gunder

Een nieuwe tour van Daniël Lohues. Eind vorige week vulde hij drie avonden De Kleine Komedie. Het programma kent een aantal prachtige nieuwe nummers. Het zijn weer typische Lohues liederen en in de show praat hij ze ook nog es op een onnavolgbare wijze aan elkaar. De zanger en liedjesschrijver toont zich opnieuw een geweldig observator en weet dat te vatten in prachtig Drents. Het spreekt van een gunderen (verlangen) naar wat achter de horizon ligt, maar ook naar het goede uit het verleden dat zo maar verdween. Voor mensen die niet terugschrikken voor dialect en houden van doordachte en melodieuze folk is een optreden van Lohues in het theater een geweldige avond uit. Hij maakte de zaal wel erg blij, door op een haast verlegen manier toch nog wat toegiften te spelen. Natuurlijk zat daar zijn onnavolgbare fietstocht door zuidoost Drenthe bij. Maar tot mijn grote vreugde ook het ontroerendste lied van de CD Allennig II.

Ie mut niet bange wezen / veur hoe de wind soms stiet / Angst is mar veur eben,  spiet is veur altijd / Wees mar niet benauwd, / ie zien ja wel hoe ’t giet / Angst  is mar veur eben, spiet is veur altied