Categorie: familie

5 jaar | In memoriam Harm (86)

Dinsdagmorgen kroop kleinzoon over de vloer achter een autootje aan, komt een lege fles tegen en brengt deze bij opa… Dat geeft kleur aan die dag, zelfs als hij begint te krijsen wanneer hij zijn zin niet krijgt. Terwijl kleinzoon er geen besef van heeft, of we het willen of niet, 14 september staat in het teken van Harm. Bij het wakker worden, verschillende appjes van vrienden en familie. Het staat op de kalender en in het geheugen gegrift. Kaartjes in de brievenbus en ook verschillende buren zijn het niet vergeten. De avond ervoor zijn we met vrienden van Harm wat wezen drinken. Deze keer bij ‘De Waterkant’, pal tegenover de plek waar Harm vijf jaar geleden werd aangereden op de Nassaukade. Het lijkt wel symbolisch, we zitten onder de spiraalvormige oprit van een parkeergarage, mijn gedachten dwarrelen naar omhoog, naar Harm. Ondertussen praten we over het leven van vandaag, het werk van de vrienden en ook over hun kinderen, inmiddels zijn ze allemaal vader.

Tot twee keer toe kwam het opeens voorbij afgelopen week, ‘jullie doen het goed’. Omdat het de week was van de Kankerbestrijding, ging ik met de KWF collectebus langs de deuren in onze straat. Gelijk een mooie gelegenheid om buren die je niet zo vaak spreekt, toch even te spreken. Een buurvrouw, waarvan haar man al een aantal jaren in een huis voor demente bejaarden woont, ging er echt even voor zitten op haar rollator. Mooi bijpraten en zij vond dat we het goed deden. Het blijft een toch wat ongemakkelijke constatering. Het gemis en verdriet om Harm dragen Coos en ik dagelijks met ons mee, dat is niet een kwestie van ‘het goed doen’… Ook een collega-ledenraadslid van de EO vond dat we het goed deden. Het zette wel aan het denken, en ik had er ook niet zo snel een antwoord op.
Afgelopen maandag waren we na een moment van herdenken op de Nassaukade, bij een versgespoten hart op de boom, te laat thuis om nog naar ‘de Kist’ te kijken. In deze aflevering werd staatssecretaris Paul Blokhuis geïnterviewd over het sterven van zijn 18-jarige dochter in 2018. Door dagelijkse mail van Lazarus werd ik er nog een keer op geattendeerd. Voor mij was het heel herkenbaar en inzichtgevend wanneer je ziet dat een ander die een kind heeft verloren haast letterlijk hetzelfde zegt en reageert. Er zitten een aantal mooie uitspraken in, die de uitspraak ‘jullie doen het goed’ relativeren en tegelijkertijd ook diepgang geven. Blokhuis zegt dat het praten over de dood van zijn dochter goed is, het is immers de realiteit. Maak geen omweggetjes om het te vermijden, zou ik zeggen. Prachtig was wat hij op ‘de kist van Kefah Alush’ schreef: “Leef met volle teugen.. en tot ziens.”

‘Het goed doen’, het gaat niet vanzelf. God slaat een arm om je heen, dat belooft Hij in zijn Woord, dan is geloof echt een harde werkelijkheid. Dat ervaart Blokhuis ook zo. Je hoofd en hart zeggen het als het ware na, en we voelen het in armen van mensen om ons heen, in lieve groeten op een kaart, in appjes en ook in het heffen van een glas met Harms vrienden.
In de foto’s die Harm zijn laatste vakantie maakte heb ik naar een beeld zitten zoeken. Japan vond hij geweldig en de meest rare dingen kom je op die foto’s dan ook tegen. Deze meerpaal of bolder houdt een boot stevig tegen de kade. De meerpaal is zo goed verankerd dat het niet aan hem ligt dat er iets gebeurt met het schip. Zo is het ook met geloof in een liefhebbende Vader, het houdt ons vast. We hoeven ons niet groot te houden, tranen mogen stromen en God slaat echt zijn armen om ons heen. Vast en zeker!

De aflevering van ‘De Kist’ is terug te kijken op NPO-start.

 

39 | In memoriam Harm (85)

Vandaag zou Harm 39 zijn geworden.
We hebben het ‘gevierd’, of hoe je dat ook maar wilt noemen.
Een bijzondere lunch van Morris en Bella en met jongste dochter, schoonzoon en kleinzoon naar Zorgvlied geweest.
Vijf witte rozen; Harm is 34 geworden en zal het altijd blijven, geen 39 voor hem.
Coos heeft oude plantjes vervangen door fris groen.
Het verdriet, de scherpe kanten zijn er dan misschien wel af, maar het gemis is er niet minder om.
Onwezenlijk om bij een grafmonument te staan en te beseffen dat daar onze zoon is begraven.
Omhoog kijken en het tot je door laten dringen dat daar onze hulp vandaan komt.  Gelukkig staat het in hardsteen gebeiteld…
Zo vaak missen we hem.
Zijn gekkigheid, creativiteit, nukkigheid en zijn plezier in bijzondere films, maar ook het plezier in zijn werk.
Zijn eindeloze gefilosofeer, en ook het kortaffe ‘het zit wel goed’.
Niet meer samen naar de film en vooraf samen een hapje doen.
Geen tips meer voor een goede site of een computerprobleem.
En ook geen stoere verhalen meer over festivals en vakanties.
Vijf jaar geleden was het zondag, ’s morgens preekte domine Kruiger over ‘Verrast door Hoop’.
Na de koffie reden we naar het Centraal Station en namen de pont naar het NDSM terrein.
Bij Plek had Harm een verjaardagslunch georganiseerd, zo nu en dan kwam het zonnetje erbij.
Een zorgeloos feest met vriendin, vrienden en familie.
Harm werd 34, vandaag zou hij 39 zijn geworden.

Kyrie eleison

een gezegend 2020, een kleine terugblik…

21 mei, 7.45 uur, een vrijwel uitgestorven Dam. Door een stille stad fietsen, wanneer maak je dat mee? Hemelvaartsdag – dauwtrappen.

Onze buren zitten nu al ruim een week in quarantaine. De buurman was aangestoken door zijn baas en moest op zolder bivakkeren, totdat de buurvrouw ook besmet bleek en ze dus gewoon weer samen konden zijn. Geen zware klachten maar toch… Zo kwam het coronavirus opeens heel dicht bij. In Vriezenveen heeft het virus inmiddels ook toegeslagen, gelukkig vallen de klachten daar tot op heden ook mee. De kerkdiensten zijn op dit moment weer volledig online, maar wel open voor hen die echt even contact willen met anderen. Het tekent natuurlijk het afgelopen jaar. In mijn agenda heb ik sinds 16 maart in de kantlijn de stand van zaken bijgehouden. Inmiddels zitten we in week 42. Week 16 bijvoorbeeld: “Nog steeds oppassen voor covid”, week 19, we waren in Frankrijk: “Mondkapjes verplicht” en week 29: “Bijna weer lockdown”.  Het jaar 2020 zal er door getekend blijven en later zullen we er over praten, zoals onze ouders en grootouders dat deden over de Spaanse griep.
Toen we elkaar aan het begin van dit jaar een gezegend nieuwjaar wensten, hadden we dit niet verwacht. Een enkeling was het die waarschuwde dat het virus echt niet bij de grenzen van Wuhan in China zou stoppen. Een goede vriend van Harm sloot voor zijn bedrijf, dat festivals organiseert, net op tijd een pandemieverzekering af. Maar voor 2021 zal dat niet meer gaan. Door sommige geestelijke leiders werd gesuggereerd dat corona wel een straf van boven zou moeten zijn, maar daarnaast was er ook genoeg kerkvolk dat niet geloofde in besmettingsgevaar en corona afdeed als een gewoon griepje. We zullen zien wat er later in de geschiedenisboeken zal staan. Zal het gaan over een moderne maatschappij die bijna alles kon regelen, maar opeens overvallen werd door een besmettelijk virus, of over miljoenen mensen die zich lieten misleiden door een zogenaamde pandemie?

Het boek van de Engelse theoloog Samuel Wells, “Wees niet bang” (uitgegeven 2011), was dan ook een verademing om te lezen.  Hij wijst er op dat je als gelovig christen op een nuchtere manier moet omgaan met de dood. En pandemieën moeten mensen aan het denken zetten over de eindigheid van hun bestaan, ons leven is niet maakbaar. Des te troostvoller is daarom het geloof in een leven na dit leven. Je zou daarom wensen dat meer mensen de rust van leegstaande kerken opzoeken; een kaarsje branden, luisteren naar de stilte en misschien een goed gesprek hebben met een luisterend oor. Maar ook om handen te vouwen en toe te geven dat er een Schepper is van hemel en aarde, die zijn Zoon naar deze wereld zond. Gods Zoon die op zoek ging naar verschoppelingen, verdrukten, armen en mensen die lijden onder corona.

Een nieuwjaarsreceptie aanstaande vrijdag met de buren zit er dus niet in. Op de laatste dag van 2020 zouden we natuurlijk pagina’s vol kunnen schrijven over wat er allemaal niet kon en kan. Het werd een uitgeklede kerstmaaltijd in Lelystad bij kleine Teun, maar wel gezellig. De concerten van het Nederlands Philharmonisch Orkest werden gecanceld. Het IDFA was een kale bedoening, ondanks het feit dat ik een aantal dovumentaires op de computer heb zitten kijken. Ook kerkdiensten konden in het begin niet doorgaan en later in oktober was het vanwege de verbouwing beter om een paar keer alleen maar online te gaan. De werkkamer van onze predikant werd zo opeens een kapel, met enkel een ouderling, een techneut en de dominee. Het blijft behelpen; op zondagmorgen achter de computer, ondanks alle inzet van de vrijwilligers. We verlangen naar een volle kerk en we willen weer uit volle borst kunnen zingen en in een grote kring samen de maaltijd van de Heer vieren!

Veel kon er ook wel. In de zomer konden we gewoon op vakantie naar midden Frankrijk. Voor het eerst  in de orangerie van kasteel Digoine ‘gebivakkeerd’, heel gaaf!  Met broer en schoonzus een week optrekken en als toetje kregen we een rondleiding door het vervallen en leegstaande chateau. In het voorjaar was met stil weer zelfs  een gedeelte van een zolder van het kasteel ingestort, maar dat mocht Matthew er niet van weerhouden om een boeiend relaas af te steken over het in de 13e eeuw gebouwde kasteel. En als we een souvenir mee wilden nemen; bij de uitgang afrekenen. Na ongeveer tien jaar Digoine was dat wel heel bijzonder. Thuis hebben we ‘Jezus’ schoongemaakt en nu prijkt het Heilig Hart beeldje in volle glorie op ons Franse dressoir.  “De verering van Jezus Christus krijgt vorm vanuit de liefde en barmhartigheid, die worden gesymboliseerd door Jezus’ Hart.” (citaat van Wikipedia)
Hij is het die zorgde voor vergeving van zonden en dat we mogen uitzien naar een eeuwig leven!

Bij het vele wat gewoon kon in 2020 hoort ook ‘het lezen’. Zelfs tijdens de huidige lockdown zijn er boeken af te halen bij de bibliotheek. En wanneer het echt nodig is kan dat ook bij mijn favoriete boekhandel aan de Middenweg. Toen we min of meer opgesloten zaten tijdens onze voorjaarsvakantie op Gran Canaria, had ik gelukkig genoeg boeken bij me in de koffer. Genoten heb ik later van de biografie over Prins Charles van Sally Bedell Smith, nog steeds in de aanbieding trouwens! Maar ook het boek van Rahma El Mouden over haar leven, boeide van begin tot eind. Zij heeft met haar firma MAS jarenlang onze school geboend en gepoetst. Inzicht gevend, hoe zij als Marokkaanse vrouw en moslima een plek weet te veroveren in Amsterdam. En pas nog las ik een heruitgave van Jan Brokkens ‘De blinde passagier’. Een prachtige roman over vluchtelingen, hoe actueel in deze tijd, en de teloorgang van de Nederlandse koopvaardij. En als we het toch over vluchtelingen hebben dan is ‘De bijenhouder van Aleppo’ een boek dat je uit je slaap kan houden.
Inmiddels ben ik begonnen in ‘De opgang’ van Stefan Hertmans en in ‘Revolusie’ van David van Reybrouck. Revolusie gaat over wat Nederlanders hebben uitgestukt in Indonesië en hoe dat land het Nederlandse juk afwierp; een huiveringwekkende geschiedenis. Om het plaatje compleet te maken, nog twee buitengewoon boeiende boeken die ik las. Een heel bijzondere detective is het boek ‘Gewone genade’, een aanrader en o zo jammer dat het door de uitgevrij niet beter verkocht is. Andere vertalingen van Krueger laten daarom nog wel een poosje op zich wachten. De laatste aanrader is een biografie en autobiografie ineen; Alex Boogers  met zijn zoon op bedevaart naar plaatsen uit het leven van Bruce Lee.

foto Jannes Glas, gebruikt als nieuwjaarswens en bedankkaart voor steundeopk.nl

Er gebeurde natuurlijk veel meer en er zijn dagen die we niet zomaar vergeten. De oppasdagen met Teun, klussen in de Oosterparkkerk, heerlijke fietstochtjes in Amsterdam en omgeving, maar ook de dag dat vriendin Diny belde om te vertellen dat hun zoon was gestorven. Het laatste riep zo veel herinneringen op, maar tegelijkertijd was het ook goed om het verdriet te delen. Het ‘Kyrie Eleison’ zal dus ook in 2021 niet van de lucht zijn.

Een gezegend 2021 gewenst.

‘loodpest’

Rini Wimmenhove – al 12½ jaar orgelmaker

Het was een beetje een omweg, dat geconstateerd werd dat ook het orgel van de OPK een forse onderhoudsbeurt nodig had. Jacob Lekkerkerker vroeg of hij orgelgeluiden mocht opnemen in de Oosterparkkerk, hij is improvisator en verbonden aan de Oude Kerk in de rosse buurt van Amsterdam. Orgelgeluiden uit alle stadsdelen moeten een Corona-compositie gaan vormen. Ook het Maarschalkerweerdorgel in de Oosterparkkerk was geschikt om een aantal tonen op te nemen. Op 28 augustus was het orgel nog niet ‘ingepakt’ tegen het bouwstof en kon hij dus nog zijn gang gaan. Na een bijzondere performance, constateerde hij dat het orgel zo vervuild was dat het echt een grote beurt nodig had. Omdat we toch met het opknappen van ons kerkgebouw bezig zijn besloot de bouwcommissie dat er naar gekeken moest worden. Offertes werden opgevraagd en vergeleken. Mijn jongste broer kreeg de opdracht, maar bedong er wel bij dat er een slaapadres zou zijn en een helpende hand. Na twee weken orgelpijpen omlaag en omhoog brengen (de grootste houten pijpen zijn nauwelijks te tillen) pijpen schoonmaken en poetsen, voel ik mij inmiddels een beginnende orgelmakers leerling.  Ik weet nu iets meer over soorten pijpen en ken inmiddels ook het verschil tussen manuaal en pedaal. Gisteren hebben we het schoonmaakwerk afgerond en nu moet er alleen nog voor gezorgd worden dat het orgel weer lucht krijgt. De grote blaasbalg is samen met een reguleerbalg meegenomen naar Drenthe en wordt na de Kerstvakantie opnieuw ‘beleerd’. We zijn benieuwd of alle pijpen weer hun goede plekje hebben, want anders hebben we een probleem natuurlijk. Organist Jacob Lekkerkerker vertrouwde mij toe dat we een prachtig orgel in onze kerk hebben. Wanneer het is opgeknapt wil hij een keer komen spelen!
De voorzitter van ‘Stichting Klinkend Erfgoed Nederland’ stuurde vorig weekend een mail en schreef: “Het werk van Maarschalkerweerd was vaak Duits georiënteerd, maar het orgel in de Oosterparkkerk was duidelijk meer in Franse stijl. De oorspronkelijke dispositie leek veel op een ‘orgue de salon’, zoals die in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog werden gebouwd in Parijs. Je zou het ook een zakformaatversie kunnen noemen van het orgel in het Concertgebouw.  Kortom: uit oogpunt van cultuur- en muziekhistorie bezit u een interessant instrument.”  Waarschijnlijk weet hij niet dat het orgel in 1958 behoorlijk is veranderd. Zouden we het in oorspronkelijk willen herstellen, zoals het gebouwd werd door Maarschalkerweerd in 1904, dan moet we denken aan 150 à 200.000 euro. Dat laatste hebben we niet, we hoeven ons daar dus ook niet druk over te maken. Verschillende registers zijn in 1958 vervangen, omdat men toen een andere smaak had waarschijnlijk. Ook de jaloezieën midden in het orgel zijn er uitgehaald, daarmee kon je bepaalde stemmen zachter of harder laten klinken. Maar nog steeds is het een mooi instrument, waard om gebruikt en goed onderhouden te worden.
Helaas bleek dat veel oude pijpen uit 1904 zijn aangetast door loodcorrosie; ‘loodpest’. De corrosie kan verschillende oorzaken hebben; de lucht in kerkgebouw, vocht, stoffen die in het leer van de blaasbalgen hebben gezeten… Vaak is er niet één enkele oorzaak aan te wijzen. Aan de buitenkant van de pijpvoeten was het ook goed te zien. Allemaal bobbeltjes en daardoor zijn ze verzwakt. Sommige voeten waren in de loop van de jaren al vernieuwd, maar 300 van de in totaal 818 pijpen zijn dus ‘ziek’. De orgelmaker heeft een looddeskundige geconsulteerd en die adviseerde om te gaan patineren. De ‘zieke’ pijpen zijn gedompeld in patineerolie en we hopen dat zo de corrosie stopt.

De verbouwing gaat ondertussen door. De laatste hand wordt nu gelegd aan de toiletten en de blinde ramen. Wanneer de lockdown voorbij is kunnen we genieten van een prachtig opgeknapte kerkzaal. Uit betrouwbare bron weet ik dat er heel veel geld is opgehaald met de fundraising. Geweldig! Op steundeopk.nl is zichtbaar hoeveel er nog bij moet om ook de keuken te kunnen verbouwen.

Harm 1982 – 2016 -2020 | In memoriam Harm (84)

HARM: bootje, verliefd, Amsterdammer, IT-er, gek van plaatjes draaien, hoe meer festivals hoe beter, prachtige foto’s proberen te maken, illegaal spuiten, stiekem slapende treinreizigers fotograferen, zonnebril en oooh die rugtas …..

Of opa zijn zakmes wel meenam, de kleinkinderen vroegen het meerdere keren. Ach ja, opa kan fluiten met een grassprietje tussen zijn vingers, maar dat lukt hen nog niet. Daarom vertelde ik maanden geleden dat je ook een fluitje kunt maken van een tak van de lijsterbes (Latijnse naam: Sorbus aucuparia). Voor mijn jongste broer is dat, volgens zijn eigen zeggen, de trigger geweest om orgelbouwer te worden. En wie weet is het voor Jip en Fiene een aanzet om later iets met muziek te doen. Maar helaas vind ik tot op heden hier aan de rand van Diemen-Zuid geen lijsterbessen. Maar gisteren, toen ze hier waren in verband met Harm zijn sterfdag, begonnen ze er gelijk over: “Opa, gaan we nog een fluitje maken?” Ik legde uit dat er hier geen lijsterbes was, maar misschien wel op de begraafplaats waar we met z’n allen naar Harms graf zouden gaan. We hebben wat afgespeurd op Zorgvlied, maar helaas geen lijsterbes. Of het dan niet met een andere tak kon? Helaas, dat fluitje houden ze dus nog tegoed.

Het was goed om als gezin stil te staan bij  de 14e september, samen een gin-tonic te drinken en een paar elpees draaien uit Harm zijn collectie en letterlijk stil te staan bij de tekst uit Matteüs 5, “Zalig die treuren, want zij zullen vertroost worden”. Coos veegde de grafsteen schoon en zette wat nieuwe plantjes op de hoogste tree. Het water stroomde al snel over andere treden van Harms graf en Coos zag er tranen in, hoe symbolisch. Kleinzoon Siebe begreep dat niet, huppelde weer weg en ging met grote broer en zus steentjes zoeken om die naast Joshi te leggen. Herdenken in het klein, een beetje voortbouwen op wat Harm deed. De pijn en het gemis is ook na vier jaar niet weg. Maar aan de kleinkinderen is te zien dat het leven ook gewoon doorgaat, wat weten zij over tien, twintig jaar over hun verongelukte oom? Een foto, een album vol herinneringen en een steen met vele steentjes op zijn graf. Harm leeft voor ons voort in zoveel kleine dingen; soms zien we hem fietsen of horen we muziek waarbij de tranen branden. Maar ook de momenten die je zo graag samen zou willen delen of dat je even om raad zou willen vragen… Zoveel momenten in de wetenschap dat het niet meer kan en tegelijkertijd beseffen dat we elkaar ooit weer zullen ontmoeten.

Kyrie eleison

Teun en tijd

Ooit kreeg ik van Gerard Lubbers een leesplankje cadeau. Achterop zit een nog nauwelijks leesbare sticker: ‘HOOGEVEEN’S VERBETERD LEESPLANKJE’ en met kleinere kapitalen dat het gaat om een ‘uitgave van J.B. Wolters te Groningen’. Op internet zijn foto’s te vinden en ik ontdek dat het een om een exemplaar gaat wat uitgegeven werd tussen 1909 en 1916. Het plankje is dus ruim 100 jaar oud. Misschien heeft ooit Gerard  zelf met zo’n plankje leren lezen. Ergens moet nog een doosje zwerven met de kartonnen letters. Gerard schonk het vanwege mijn werk als onderwijzer. Nu onze derde kleinzoon is geboren, heb ik hem weer tevoorschijn gehaald. Zijn naam staat er op! Kleizoon Teun zal echter nog even moeten oefenen voordat hij de tweeklank eu kan verbinden met een t en een n. En we zouden schoolmeester Mattheus Bernhard Hoogeveen (1862-1941) willen vragen waarom déze tekening van Jetses nu zo kenmerkend is voor t eu n.  Deze Teun ziet er uit als een oudere boerenknecht, verweerd, een open kiel en met een stok in de hand; een man van het buitenleven. Het hele leesplankje had trouwens nogal een landelijk karakter. Geen grachtenpand, geen kerktoren, maar veel groen en ook nog een Mies, Gijs, Jet, Wim en Kees. De laatste is trouwens een hond, maar Femmie heeft dus nog meer keus. Op de ‘Vertelselplaat’ die bij het leesplankje hoorde staat Teun ook afgebeeld. Hij heeft een lang touw in zijn handen met daaraan een aap, die in de dakgoot van een huis zit. Op zijn hoed is nog beter te zien dat Teun er een veer op heeft gestoken en uit zijn jaszak hang een slordige doek. Hij doet denken aan Vitalis uit ‘Alleen op de wereld’. Vitalis had ook een aapje. Misschien had Hoogeveen de Nederlandse vertaling gelezen die in 1880 verscheen. Als onderwijzer heeft hij het ongetwijfeld gekend en werd op die manier Vitalis verbasterd tot Teun? Alhoewel, Hoogeveen moest op zijn plankje die letters een plek geven, die nodig waren voor het eerste leesonderwijs.  Het leesplankje dat ik heb is behoorlijk versleten, maar dat maakt hem ook aantrekkelijk, de tijd heeft zijn sporen achtergelaten. Restaureren is hier geen optie, goed conserveren wel. Dat laatste zal er op neerkomen, gewoon weer goed opbergen en wanneer Teun een beetje kan lezen, hem voorzichtig te voorschijn halen, en de letters gaan benoemen; aap, noot mies,… wim, zus, jet,… teun…  Wel opmerkelijk dat pedagoog Hoogeveen het leesonderwijs ooit liet beginnen met aap, en Veilig Leren Lezen (waar 80% van de basisscholen mee werkt) op zeker moment begon met: ik (de plaat die erbij hoorde was een spiegel). Zit hier een evolutionaire gedachte achter?

Optocht op Bevrijdingsdag, waarschijnlijk 1965. Met z’n allen naar het sportveld. Deze foto stuurde de inmiddels ‘bejaarde’ juf mee; ze denkt dat ik er op sta. Links vooraan?

Teuns geboorte leverde nog een duik in de tijd op. We waren zo vrijmoedig geweest om zijn geboorte wereldkundig te maken via een annonce in het Nederlands Dagblad. Dat laatste levert altijd wel bijzondere reacties op. Zo kreeg onze jongste een prachtige Dick Bruna kaart van een oude schooljuf van mij. Juf Bieny had de advertentie gelezen en ook onze namen daarbij en deed dus bij de kaart een brief voor opa (en oma). Ze had nog een tekening die ik had gemaakt voor haar trouwdag in 1965. Ik kan me nog herinneren hoe spannend dat was. Juf Bieny (mocht ik van mijn moeder niet zeggen) trouwde met Gert in Assen. Ik denk dat ouders ons gereden hebben en ik kan mij nog herinneren dat we naar de Kandelaarkerk zijn geweest. Juf Bieny was een geliefde juf, met aandacht voor de kinderen. Ze vond terug op die bewuste tekening dat ik mijzelf Roelke noemde. Logisch, want ik werd thuis zo genoemd, Henk was Henkie en mijn oudere broer Bernhard; Bennie. Juf Achterhof, de opvolgster van juf Bieny, heeft er denk ik voor gezorgd dat Roelke Roel werd.
Juf Bieny was mijn eerste juf. Omdat we buiten Hoogeveen op een boerderij, annex houthandel woonden (een soort voorloper van de Gamma), was er blijkbaar geen reden om de kinderen Wimmenhove naar een kleuterschool te sturen. Wij leerden in de ‘praktijk’ en aangezien ik een oktober leerling ben, was ik dus bijna zeven jaar toen ik naar school ging.  Waarschijnlijk speelde ook mee dat er geen gereformeerde kleuterschool was en de leerplicht begon bij het seizoen waarin je zeven werd.  Achteraf bleek het allemaal mee te vallen, ik had alleen het knippen en plakken niet onder de knie, maar dat was snel genoeg ingehaald. Juf Bieny gaf les in het laatste lokaal rechts aan het eind van de gang. De school aan de Alteveerstraat was oud , met hoge lokalen en de kachels hadden een soort scherm. We leerden schrijven met een kroontjespen en oh wee als je daar te zwaar op drukte; dan gingen de pootjes uit elkaar staan… Zo nu en dan ging de juf met de inktfles de bankjes langs om de inktpotjes te vullen. Later verhuisde de school naar een nieuw gebouw aan de Beukemastraat en kreeg de naam van Johannes Calvijn.

De ‘Hermle’ pendule die vroeger bij mijn ouders op de schoorsteenmantel stond.

Een van de leukste programma’s op de BBC is op dit moment “The Repair Shop“. Kijkers brengen een voorwerp dat totaal versleten en kapot is en hopen dat een specialist het voorwerp weer kan laten ‘schijnen’. Eenmaal opgeknapt levert het vaak mooie en ontroerende momenten op. Mijn leesplankje zou ik er heen kunnen brengen, maar ik ben bang dat de charme er dan ook een beetje afgaat. Alhoewel je ook opgeplakt papier kunt schoonmaken, weet ik sinds de aflevering van afgelopen woensdag. Een paar maanden geleden heb ik wel onze oude pendule naar een Nederlandse ‘repair shop’ gebracht. Vorig seizoen was er een Nederlandse versie met Umberto Tan, maar dat haalde het niet bij de Britse versie.  Die pendule heb ik geërfd van mijn ouders en helaas hield hij er opeens mee op. Een korte krak en dat was het. Gelukkig is er in Duivendrecht is nog een echte klokkenmaker en hij zag er wel wat in. Onze ‘Hermle’ had wel een forse schoonmaakbeurt nodig en waarschijnlijk een reparatie. Keurig schoon en opgepoetst kon ik hem weken later weer ophalen. Zo tikt de tijd weer, zoals hij dat vroeger bij ons thuis ook deed en ook de uren slaat hij weer met een prachtig en en niet te zwaar geluid. Mijn ouders hadden hem al sinds hun trouwen voor zover ik weet. Geen idee of ze hem tweedehands of nieuw aangeschaft hebben. Maar hij klinkt zo vertrouwd; de tijd tikt door en met ons mee. Het is wel gebeurd dat wanneer ik een broer aan de lijn had, ze opeens zeiden; “Hee, de olde klokke van de schörstienmaantel..”. Op een dag zal misschien ook Teun vragen over de klok. Ik zal hem dan uitleggen dat een pendule een slinger is en het deurtje aan de achterkant van de ‘pendule’ openen om de slinger ook te laten zien. Dat de pendule ooit bij zijn overgrootouders in de kamer stond, vlak boven de kachel en dat alleen mijn vader of moeder hem mochten opwinden. De slinger laat door de kracht van de veer de tijd wegtikken, dat deed hij al vele jaren voordat ik er was en zoals hij nu tikt, zal hij dat ook nog wel doen als Teun zo oud is als wij nu zijn…