Maand: juni 2013

berichten naar buitenaards leven

Een bericht op de radio. In Amerika is een radiotelescoop gehuurd om berichten de ruimte in te zenden. Aliens horen immers te weten dat er mensen zijn op aarde. Oké, is er nog nooit een bericht van wie dan ook maar uit de ruimte ontvangen, maar desondanks investeren mensen miljoenen om contact te krijgen. In een klassengesprekje daarover vandaag in groep 4/5 wisten de leerlingen het wel beter. Buitenaards? Elke keer wanneer we bidden sturen we toch onze gebeden omhoog? Geen dure apparatuur voor nodig. Gewoon je handen vouwen, in de hemel (hoe buitenaards kun je het bedenken) wordt altijd geluisterd!

STUUR EEN BERICHT NAAR ALIENS   (uit de Telegraaf)

Via het signaal van het Lone Signal-baken, dat maandag via een radioschotel in Californië de ruimte ingaat, kunnen mensen tekstberichten en foto’s sturen naar potentiële buitenaardse wezens. Een groep wetenschappers en ondernemers bedacht Lone Signal, geïnspireerd door het SETI-project. Dat project is een gigantische radioschotel in Puerto Rico die mogelijke radiosignalen van ‘aliens’ kan opvangen. Die schotel kan echter geen berichten sturen. Daarom werd METI bedacht: Messaging to Extraterrestrial Intelligence. Dat meldt NOS.Er zijn wel enkele beperkingen: een bericht doet er 17 jaar over om het hemellichaam te bereiken. De radioschotel wordt gericht op ster Gliese 526, maar bij de ster zijn nog geen planeten ontdekt. Toch is het volgens onderzoekers van Lone Signal ‘een goede kandidaat voor buitenaards leven’.Mensen die een berichtje willen sturen, kunnen dat gratis doen via de website van het project. Voor volgende berichten en foto’s moet worden betaald.

Ankers los; er is toekomst voor gereformeerd bijbelgetrouw onderwijs

Een kernvraag is of gereformeerd onderwijs überhaupt nog wel vormgegeven kan worden vanuit de idee van een afgebakende, gereformeerde subcultuur. Het lijkt er echter op dat velen in het gereformeerde onderwijs er nog steeds onbekommerd vanuit gaan dat de triangel, waarbij gezin, school en kerk eendrachtig werken aan de geloofsopvoeding van kinderen en jongeren, nog volledig intact is. Ik denk dat we die vanzelfsprekendheid voorbij zijn en dat het de tijd is voor een inhoudelijke herbezinning op het doel, de aard en de vorm van gereformeerd onderwijs.’

Dit schreef Pieter Vos in de bundel ‘Motivatie en identiteit’. Deze bundel verscheen bij het bijna opheffen van het LVGS (Landelijk Verband van Gereformeerde Schoolverenigingen). Sinds medio 2011 is alleen Jan Westert nog werkzaam bij deze club, hij is ondergebracht bij de protestantse scholenkoepel. Ton van Leijen kreeg toen omdat hij afscheid nam, die bundel opstellen aangeboden. Alle opstellen gingen min of meer over de toekomst van het gereformeerde onderwijs. Pieter Vos (theoloog en filosoof), in het dagelijks leven werkzaam aan de GH in Zwolle en de TU in Kampen, roept beargumenteerd op tot bezinning op de triangelgedachte. Iedereen die werkzaam is binnen deze zuil, weet wat daarmee bedoeld wordt. Toch is die bezinning naar mijn idee binnen de scholen en bij ouders nooit echt op gang gekomen. De LVGS-afscheidsbundel werd waarschijnlijk verspreid in beperkte kring. In de pers ging men al weer snel over tot de orde van de dag. Terwijl het artikel van Vos op veel onderdelen al dateerde uit 2007 (weekblad de Reformatie), bleef het stil in gereformeerd onderwijsland. In het hoger gereformeerd onderwijs zijn toelatingsbeleid en benoemingsbeleid inmiddels al verruimd. Het middelbaar onderwijs volgt schoorvoetend. In het basisonderwijs blijft het zoals het was. Nou ja, het benoemingsbeleid werd iets ruimer; Nederlandse Gereformeerde leerkrachten mogen nu ook voor de klas. Maar een leerkracht die besluit om lid ter worden van een DGK kerk of een GKN kerk, hangt ontslag boven het hoofd. Daarnaast zijn er voor zover ik weet ook nooit excuses gemaakt naar in het verleden ontslagen leerkrachten, omdat ze dachten mee te moeten gaan met de ‘buitenverbanders’. Wat dat betreft is de gereformeerde scholenzuil, zeker waar het gaat om de basisscholen, een nog steeds in zichzelf gekeerde gemeenschap. Terwijl de kerkramen van de GKV wijd open staan, er veel meer oor en oog is voor medegelovigen in andere kerken, viert de triangelgedachte van 50 geleden nog hoogtij. Het toelatingsbeleid voor leerlingen uit diverse kerkelijke achtergronden is dan wel open, maar het eigenaarschap ligt nog steeds binnen de GKV.

De laatste tijd ontstaat er door flinke druk van buitenaf forse druk op het gereformeerde onderwijs. De bezuinigingen slaan razendsnel om zich heen. Passend onderwijs (een verkapte bezuinigingsmaatregel) wordt ingevoerd, kleine scholen krijgen geen speciale faciliteiten meer. Vervolgens krijgen we ook te maken met een sterk veranderende ouderpopulatie. Leerlingenvervoer naar gereformeerde scholen zit al jaren in een verdomhoekje. Ouders die tien, vijftien  jaar geleden hun kinderen met een bus(je) naar school lieten gaan, kunnen dat nu niet meer bekostigen en kijken naar een goed alternatief in de eigen woonplaats. Al die factoren leiden er toe dat veel gereformeerde basisscholen krimpen. Vanuit de besturen, die in deze tijd op forse afstand staan, wordt dan ook alles op alles gezet om de scholen goed in de markt te positioneren. “Wat maakt jouw school onderscheidend?”  “Hoe kan jouw school groeien?” Misschien best terechte vragen, maar het legt weer een extra druk op de school en zijn medewerkers. Aanwas uit de oorspronkelijke doelgroep, de gereformeerd vrijgemaakte kerk valt niet echt te verwachten. Groei moeten we verwachten uit andere christelijke groepen. Maar daardoor is het exclusieve karakter van de gereformeerde school ook verleden tijd. Logisch dat je dan ook heel pragmatisch het benoemingsbeleid gaat aanpassen. Dat gegeven zal eerst natuurlijk heftig bediscussieerd moeten worden. Wie laten we dan wel toe voor de klas en wie niet? Een PKN-er gaat vast nog wel. Ligt er aan uit welke richting hij komt. Een lid van een evangelische gemeente, kan die les geven op een gereformeerde school? Of iemand uit de Koptische Kerk? Stof genoeg om jaren te vergaderen en voors en tegens op een rij te zetten. De grondslag van de school zal veelvuldig op tafel komen. Maar wie kent binnen het gereformeerde onderwijs de huidige grondslag nog van binnen en van buiten? Wel of niet de formulieren van Eenheid erin, discussie over de kinderdoop, vergaderen tot we er bij neervallen. Een ander scenario kan zijn dat zonder slag of stoot het benoemingsbeleid verder wordt verruimd. De besturen (op afstand) beslissen, her en daar mag meegepraat worden en we gaan over tot de orde van de dag.

Het wetenschappelijk instituut van de Christenunie verzorgt elk jaar een Groen van Prinstererlezing. Ooit moest ik op de PA in Groningen van Groen van Prinsterer ‘Ongeloof en Revolutie’ lezen. Geschiedenisdocent Arjo Vanderjagt kon hele stukken uit het hoofd citeren. De invloed van Groen is niet te onderschatten in de Nederlandse politiek. Dr. Kars Veling hield in zijn lezing op 16 mei een boeiend betoog onder de titel “Ankers los”. Hij pleit ervoor om de hele grondslagendiscussie los te laten. Veling wil dat we veel meer gaan denken over het perspectief van een organisatie. Als we op die manier gaan nadenken over het onderwijs aan kinderen, dan laten we een grondslag discussie terzijde liggen. Perspectief geeft kracht en hoop, zegt Veling. Daarmee zullen we ook loskomen van de triangelgedachte. We zullen veel meer ons moeten focussen op het doel, het perspectief van een school voor basisonderwijs. Wat willen we bereiken op zo’n school? Welke attitude willen we de leerlingen meegeven? Welke normen en waarden moet ze aangeleerd krijgen? Natuurlijk grijp je daarbij terug op Gods Woord, maar een grondslagdiscussie wordt daarbij veel minder belangrijk. Ook het benoemingsbeleid kunnen we dan anders aanpakken. De vraag wordt dan of de leerkracht er aan mee wil werken om het perspectief van een gereformeerde bijbelgetrouwe basisschool te verwezenlijken. En voor ouders is de vraag of ze zich kunnen vinden in het perspectief van de betreffende school. De school ontkomt er dan ook niet aan op dat perspectief duidelijk te verwoorden, het voor te leven in woorden en daden.

De lezing van Kars Veling is te beluisteren op de site van het Wetenschappelijk Instituut van de CU. Je kunt trouwens ook de tekst downloaden.