedachten, inschattingsfouten zullen er blijven, totdat er een dag komt waarop mitrailleurs, pistolen en bommen, worden omgesmeed tot ploegscharen. Tot die dag ligt er dus de opdracht; “Wandel in het licht van de Heer!’

Volk om een vreemd verhaal / In memoriam Harm 1982 – 2016 (78)

Pastor Tim zit bij ons aan tafel, hij wist zich genodigd voor de lunch. We praten over Harm en dat het weer stilstaan is bij zijn geboortedag, die geen verjaardag meer mag heten. “Is er verschil tussen deze dagen in april en de dagen in september, wanneer jullie stil staan bij zijn dood?” Het is een vraag waar je eigenlijk geen antwoord op weet te geven. Het is wel dat je opeens bedenkt dat het zevenendertig jaar geleden ook prachtig weer was half april en ook vlak bij Pasen. Harm zijn eerste kreten waren te horen op een vroege zaterdagmorgen, bijna een week na het Paasweekend van 1982. Heerlijk weer was het, Coos zat op vrijdag nog met dikke buik, in een zomerjurkje op het balkon. Mooie herinneringen aan vroedvrouw Sam (moest bij haar altijd denken aan de twee vroedvrouwen uit Exodus), nog zie ik haar gerimpelde huid en de sigaretten die ze in een fors tempo opstookte. Wat waren we later die nacht trots op onze eerstgeboren zoon. Het zijn mooie herinneringen die boven komen drijven, ja stilstaan in april bij Harm is anders dan in september. Toch hadden we liever nog een keer de herrie in LAB111 doorstaan of op het strandje bij Pllek gezeten om zijn verjaardagsfeestje te vieren. Nu tranen die opwellen als we 34 rode rozen op Harms graf zetten met in het midden als een hart, drie witte.

inzingen

Met pastor Tim praten we door over Pasen en de betekenis van het opstandingsverhaal. Dinsdagavond was er een ‘huisconcert’ in onze woonkamer. Alle buren van de Boekweitdonk hadden we uitgenodigd. Sommigen waren bang dat we ze wilden bekeren, maar de tien buren die er waren hebben genoten van ‘Volk om een vreemd verhaal’. Roeland Scherff en Jan Cornelis Blokhuis brachten negen songs ten gehore, die het bijbelse passieverhaal uitbeelden. In de intieme setting van onze woonkamer kwam dat wonderwel goed over. Liederen waar het gaat over de verschrikkingen in deze wereld en het kruisigen van onschuldigen. Over godverlatenheid en schaamte, maar ook over hoop. Afgewisseld door korte teksten uit het lijdensevangelie was het werkelijk een vreemd verhaal. Het doorpraten over het gehoorde ging als vanzelf. Voor wie de muziek ook wil horen, kijk op de site van: Volk om een vreemd verhaal. In deze stille en ook goede week moeten we het maar eenvoudig geloven. Goede vrijdag en paaszondag, twee kanten van de zelfde medaille zegt pastor Tim. Eensgezind zijn we erover bij de lunch; God is er gewoon, en dat is dan ook de kern van het Paasfeest. Dat maakt het verdriet en gemis om Harm, ook na tweeënhalf jaar niet minder. Maar het zorgt er ook voor dat we niet radeloos de longen uit ons lijf janken. Het meest hoopvolle lied van ‘Volk om een vreemd verhaal’ is dan ook ‘Nieuwe morgen’.

Nieuwe morgen kom nu gauw 
zucht van verlangen 
zucht van verlangen 

Leef maar naar de hemel toe 
Leef maar naar de hemel toe 

Nieuwe morgen komt al gauw 
zucht van verlangen 
zucht van verlangen 

En alvast, bij dezen, mooie Paasdagen gewenst: “De Heer is waarlijk opgestaan!”

Nummer 38, en nummer 100

Als ik Hans Werkman ontmoet, moet ik altijd even denken aan de ‘Bond Tegen Vloeken’. Soms heb je dat gewoon bij bepaalde mensen, een associatie die niet meer verdwijnt en meestal helemaal niet meer bij die persoon hoort. In het geval van Hans Werkman is het wel een gekke associatie. Dat zit zo, ooit op de Pedagogische Academie in Groningen moesten we voor het vak Nederlands een speciaalstudie doen. Leraar Nederlands, Bas Nap, attendeerde mij op Werkman, omdat hij alles zou weten over de dichter De Mérode. (Zie mijn blog in 2011 bij het verschijnen van de biografie van Willem de Mérode.) In 2011 schreef ik al over de envelop die ik uit Amersfoort kreeg. In de linkerbovenhoek zat een felgekleurde zegel met een papegaai en de tekst ‘wees geen na-aper’. De ‘Bond Tegen Vloeken’ verkoopt deze stickers niet meer, maar de papegaai staat nog steeds in het logo. Nu kun je trouwens grote ‘vuilnisbakstickers‘ kopen, om je buren en de vuilnisman er op te attenderen je vuile woorden weg te gooien. Die papegaai-sticker had trouwens niets te maken met de inhoud van de dikke envelop die ik kreeg, maar mijn wat vreemde associatie komt er wel vandaan.
Het was nog maar een paar dagen 2019 dat Hans Werkman zijn mailcontacten attendeerde op zijn tachtigste verjaardag. Niet dat we een uitnodiging kregen voor een groots opgezet feest in een of andere uitspanning, want daar is hij niet zo van. Afgelopen zaterdag stond er mooi interview-portret in het ND, een mooie inkijk in Werkmans leven; hij is niet zo van de feestjes. Werkmans mail ging echter over zijn te verschijnen ‘Verzamelde gedichten’, ter ere van die bijzondere verjaardag. Je kon intekenen op de speciaal genummerde editie. En al een paar weken blader ik er regelmatig in en lees en herlees. Mooie herkenbare dichtregels, maar soms ook raadselachtig en het overdenken waard. Nummer ‘achtendertig’ is het geworden, met een mooie opdracht op het schutblad.
In  mei 2015 ben ik mee geweest met de laatste ‘ND-Hogeland-tocht’ die Hans Werkman leidde. Een tocht met dichter De Mérode als leidraad. Met een bus reden we door het regenachtige Hogeland, naar Uithuizermeeden, Spijk en terug via schilder Helmantel in Westeremden. Werkman schreef er ooit een prachtige gedicht over en één van de regels uit dat gedicht levert de titel voor de ‘Verzamelde gedichten’; ‘Duizend bunder’. In het gedicht laat de dichter een wensdroom vrij: “Geef ons op de nieuwe aarde / duizend bunder nieuwe klei.” Een bunder is hetzelfde als een hectare, een veelgebruikte oppervlaktemaat door boeren. Het zette aan tot wat vreemde hersenspinsels. Leerlingen op school hadden vaak geen idee wat ares en hectares zijn, maar om een idee te geven zeiden we dat een hectare net flink wat meer is dan een gewoon voetbalveld. Twee hectare is ongeveer drie voetbalvelden. Duizend bunder klei, vijftienhonderd voetbalvelden; wie kan zich daar nog iets bij voorstellen? Waar een are 100 m² is, is een hectare of bunder dus 10.000 m². En zo maakt 100 bunder een vierkante kilometer. Duizend bunder is dus 10 km², maar dat valt best mee eigenlijk. Even googelen op Amsterdam; ruim 200 km². Hans Werkman blijft in zijn wens aan onze lieve Heer een bescheiden mens. We wensen Werkman nog vele mooie jaren, met boeken en misschien zo nu en dan een vers gedicht.

Nummer 38 bracht me bij nummer 100. Enkele dagen na het mailtje van Werkman werd op vrijdag 8 januari Cantate BWV 100 op ‘All of Bach’ gezet. “Was Gott tut, das ist wohlgetan”, een indrukwekkende cantate, met zo het lijkt een nogal aparte titel. Maar het mooie op de ‘All of Bach’-site is dat er altijd een uitgebreide uitleg is over het uitgevoerde werk. Ik citeer: “Contemplatie in de vorm van recitatieven ontbreekt; vier aria’s, waarvan één een duet is voor alt en tenor, jubelen onafgebroken en zonder enige reserve voort over Gods goedheid. Het lijkt alsof Bach een sterke behoefte voelde om, net als tekstdichter Samuel Rodigast in 1675, geen nadruk te leggen op de pijn van het lijden, maar op zijn rotsvaste vertrouwen in het goede van God. Rodigast schreef de hymne indertijd om de zieke cantor Severus Gastorius een hart onder de riem te steken. Het werkte, want de cantor knapte op en componeerde er zelfs een melodie bij, die de tand des tijds doorstond. Omdat de connectie van deze cantate met een specifieke zondag ontbreekt, kon deze lofzang op ieder moment worden uitgevoerd. Troost op alle dagen van het jaar: dat moet ook voor Bachs gezin, waarin tussen 31 augustus 1732 en 6 november 1733 drie kinderen overleden, van grote betekenis zijn geweest.”
Wat de ‘All of Bach’-site ook zo bijzonder maakt is dat naast de toelichting, ook de complete tekst er bij geleverd wordt. Je kunt dus meelezen in het Duits, met daarnaast een goede Nederlandse vertaling. En net als bij gedichten kun je nog eens teruglezen en natuurlijk terugluisteren; ter aanbeveling!
Wat God doet, is een weldaad, daar wil ik mij aan vasthouden. Ook als ik op mijn ruwe levensweg  word voortgedreven door nood, dood en ellende, zal God mij  als een goede vader in zijn armen houden; daarom laat ik hem graag begaan.
Ik eindig met een kwatrijn (blz. 110) van Werkman, het trof me bijzonder omdat wij elke dag wel even stilstaan bij de foto van Harm.

FOTO

Gezichtsrondingen achter glas geplet,
derde dimensie in kader bijgezet,
keer warm en haastig uit de dood weerom!
O Christus met uw zesde zintuig, kom!

Hochzeit

We waren natuurlijk niet alleen voor het Carl BenzMuseum, het Schloss Zwetzingen of de langste winkelstraat van Duitsland, ruim een week in het prachtige stadje Ladenburg. Afgelopen zaterdag maakten we een prachtige ‘Hochzeit’ mee. Het is een woord dat me intrigeerde; ‘Hochzeit’ een mooi woord, waar zou dat toch vandaan komen? In het begin zeiden we steeds dat de zoon van vrienden ging ‘heiraten’, maar dan was het al gauw dat het woord Hochzeit weer klonk. Na enig zoeken op het wereldwijde web, kwam ik erachter dat ‘Hochzeit’ vroeger gold voor alle grote kerkelijke feesten en dat het tegenwoordig alleen nog gebruikt wordt voor het huwelijksfeest. Het feest waarop man en vrouw elkaar dus trouw beloven. Van alle hoge feesten werd het uiteindelijk dus eentje het hoogste feest. Een mooi beeld is dat eigenlijk wel, want het huwelijk is een afspiegeling van nog iets veel mooiers en heel groots. Hoogfeest dus, net als Hooglied, het prachtige oudtestamentische Bijbelboek over de liefde tussen man en vrouw. En het ‘heiraten’, ik denk dat dat vaak gebruikt wordt voor het sluiten van het burgerlijk huwelijk. En een ‘Hochzeit’ werd het, startend met een hele mooie dienst, met veel zang en orgelspel en werd het feest vervolgens voortgezet naast de kerk met taart en bubbels.

Het bruidspaar was in de gelukkige omstandigheid dat ze de kerkelijke plechtigheid konden laten plaatsvinden in de prachtige Dreifaltigkeitskirche in Speyer. Speyer, aan de Rijn en ruim een half uurt rijden vanaf Ladenburg, heeft een hele serie mooie kerken, maar de Dreifaltigkeitskirche is wel de mooiste. De Dom van Speyer is overweldigend, de grote Gedächtniskirche  is indrukwekkend, maar Dreifaltigkeitskirche is een prachtig voorbeeld van Romantische Bouwkunst. (Die Kirche gilt als „herausragende Leistung evangelischer Kirchenbaukunst und als Juwel des Barock“. [zegt wikipedia]). Het leukst waren we de banken waar we zaten. Je kon aan beide kanten zitten. Van alles kun je er bij verzinnen waar dat voor is, voor je jas, je kerkboek of je tas? Of is het bedoeld, dat wanneer je het niet eens bent met de preek, je de predikant de rug kunt toekeren? Je gaat er zomaar van alles bij verzinnen.
Gelukkig wist de bruidegom wel hoe het zit. Je kunt met je gezicht richting het podium en het altaar zitten, bijvoorbeeld in verband met het Heilig Avondmaal. Maar wanneer de voorganger gaat preken en de trap (op de foto aan het eind van de dubbele bank) neemt naar de kansel, kun je voor beter zicht even oversteken. In de Lutherse eredienst staat immers net als in de gereformeerde eredienst, het Woord centraal!

Zalf voor de ziel

applaus… eigenlijk ben ik tegen foto’s maken bij een concert, maar deze keer was zo bijzonder dat ik het niet kon laten…

Afgelopen dinsdagavond was Sir John Eliot Gardiner neergestreken in het Amsterdamse Concertgebouw. Gardiner was de dirigent op de eerste Bach-cd’s die ik ooit kocht, met cantates. Cantate nummer 140 heb ik bijkans grijs gedraaid en ook nummer 106 trouwens; Actus tragicus (“Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit”). Een stille wens was om ooit nog eens een concert van grootmeester Gardiner mee te maken. We moesten er even diep voor in de buidel tasten, want bijna de hele Grote Zaal was opgewaardeerd naar rang 1+. Weken hebben we er ons op verheugd en er kwam bijna een kink in de kabel, omdat Coos met haar e-bike onderuit was gegaan. Gelukkig waren een gebroken linkerschouder en een gebroken rechterduim geen belemmering om ons onder het gehoor van het Monteverdi Choir en de English Baroque Soloists te zetten. In 2000 heeft Gardiner een wereldtour met zijn orkest en koor gemaakt om de 198 kerkelijke cantates uit de voeren en dan alleen in kerken. Nu 18 jaar later is de dirigent twee maanden op stap om een selectie van deze cantates uit te voeren. Deze avond was in ieder geval compleet uitverkocht.
Zelden ook zo iets moois meegemaakt. We bezoeken samen al jaren allerlei concerten en hebben nog steeds een abonnement op het Nederlands Philharmonisch, maar dit steeg boven alles uit. Valk voor Pasen hebben we nog de Johannes Passion horen uitvoeren door dirigent Reinbert de Leeuw, ook overweldigend mooi, maar het haalde het niet bij een avond met alleen maar cantates. Sir John is wat dat betreft ook wel een speciaal geval. In de biografie die hij schreef over Bach vertelt hij over Bachs portret dat vroeger bij zijn familie in de hal hing, het is hem dus met de paplepel ingegoten (zie mijn blog: Bach in Leipzig). Het programma begon met cantate 70 (officieel natuurlijk BWV 70), “Wachet! Betet! Betet! Wachet!”. Het thema is de terugkomst van Christus en het laatste oordeel, dat eindigt met een prachtig koraal, waarvan de tekst (letterlijk vertaald) in het Nederlands is: “Niet naar wereld en niet naar hemel / verlangt en smacht mijn ziel, / ik wil alleen Jezus en zijn licht, / die mij bevrijdt van het oordeel, / mijn Jezus verlaat ik niet.”
Het werd zo prachtig gezongen en zo geweldig begeleid, het raakte mij in ieder geval voluit. De Parool-recensent schreef de volgende dag een bijzonder indrukwekkende recensie; lovend over het hoge niveau en de intensiteit van koor, orkest en dirigent. Maar… geen woord in de hele recensie over de teksten! Bizar toch? Bij zo’n uitvoering kun je daar toch niet omheen, dat moet je toch, ook al geloof je misschien nergens in, toch aan het denken zetten? Waarom schreef Bach zo? Waarom deze indringende tekst over een ‘eeuwig oordeel’? De recensent heeft waarschijnlijk niet de introductie van Gardiner gelezen over dit Bach project. “Bach, the surpreme artisan, disdained by some of Leipzigs’s intelligentsia for his lack of university training, and conscious of his place in his family’s history, honed his skills to the point where his craftmanship, his imaginative gift and his human empathy were in perfect balance. The rest was up to God.” En dat laatste zinnetje doet er toe, voor Bach deed God er toe! Dat gegeven kun je niet los zien van zo’n uitvoering van vier cantates! Gardiner voelt dat wel perfect aan en dat is te merken in het Concertgbouw, waarvoor dank!

“stunthandschoen” met situatietekening van kleinzoon

Na de pauze werd gestart met cantate 78, “Jesu der du meine Seele”. Na het koraal volgt het prachtige duet tussen sopraan en alt, zo wonderschoon; zalf voor de ziel!” Wir eilen mit schwachen, doch emsigen Schritten, / O Jesu, o Meister, zu helfen zu dir. / Du suchest die Kranken und Irrenden treulich. / Ach höre, wie wir / Die Stimmen erheben, um Hülfe zu bitten! / Es sei uns dein gnädiges Antlitz erfreulich!” ( “Wij haasten ons met zwakke, maar naarstige schreden, / o Jezus, o Meester, tot U om hulp. / Gij zoekt de zieken en dwalenden trouw op. / Ach, hoor, hoe wij / onze stemmen verheffen om Uw hulp in te roepen! / Laat Uw genadig aangezicht ons tot vreugde zijn!”)  Na het duet kon de zaal het niet laten te applaudisseren, hopelijk was het ook bedoeld als een ‘amen’ op de indringende tekst. Als laatste klonk deze avond cantate 140 “Wachet auf, ruft uns die Stimme”. Een aaneenrijging van bijbelteksten, waarvan veel uit Hooglied en het laatste bijbelboek Openbaringen, ook deze cantate was weer ‘zalf voor de ziel’.

Gelukkig kon vrouwlief het volhouden, ondanks de linkerarm in een sling, getroost reden we huiswaarts, beseffend dat er een een troostende Heer is. Ongelukjes zijn zo maar gebeurd en de kleinkinderen vonden dat hun oma, nu een ‘stuntoma’ is. Inmiddels heeft ze ook een ‘stunthandschoen’. We zijn maar wat dankbaar dat het niet erger is dan een paar gebroken botten!