Maand: augustus 2013

discipelschap

Oosterparkkerk Amsterdam – tekening Daan van Driel

Jos Douma kreeg van gemeenteleden een boek over discipelschap. Het is geschreven door Mike Breen. Deze laatste is een Amerikaanse voorganger die veel over het onderwerp schreef en er op de laatste New Wine conferentie over kwam spreken. Terecht wijdt Douma een fiks aantal blogs aan het discipelschap.

In juni 2008 werd op de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle een symposium gehouden over de ‘spiritualiteit van de leraar’. (nav Bram de Muyncks dissertatie: Een goddelijk beroep). Professor John Van Dyk (Dordt Gollege, Iowa VS), hield toen een boeiend betoog over The Craft of Christian Teaching.  “Van Dyk answers the ultimate question, ‘How does one really teach Christianly?’ Reading this book is like taking a journey, a stimulating walk into one’s own classroom to practice Christian teaching for discipleship.”  Deze uitspraak over zijn boek staat op de site van Dordt College. Van Dyk zei in zijn lezing: Je bent als mensen samen op reis. Op die reis moet je toegerust zijn tot dienstbaarheid; discipelschap, dat wat Jezus zijn leerlingen leerde. Samen wandelen voor het aangezicht van de Heer, dien je elkaar met liefde. Teachting/onderwijzen is daarom leiden op weg naar discipelschap. Als teacher/onderwijzer ben je daarin een voorbeeld en oefen je discipline en tucht uit. Ook leer je je leerlingen toewijding en mag je ze bemoedigen. Je leerlingen mag je leren wat de bedoeling van God is met het geleerde. Leerlingen, maar ook christenen moeten daarom dienend samenwerken. Dat laatste moet ook gewoon geleerd worden, op school en ook in de kerk . Noem het maar discipelschapsvaardigheden! Discipelschapstrainig voor kerk en school een heilig moeten!

Hoezo hierbij een tekening van de Oosterparkkerk in Amsterdam? Dat komt omdat het de enige ‘echte’ van Driel is, die ik in mijn bezit heb. Broeder Daan van Driel (1909-1992) maakte deze tekening ooit voor het kerkboekje. En laat het nu broeder van Driel zijn die ons op de mannenvereniging (met de bijzondere naam: Onder Het Juk van Christus), steeds weer voorhield; is dit nu Jezus volgen, zijn we op deze manier zijn discipelen, zijn leerlingen? Deze nuchtere vragen waren voor mij eyeopeners en legden vaak precies de vinger op de zere plek. In de kerk, ook die op tekening, mogen discipelen van Jezus zich elke zondag laten trainen, onderwijzen. Op 7 september verschijnen grote gedeeltes uit de dagboeken van Van Driel. Dat zal leerzaam zijn voor zoekers en zieners, en zet ons aan het denken. Ik ken niet het boek van Mike Breen, maar misschien ga ik het lezen wanneer ik heb genoten van de dagboeken van Van Driel. Daarbij zal voor mij discipelschap een leidend thema zijn.

 

een boom

Tussen Acaciastede en het parkeerterrein van Roggekamp ligt een redelijk mooi grasveld. Regelmatig deed een hond er zijn behoefte, maar de laatste tijd gaat het redelijk goed. Wanneer je het paadje uitkomt tussen Acaciastede en Esstede zie je gelijk een prachtige naaldboom. In mei 1984 kwamen we wonen op Acaciastede. Prachtige nieuwbouw, maar daardoor natuurlijk helemaal niets in de tuin. In de zomer kwam een vrachtwagentje door de straat. De bestuurder belde aan bij de allemaal nog mooie bordeauxrode voordeuren en verkocht planten en struiken; een slimme verkoopmethode. Hij had een prachtige boompje in de aanbieding, waaronder een exemplaar met naalden en die naalden zou hij niet verliezen. “Wordt niet hoger dan een paar meter en zeker niet hoger dan uw schuurtje!” Vijf à zes jaar later stak hij echter al meer dan een meter boven de schuur uit. Dan maar de zaag erin zeiden we. Bij nader inzien hebben we dat maar niet gedaan. Samen met Harm heb ik hem uitgegraven en herplant aan het eind van het ‘gangetje’. De kluit paste nog net in de kruiwagen. Nu, bijna 30 jaar later, staat hij nog steeds op het grasveld, keurig in het gelid met andere ‘gemeente’bomen. Grappig is dat hij op een driehoek staat. Tussen Acaciastede en Roggekamp was sinds jaar en dag een olifantspaadje. Fietsers en voetgangers vertikten het om 20 meter om te lopen. Bij het opnieuw aanbrengen van een schelpenlaag is een paar jaar geleden ook het olifantspaadje meegenomen en daarmee dus in feite geen olifantspaadje meer. Moraal van het verhaal; hebt u iets in uw tuin wat te groot wordt: geef het weg of herplant het op een plek waar het niet opvalt. Ik dacht trouwens altijd dat het een ceder was, maar een kleine speurtocht op internet brengt me toch bij een metasequoia.