In memoriam Harm 1982 – 2016 (75)

Harm,

Het is twee jaar geleden en net als toen de hele dag mooi weer. Al dagen zit het in ons hoofd, ’twee jaar al weer’. Woensdagavond kwam ik thuis en had Coos de film van de begrafenisbijeenkomst aanstaan. Mooi dat we dat nog eens terug kunnen zien, maar ook o zo verdrietig. Maar wat een prachtige verhalen over jou, sommige ben je al bijna weer vergeten, maar opeens zit het zomaar weer aan de oppervlakte. En dan die nummers, die van jouw ‘when I die-lijst’ kwamen, waarom dacht je trouwens dat je niet oud zou worden? Coos had al een hele tijd geleden aan vrienden van je gevraagd om iets aan herinneringen op te schrijven, en met ons te delen. Gisteren was er nog een reactie; het was eerst te moeilijk, schreef je vriend. Aan de ene kant doet dat goed, om te lezen en te horen hoe jij was en hoe jij er was voor anderen. Nog es te horen over hebbelijkheden en onhebbelijkheden.
Maar het had toch niet zo moeten zijn? Niemand had toch het recht om je dood te rijden? Jij kunt het niet navertellen. Wij denken maar dat het onverwacht kwam, zo uit het niets, dat je het niet eens gemerkt heb. Op de basisschool hadden we het je toch zo goed geleerd; eerst naar links kijken en dan naar rechts, daarna nog een keer naar links en als er dan niets aan komt, dan kun je oversteken. Waarom werkte het niet zo op die avond net na twaalven? Jij wist als geen ander hoe je je door het verkeer moest bewegen op je SUPERIA. Rugtas strak aangetrokken en gaan..
Soms zie ik je nog rijden, maar dan is het toch ingebeeld. Soms zou ik willen dat je naast me zit in de bioscoop, om daarna nog even te ouwehoeren over de film. Samen nog even snuffelen bij Scheltema met als afsluiting een speciale koffie. Momenten om te koesteren, want ze zullen niet meer komen. Hoe kwam het toch dat jij zo vaak zei: “Het komt wel goed!”. Wat ging er dan schuil in je grijze cellen en waar zwierven je gedachten dan heen?
Laatst vroeg de rechter van het Gerechtshof waarom wij willen dat de agent die jou aanreed, veroordeeld moet worden. Ik heb me wel eens afgevraagd wat jij daar nu van zou vinden. Zou jij het er bij hebben laten zitten? Je had zo een aantal praktijkgevallen bij de hand denk ik. De kwestie met de verhuiswagen aan de Admiraal de Ruijterweg, het verhaal over de taxichauffeur die je belaagde en later zomaar voor de deur stond.

Jouw leven is zo abrupt gestopt dat we het soms niet eens kunnen beseffen. De eerste dagen nadat je er niet meer was, werden we geleefd. En misschien zorgde onze Lieve Heer wel voor een extra stoot adrenaline. Stap voor stap werd het een deel van ons leven. We gingen lezen over rouw en verdriet, vrienden, familie, jouw vrienden, ze bleven maar komen. Je bent er en je bent er niet. Gisteravond hebben we gegeten met je vrienden en daarna zijn we van de Rozengracht naar de Nassaukade gelopen. Op de boom staat weer een groot zilverkleurig hart met je naam eronder. Een enkele wandelaar stond te kijken en een stel dat aan de overkant een huis inging liep wel twee rondjes. Moesten zij ook terugdenken aan die bizarre avond? Ach ja, de meeste auto’s rijden iets rustiger omdat de T-kruising compleet op de schop is geweest. Wat als….?

Afgelopen weken was ik bezig met het reviseren van de handleiding van Levend Water. De afgelopen warme zomermaanden had ik er nog geen zin in. Misschien heeft dat zo moeten zijn, de laatste weken moest ik me opnieuw onderdompelen in het ontstaan van de wereld, in het bijbelboek Job en ook in verschillende psalmen, waaronder ook psalm 121. Regelmatig kwam je dus voorbij in mijn gedachten. Gisteravond zat ik met een van je vrienden te praten over wat jullie samen gedeeld hadden over jullie thuis en daardoor ging het als vanzelf natuurlijk ook over kerk, over God en over gereformeerd. Echt mooi om te horen dat hij daar veel aan gehad heeft.
Manu Keirse, een van de goeroes die we lazen over verlies en verdriet, zei dat het ‘overleven’ is; letterlijk en figuurlijk. Job wist het ook niet meer toen hij in zak en as op de vuilnisbelt zat, zijn vrienden en ook zijn vrouw hadden geen oplossing. Maar uiteindelijk kwam God en leidde Job als het ware rond in Artis. Kijk naar de struisvogel, de leeuw, de luipaard; kun jij de specifieke eigenschappen  van die dieren evenaren? Nee dus en zo kunnen we God ook niet narekenen. Martijn zei het in de Westerkerk heel krachtig, precies zoals jij het soms ook zei: “Het komt wel goed!”. Zelfs de bergen bieden geen hulp, ondanks al hun uitdagingen, de hulp komt van omhoog, van hoger dan de hoogste berg.

Kyrie eleison