Maand: september 2013

50 jaar gbs in Amsterdam – een zwarte bladzijde

Voor de school zit het er op. Een feestweek en een goed georganiseerde reünie. Veel oud-collega’s die weer eens bij hebben kunnen praten en oud-leerlingen die elkaar ontmoetten. In dankbaarheid terug kijken. Ook was er mooie glossy te koop met flink wat historische bijdragen. Ik hoop dat het volgende artikel over 1970 nog wat gevolg krijgt.

Toen de dr. M.B. van ’t Veerschool in 1963 van start ging waren er veel Amsterdamse vrijgemaakten die hun kinderen niet stuurden. Een aantal deed dat omdat ze de afstand naar Sloterdijk onoverkomelijk vonden. Er waren echter ook een groot aantal ouders die niet veel moesten hebben van het ‘doorgaande reformatie’ gebeuren. Dat het bestuur in 1963 voorbij ging aan hun bezwaren is op zich te begrijpen. Men kon eindelijk na 12 jaar starten met een eigen school. Velen hebben dat ervaren als de zegen van God op noest verrichtte arbeid. Uit het notulenboek (zie ook het artikel ‘het begon aan de Lutmastraat’), blijkt echter overduidelijk dat het met de start van de eigen school de strijd niet ophield. Ondanks de opstelling van het bestuur in mei 1963, die deed of er in Amsterdam geen kerkelijke problemen waren, was dat in werkelijkheid echt wel zo. Op de synode van Amersfoort (1967) tekenden de problemen in de vrijgemaakte kerk zich fors af. In de notulen van 7 september 1967 kunnen we lezen dat voorzitter van Milligen de ‘kerkelijke scheiding’ memoreert. “Hij spreekt de hoop uit, dat ondanks kerkelijke moeilijkheden, het bestuur rustig verder zal mogen gaan, omdat de school voorop moet staan.” In 1969 en 1970 bleven de problemen niet meer buiten de deur van de schoolvereniging. In de notulen is het op de voet te volgen. Ds. G. Jansen van Amsterdam-West, lid van het bestuur, was ook afgevaardigd naar de Synode van Hoogeveen. Het probleem was echter dat er uit Noord-Holland twee soorten afgevaardigden waren, binnenverbanders en buitenverbanders. Dit werd in Hoogeveen een probleem natuurlijk. Op 8 mei heeft ds. Jansen met zijn medeafgevaardigden Hoogeveen verlaten. Ze ‘trokken’ het niet meer, is te lezen in de Acta (=officiële noutlen) van de synode. Alles wees er op dat hun de deur zou worden gewezen. Uit overlevering is bekend dat ds. Jansen de situatie verschrikkelijk vond en huilend door de gangen van de voormalige synagoge liep. (De synode van Hoogeveen werd gehouden in kerkgebouw van de GKV ter plaatse, een voormalige synagoge.) Een dag later als er weer een bestuursvergadering is, is ds. Jansen niet aanwezig. Maar op 11 juni is hij er weer bij. Voorzitter is dan nog Van Milligen, maar twee vergaderingen later heeft broeder D. Dreschler uit Zwanenburg de hamer overgenomen.

Broeder en zuster van Milligen op de openingsavond van de school, 4 september 1963. Mevr. van Milligen rookt er flink op los en op tafel staat een doos AGIO sigaren.

Van Milligen was niet meer herkozen op de jaarvergadering. Een buitenverbander werd varvangen door een binnenverbander. Veel is er vergaderd in die daarop volgende maanden. Ook het hoofd der school Van der Hoek hoorde bij de buitenverbanders. De laatsten vonden het geen probleem om in het schoolbestuur samen te werken. Het grootste deel van de schoolvereniging en het bestuur koos er echter voor om de grenzen duidelijk te trekken. In het kort kwam dat er op neer dat de schoolvereniging in de statuten had staan de GKV (binnenverband) de kerk van de school was. Buitenverbanders hadden zich hieraan ontrokken en waren dus eigenlijk niet meer gereformeerd volgens de statuten. In de loop van het seizoen 1969-1970 kozen daarom een aantal broeders er dan ook voor te vertrekken.

uit de notulen van 27 april 1970

Het hoofd van de school, Van der Hoek, vertrok naar Steenwijk. Ds. Jansen en bestuurslid Dijkema schreven samen een afscheidsbrief. Een drietal broeders komt nog een keer ter vergadering maar het tij is niet meer te keren. De protesterende broeders werd nog wel duidelijk meegegeven dat als ze hun kinderen van school halen, dit niet conform de doopbelofte is.  De kerkstrijd trok dus ook scheuren door de school. Veel verdriet, ongetwijfeld aan beide kanten, is daardoor ontstaan. Terugblikkend vraag je je af of dit werkelijk zo had gemoeten. Toen tien jaar later er forse scheuren in het gebouw kwamen, doordat er naast Molenwerf 5 een kantoorgebouw van 7 verdiepingen werd gebouwd, bracht men grote trekstangen aan. Leerlingen uit de NGK, de CGK maar ook uit de Gereformeerde Gemeenten bezochten toen inmiddels de school. Nog weer tien jaar later was de diversiteit net zo breed als de ‘gereformeerde gezindte’. En rond het jaar 2000 kwamen de leerlingen uit de gehele breedte van christelijke kerken in Amsterdam.

In 2013 zijn leerkrachten uit de CGK en de NGK (de voormalig buiten-verbanders) meer dan welkom om les te geven. Binnen de schoolvereniging GPOWN, waarin de schoolvereniging van Amsterdam is opgegaan, wordt inmiddels gediscussieerd over verdere openstelling met betrekking tot het personeelsbeleid. Wat er in 1969 en 1970 zich heeft afgespeeld is geschiedenis. Maar tot op de dag van vandaag zijn er nog mensen die het verdriet voelen. Zeker nu alle veranderingen zo snel en met veel minder discussie werden geaccepteerd. Zij die in 1970 werden buitengesloten, zijn nu van harte welkom en deelnemer. En het zei gezegd: tot zegen van de scholen en het onderwijs.  De crisis van de vrijgemaakte kerken in de jaren 60 werd door een bepaalde groep de school binnengetrokken. Terecht? Door hen die binnen het bestuur bleven werd het als terecht ervaren en ook de wil van de Heer der Kerk. Terwijl zij die vertrokken ook zeiden dat ze Gods wil deden en voluit de belijdenisgeschriften bleven onderschrijven. Ik zal de dag nooit vergeten dat een doodzieke broeder Dijkema nog een keer op bezoek kwam om de school te bekijken die hij mee had helpen oprichten. Het verdriet over eind jaren 60 was voelbaar en te zien aan zijn tranen. Terugkijkend is het een donkere periode waarin naar mijn idee beslist niet altijd wijs en zorgvuldig is gehandeld. Gelukkig is er in 2013 in veel plaatsen tussen de GKV en de NGK erkenning en herkenning. Vaak gaat dat gepaard met schuldbelijdenis over de jaren 1969 en 1970 over wat daarin fout is gegaan. Wie weet is dat ook bij de herdenking van 50 jaar gereformeerd onderwijs in Amsterdam een mooi gebaar; schuldbelijdenis over wat ten aanzien van onder meer broeders als Van der Hoek, Dijkema en ds, Jansen verkeerd is gedaan. Waarvan akte!

50 jaar GBS in Amsterdam – juf Nijmeijer

juffrouw Nijmeijer ontvangt als
handwerkonderwijzeres “de wapens”

Deze week wordt op de gereformeerde basisschool in Amsterdam feest gevierd. Op 2 september 1963 begon aan de Molenwerf een vrijgemaakt- gereformeerde lagere school. David Leguyt heeft toen prachtige foto’s gemaakt. In zijn album is te zien dat de hele school naar de Petruskerk liep aan de overkant van het spoor. Dominee Jansen en ook het hoofd der school hielden toespraken. Twee dagen later was er een officiële openingsavond in hotel Krasnapolsky aan de Dam. De inspecteur kwam spreken en ook het personeel werd officieel geïnstalleerd. De mooiste foto van die avond toont mijn tante. Zij ging op de dr. M. B. van ’t Veerschool aan de slag als handwerkonderwijzeres. Kruissteek, flanelstreek, sokjes breien en ook naaien, het had voor de meisjes geen geheimen meer als ze les hadden gehad van juf Nijmeijer. Ze gaf ook les in Oegstgeest op de dr. K. Schilderschool. Volgens mij stond ze niet bekend als een lieve juf. Ze kon zeer streng zijn. Toen ik kwam werken in 1978 mocht ik haar ook perse geen tante noemen. Juf was het, voor de goede orde. In 1979 nam ze afscheid, omdat ze met pensioen ging. Een paar jaar later is ze met haar jongste zus verhuisd vanuit Haarlem naar Hoogeveen. Terug naar haar geboortegrond in Drenthe. Als klein jongetje weet ik nog dat ze soms met z’n tweeën op bezoek kwamen. Dan moest er flink schoongemaakt worden en werd er ‘deftig’ gegeten. Als puber van 16 werd ik een keer uitgenodigd om in de grote vakantie in Haarlem te logeren. Dat werd een gebeurtenis van formaat, rijden in een taxi, een rondvaart in Amsterdam en de Bijenkorf bezoeken! Onvergetelijk.

Op de foto van Leguyt staat ze met een paar breipennen, haar wapens. De laatste weken werd er flink gediscussieerd over de vrouw in het ambt. Mijn tante zat in het ambt, van handwerkonderwijzeres, compleet met wapens. Ik denk dat ze best een goede ouderling zou zijn geweest en tante Dinie trouwens een zeer goede diaken. Hele generaties heeft ze het sokken breien bijgebracht en het maken maken van merklappen. Nu zijn die vaardigheden bijna uitgestorven. Haar naam zij met ere genoemd bij het 50 jarig jubileum. Op 29 mei 2008 is ze gestorven, 93 jaar oud.

Gezin Nijmeijer een paar jaar voor WOII. Links vooraan, naast opa Adam, tante Lammie. Rechts vooraan, naast opoe Femmigje, mijn moeder. In het midden tante Dinie.

het begon aan de lutmastraat

Lutmastraat, Amsterdam Oud-Zuid

Wie in Amsterdam door de Lutmastraat in Oud-Zuid fietst heeft in eerste instantie geen idee waar die naam vandaan komt. Het is een lange straat met van die typische Oud-Zuid bebouwing. Voor Wereldooorlog II waarschijnlijk maar enkele auto’s, tegenwoordig is op bepaalde stukken zelfs een fietspad nodig. Heeft Lutma iets te maken met de Tolstraat? Of was het een schilder uit de Gouden Eeuw? Ongetwijfeld is er ergens op een van de straathoeken een wat uitgebreider bord dat ons kan vertellen waar de naam vandaan komt. Maar zou je het de voorbijgangers vragen, dan denk ik dat ze geen idee hebben. Voor 1896 lag zelfs een gedeelte van de deze straat in de gemeente Niewer-Amstel. Aan de overkant van de Amstel, ongeveer in het verlengde van de Lutmastraat, is dan ook nog steeds de Grensstraat te vinden.

Ets van Rembrandt: Janus Lutma

Janus Lutma (ook wel Johannes Lutma de Oude) werd geboren in 1584 en stierf in 1669. Lutma was een zeer beroemde goud en zilversmid en onder meer bevriend met Rembrandt. De laatste heeft een prachtige ets van hem gemaakt die zich bevindt in het Teylersmuseum in Haarlem, het eerste en oudste museum van Nederland. In verschillende musea is werk te vinden van deze Janus Lutma. Lutma is twee keer getrouwd geweest, eerst met Maria Roelands (Mayke) ze stierf in 1634, later trouwde hij met Sarah de Bie. Janus kreeg bij z’n eerste vrouw 4 zonen die allemaal kunstenaar werden. Johannes, de oudste ging verder in de voetsporen van zijn vader, maar is niet zo bekend geworden als zijn vader. Wel was hij veelzijdiger, hij was onder meer etser. Janus Lutma de Oude is ook de maker van het prachtige koorhek in de Nieuwe Kerk, maar begraven in de Oude Kerk. Wanneer je dit allemaal tot je door laat dringen, rijdt je in ieder geval nooit zo maar door de Lutmastraat. Van die Lutma had ik geen idee toen ik begon te lezen in het oude notulenboek van de dr.M.B. van ’t Veerschool. Broeder van Milligen schreef het allemaal op in dat boek. Op nummer 168, 2 hoog, woonde familie Bedeker. Johannes Bedeker was de eerste voorzitter van de schoolvereniging en hoofd van een evangelisatieschool, maar werd meer en meer een voorstander van vrijgemaakt-gereformeerd onderwijs. U kunt er meer over lezen in de ‘glossy’ die binnenkort verschijnt, bij het 50 jarig bestaan van VEERKRACHT. Op de site van de school kunt u hem al vast bestellen.